bs 5 - anaerobe dissimilatie

VWO 5
Thema 3 - Stofwisseling in de cel
Bs 5
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

VWO 5
Thema 3 - Stofwisseling in de cel
Bs 5

Slide 1 - Slide

Korte herhaling aerobe dissimilatie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

welke organismen doen aan dissimilatie?
A
dieren, de meeste bacteriën, schimmels
B
planten en dieren en schimmels
C
dieren en schimmels
D
planten, dieren, bacteriën en schimmels

Slide 7 - Quiz

Wat stelt 6 voor?
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 8 - Quiz

In welke van de twee cilinders blijft de kaars het langst branden?
A
cilinder met droge erwten
B
cilinder met geweekte erwten

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video


Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?

A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle cellen plaats.

Slide 11 - Quiz

Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
A
1/2 x
B
1x
C
2x
D
4x

Slide 12 - Quiz

Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?
A
N: glycolyse F: citroenzuurcyclus
B
N: glycolyse F: glycolyse + citroenzuurcyclus
C
N: glycolyse + citroenzuurcyclus F: citroenzuurcyclus
D
N + F: glycolyse + citroenzuurcyclus

Slide 13 - Quiz

Wat is de goede volgorde voor de verbranding van glucose?
A
glycolyse -> decarboxylering -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
B
decarboxylering -> glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
C
glycolyse -> decarboxylering -> citroenzuurcyclus -> oxidatieve fosforylering
D
glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus -> decarboxylering

Slide 14 - Quiz

In welk deel van aerobe dissimilatie van glucose is zuurstof nodig?
A
Glycolyse
B
Vorming Acetyl-CoA
C
Citroenzuurcylcus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 15 - Quiz

Hoeveel ATP-moleculen kan één NADPH,H+ genereren tijdens de oxidatieve fosforylering?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 16 - Quiz

Bij welke stap wordt de meeste ATP gevormd?
A
Glycolyse
B
Vorming acetyl CoA
C
Citroenzuurcyclus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 17 - Quiz

Wat weet je over het maken van yoghurt, zuurkool of wijn?

Slide 18 - Open question

BINAS 93 F en G. Welke stoffen kunnen ontstaan bij anaerobe dissimilatie door reducenten?

Slide 19 - Open question

afbraak
Zonder zuurstof komen verschillende stoffen vrij

H2S
NH3
CH4

Slide 20 - Slide

BINAS 67. H2S is de oorzaak van rotte eierenlucht. Deze stof kan ontstaan bij de anaerobe afbraak van
A
cysteïne
B
alanine
C
arginine
D
isoleucine

Slide 21 - Quiz

BINAS 67. H2S is de oorzaak van rotte eierenlucht. Deze stof kan ontstaan bij de anaerobe afbraak van
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
D
DNA

Slide 22 - Quiz

BINAS 67. NH3 kan ontstaan bij de anaerobe afbraak van
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
D
DNA

Slide 23 - Quiz

Gisting
Anaerobe afbraak van koolhydraten

melkzuurgisting
alcohole gisting


Slide 24 - Slide

melkzuurgisting
overeenkomst met aerobe verbranding?

waar in dit proces komt bruikbare energie vrij ?

Slide 25 - Slide

verzuring
Melkzuur  in spieren

afgevoerd (lagere bloed-pH)

in lever:
2 melkzuur -> glucose

Slide 26 - Slide

BINAS 83.
-Welk effect heeft de (licht) verlaagde pH van het bloed op zuurstofafgifte in de spieren?
- Leg uit waarom dit nuttig is

Slide 27 - Open question

effect op de ademhaling?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

melkzuurgisting bij bacteriën
yoghurt (lactobacillus)
zuurkool

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

alcohole gisting
bij gisten (1-cellige schimmels)

bier en wijn (ethanol)

brood (CO2)

Slide 32 - Slide

alcohole gisting
Verklaar dat zonder de omzetting van ethanal naar ethanol de alcohole gisting stil komt te liggen.

Slide 33 - Slide

Respiratoir quotiënt (RQ-waarde)
O2ingeademdCO2uitgeademd

Slide 34 - Slide

dissimilatie glucose: C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O
dissimilatie vetten: 2C55H106O6 (dierlijk vet) + 157O2 → 110CO2 + 106H2O

bereken de RQ van beide reacties

Slide 35 - Open question