T&G Periode 7 les 2 Periodisering

Periodiseren les 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
T&GMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Periodiseren les 2

Slide 1 - Slide

Deze les
Inhoud deze les:

  • Herhaling les 1, kort bij stil staan
  • Macro, meso en micro cycli
  • Trainingsvariabelen

Slide 2 - Slide

Wat is training?

Slide 3 - Mind map

Wat weet je over:

Slide 4 - Slide

We kunnen een periodisering globaal opdelen in drie cycli:


  • Macro (jaar of meerdere)
  • Meso (enkele weken tot maanden)
  • Micro (dag/week)

Slide 5 - Slide

Macro-cyclus

Slide 6 - Slide

Macrocyclus
Het jaar verdelen in periodes. Doel: opbouwen naar bijvoorbeeld een belangrijke wedstrijd:

  • Voorbereidingsperiode- van algemeen naar veelzijdig doelgericht naar specifiek
  • Wedstrijdperiode- De periode waarin de wedstrijd (wedstrijden) plaatsvind. In deze periode wordt specifiek getraind
  • Overgangsperiode- Relatieve rust periode (bv winterstop of einde seizoen). Basisconditie wel op peil houden!

Slide 7 - Slide

Voorbereidingsperiode

Vp1:
- algemeen (65%) / specifiek (35%)
- weinig techniek
- veel omvang


Vp2 / Vp3:
- algemeen (35%) / specifiek (65%)
- meer trainingen met hoge     intensiteit
- techniek en tactiek trainingen
- richting wedstrijd specifiek

Slide 8 - Slide

Wedstrijdperiode
  • Wedstrijd specifiek belasten
  • vormperiode is 3 tot 8 weken
  • Tapering periode (wordt later behandeld)

Slide 9 - Slide

Overgangsperiode
  • Terugval specifieke conditie
  • 4 tot 6 weken
  • actief herstel
  • de opgebouwde conditie niet terug laten lopen. Wel blijven trainen
  • Algemeen en veelzijdig trainen

Slide 10 - Slide

Meso en Micro cyclus
  • Verdere opdeling
        - mesocyclus 4 tot 6 weken
        - microcyclus 1 tot 7 dagen

Hierin geef je aan:
  • Hoe verhouden intensiteit en omvang zich
  • Wanneer is er rust
  • Welke traingsvorm wanneer?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe lang duurt een Macro cyclus?
A
1 week
B
een leseenheid
C
Kan een periode van een jaar zijn
D
Een paar maanden

Slide 13 - Quiz

In welke periode begin je met algemene training?
A
Voorbereidingsperiode
B
Overgangsperiode
C
Wedstrijd periode
D
In de winterstop

Slide 14 - Quiz

In welke periode past het voor bv een voetballer om te gaan tennissen?
A
voorbereidingsperiode
B
wedstrijdperiode
C
Overgangsperiode
D
Kan nooit

Slide 15 - Quiz

In welke periode train je heel erg speciefiek?
A
voorbereidingsperiode
B
wedstrijdperiode
C
Overgangsperiode

Slide 16 - Quiz

In welke periode ligt de intensiteit het hoogst?
A
Voorbereidingsperiode
B
Overgangsperiode
C
Wedstrijdperiode

Slide 17 - Quiz

Trainingsvariabelen

Variabelen = een eenheid die steeds een andere waarde kan aannemen




Slide 18 - Slide

Trainingsomvang
  • Aantal herhalingen
  • Aantal gelopen km
  • Duur van de training

Iemand die 3 sets buikspieren van 30 herhalingen doet met een gewicht van 20 kg, heeft een omvang van?

Slide 19 - Slide

Trainingsintensiteit:
  • % van je maximale hartslag
  • Aantal kilo's(kg)
  • Snelheid in km per uur(km/u)

Slide 20 - Slide

Trainingsfrequentie
De trainingsfrequentie geeft aan hoe vaak je per week een training herhaald. 
Naarmate je langer traint, zal je meer moeten trainen om dezelfde progressie te blijven boeken(wet van de verminderde meeropbrengst!)

Slide 21 - Slide

Tot slot nog enkele lastige vragen:

Slide 22 - Slide

Schrijf op wat de training variabelen zijn van een duurloop extensief
(Je mag dit opzoeken)

Slide 23 - Open question

Schrijf op wat de training variabelen zijn van een extensieve interval
(Je mag dit opzoeken)

Slide 24 - Open question

Schrijf op wat de training variabelen zijn van een kracht uhv training
(Je mag dit opzoeken)

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide