H3 Arm & rijk

Welvaartsverschillen
Oorzaken welvaarsverschillen:
  • langzame groei ontwikkelingslanden
  • afhankelijk van de wereldmarktprijzen
  • heffing invoerrechten rijke landen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welvaartsverschillen
Oorzaken welvaarsverschillen:
  • langzame groei ontwikkelingslanden
  • afhankelijk van de wereldmarktprijzen
  • heffing invoerrechten rijke landen

Slide 1 - Slide

Invoerrechten (II)
Gevolgen van invoerrechten:
* Daling import 
* Stijging binnenlandse productie
* Consumenten betalen meer voor  geïmporteerde producten
* Eigen producten worden naar verhouding goedkoper

Slide 2 - Slide

Welke protectiemaatregelen moet je kennen?
  • Invoerrechten heffen (importheffingen) --> buitenlandse producten worden duurder
  • Contingentering --> er mag een beperkte hoeveelheid worden ingevoerd
  • Exportsubsidies --> eigen productie stimuleren

Slide 3 - Slide

De EU beschermt de eigen economie door:
  •  Vrij verkeer van goederen en diensten
  •  Importheffingen (invoerrechten)
  •  Contingentering
  •  Exportsubsidies

Slide 4 - Slide

Europese Unie
Nederland kan maatregelen nemen om Nederlandse bedrijven te beschermen tegen internationale concurrentie. Bijvoorbeeld door invoerrechten te heffen. Dat noem je protectionisme.
Tussen de landen van de Europese Unie is er vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal

Slide 5 - Slide

Hoe worden de welvaartsverschillen kleiner?
  •  verhoging / verbetering ontwikkelingssamenwerking
  •  vermindering invoerrechten rijke landen
  •  giften
  •  aankoop goederen en diensten uit ontwikkelingslanden
  •  kwijtschelding van schulden van ontwikkelingslanden
  •  grondstofovereenkomsten / buffervoorraden
  •  (gunstige) voorwaarden bij leningen
  •  bevorderen van vrije wereldhandel (geen protectionisme)
  •  handelsovereenkomsten






Slide 6 - Slide

Planning 
1. Nakijken opdrachten P3
2. Lezen P4+ nieuwe opdracht (Atlas)
3. Aantekening / samenvatting P4
4.

Slide 7 - Slide

Atlas
We gaan het verschijnsel armoede eens bekijken. 
Hoe zoeken we dit op in de atlas?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

geografische schaalniveau's
  • inzoomen en uitzoomen
  1. mondiaal schaalniveau
  2. internationaal schaalniveau (continentaal)
  3. nationaal schaalniveau
  4. regionaal schaal niveau
  5. lokaal schaalniveau

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Planning
- Oefenvragen P4
- Opdracht schaalniveaus
- Maken opdrachten P4 -> itslearning -> methode -> dewereldvan
- Samenvatting P4

Slide 12 - Slide

Welke 5 geografische schaalniveau zijn er? En zit deze op volgorde van groot naar klein

Slide 13 - Open question

Regionaal schaalniveau is..?
A
Verschijnselen binnen een regio
B
Verschijnselen binnen een dorp
C
Verschijnselen binnen een stad
D
Verschijnselen binnen een land

Slide 14 - Quiz

Als ik een verschijnsel van dichtbij wil bekijken dan....
A
Zoom ik uit
B
Zoom ik in

Slide 15 - Quiz

Leg uit wat er bedoeld wordt met schaalniveaus beïnvloeden elkaar.

Slide 16 - Open question

Atlasopdracht
In- en uitzoomen op en bepaalde gebied.
Bevolkingsdichtheid wat is dat eigenlijk?

Slide 17 - Slide

Bevolkingsdichtheid

Aantal inwoners op 1 vierkante km of te wel 1 km2
Voorbeeldje:

Canada
3.67 persoon / km2


India
413.15 persoon / km2

Slide 18 - Slide

Opdracht
Je gaat met je buurman/vrouw de bevolkingsdichtheid van Nederland bekijken.
Daarvoor heb je de 54ste atlas (groene) nodig.
Bekijk de bevolkingsdichtheid van Nederland op regionale schaal, nationale schaal en continentale schaal.
Schrijf op wat jullie daarbij opvalt.

Slide 19 - Slide

Planning do 4-10-18
1. In het nieuws
2. Samenvattingen afmaken / mindmappen
3. Opdrachten controleren
4. Leren
5. Oefentoets voor het SO.
6. Leren/maken

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

In het nieuws.
Oorzaak (wat is er gebeurd?)
 Gevolg (wat zijn de gevolgen van de gebeurtenis?)
Hoe kunnen we dit koppelen aan het thema Arm & Rijk?

Slide 22 - Slide

Wat is relatieve armoede in Nederland?

Slide 23 - Open question

Kun je het grote verschil tussen arm en rijk afleiden uit het bbp per hoofd van China?

Slide 24 - Open question

China en Zuid-Afrika hebben een vergelijkbaar bbp per hoofd. Toch maken in Zuid-Afrika minder kinderen de basisschool af dan in China.
Leg uit dat dit een verklaring is voor het feit dat Zuid-Afrika slechter scoort op het ontwikkelingskenmerk werkloosheid.

Slide 25 - Open question

Je kunt bepalen of een land arm of rijk is door te kijken naar ontwikkelingskenmerken. Met de Human Development Index kun je beter bepalen of een land arm of rijk is dan met het bbp per hoofd.

Slide 26 - Open question

Waarom vinden technologische vernieuwingen vooral in de westerse landen plaats?

Slide 27 - Open question

Tussen landen in het centrum en landen in de periferie is er goederenverkeer.
Op welke manier draagt de import van grondstoffen bij aan de rijkdom in het centrum?

Slide 28 - Open question

China heeft een schoenenfabriek geopend in Ethiopië.
Leg uit dat dit soort initiatieven Ethiopië kan helpen om aan de periferie te ontsnappen.

Slide 29 - Open question

Op welke drie schaalniveaus hoort de Randstad bij het centrum?

Slide 30 - Open question

De Randstad vormt het centrum van Nederland.
Horen het noorden, oosten en zuiden van Nederland niet tot het centrum?

Slide 31 - Open question

Brainport trekt onderzoekers uit de Verenigde Staten en Azië aan op welk schaalniveau?
A
Continentaal
B
Lokaal
C
Regionaal
D
Mondiaal

Slide 32 - Quiz

Een ingenieur uit Groningen vertrekt naar Eindhoven om te gaan werken bij een Brainportbedrijf. Over welk schaalniveau gaat het hier?
A
Regionaal
B
Continentaal
C
Nationaal
D
Lokaal

Slide 33 - Quiz