14 feb H1A - comparisons

WELCOME
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELCOME

Slide 1 - Slide

test& versterk jezelf 1.2 gedaan

antwoorden reading nog noteren!

Slide 2 - Slide

Today's lesson
  • Reading (5 min)
  • Grammar: comparisons
  • Do worksheet
  • Homework 

Slide 3 - Slide




               
              Read your book for 5 min 

Slide 4 - Slide

SO February 17
SO unit 3 (2x):

  • Present continuous (I am reading a book)
  • Present simple vs present cont ( I read a book - I am reading)
  • Comparisons (fast-faster-fastest)


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Comparisons
We gebruiken vaak 'comparisons' om mensen, dieren, dingen met elkaar te vergelijken.

'Comparisons' komt van het werkwoord 'to compare', wat 'vergelijken' betekent.

Slide 7 - Slide

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep gaan de trappen als volgt:

big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest

Slide 8 - Slide

The man is old

The other man is older

The woman is the oldest

Slide 9 - Slide

The cyclist is fast

The car is faster

The plane is the fastest

Slide 10 - Slide

more / most
Bij woorden van twee of meer lettergrepen gaan de trappen als volgt:

beautiful - more beautiful than - the  most beautiful
interesting - more interesting than - the most interesting
stunning - more stunning than - the most stunning

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Comparatives and superlatives
expensive
more expensive
most expensive

Slide 13 - Slide

Uitzondering 1
Woorden van twéé lettergrepen op -y krijgen ook -er / -est

happy - happier than - the happiest

pretty - prettier than - the prettiest

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Uitzondering 2
Uit je hoofd leren

good - better than the best

bad - worse than the worst

Slide 16 - Slide

Now do exercise 6 p. 98 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Worksheet
Do worksheet comparisons. You can work in pairs.


Done? Study all vocabulary unit 3.


Slide 20 - Slide

Homework 
vocabulary lesson 3

Slide 21 - Slide

For Monday
  • Study vocabulary lesson 4

Slide 22 - Slide

Listening exercise 7 on p. 103/104

Slide 23 - Slide

End of the lesson

Slide 24 - Slide