Oefentoets H1 (5vwo) aardrijkskunde

Oefentoets 
WERELD
H1 - Stedelijke gebieden

5 VWO
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets 
WERELD
H1 - Stedelijke gebieden

5 VWO

Slide 1 - Slide

Wat is het belangrijkste kenmerk van een metropool?
A
Het heeft altijd een landelijke uitstraling.
B
Het omvat alleen de kernstad van een stad.
C
Het vervult grootstedelijke functies voor de wijde omgeving.
D
Het heeft een lage bevolkingsdichtheid.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de twee intercontinentale transportknooppunten van de Randstad?
A
Rotterdam en Eindhoven
B
Schiphol en Utrecht
C
Rotterdamse haven en Schiphol
D
Den Haag en Rotterdam

Slide 3 - Quiz

Wat is de belangrijkste economische sector in de Noordvleugel van de Randstad?
A
Chemie
B
Logistiek
C
Creatieve en innovatieve bedrijven
D
Overheid

Slide 4 - Quiz

Wat is een gevolg van de demografische krimp in sommige gebieden van Nederland?
A
Leegstand van woningen, winkels en bedrijfspanden
B
Toename van het aantal jongeren in steden als Heerlen en Terneuzen
C
Groeiende werkgelegenheid in de randstad
D
Een stijging van het geboortecijfer

Slide 5 - Quiz

Wat is het belangrijkste kenmerk van een metropool?
A
Het heeft altijd een landelijke uitstraling.
B
Het omvat alleen de kernstad van een stad.
C
Het vervult grootstedelijke functies voor de wijde omgeving.
D
Het heeft een lage bevolkingsdichtheid.

Slide 6 - Quiz

Wat was het doel van de structuurvisie over de Randstad die in 2008 werd gepresenteerd?
A
De bescherming van natuurgebieden in de Randstad
B
Het verbeteren van de waterkwaliteit in Nederland
C
De Randstad als economische motor voor heel Nederland
D
Het verminderen van de suburbanisatie rond de Randstad

Slide 7 - Quiz

Welke belangrijke uitgangspunten staan centraal in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)?
A
Natuur, milieu, duurzaamheid en gezondheid
B
Sociale rechtvaardigheid en economische groei
C
Verspreiding van overheidsdiensten buiten de Randstad
D
De bevordering van de autofabrikatie in Nederland

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste verandering die de Omgevingswet beoogt ten opzichte van eerdere wetgeving?
A
Het verplaatsen van overheidsdiensten naar buiten de Randstad
B
Het stimuleren van het aantal Vinex-wijkenHet stimuleren van het aantal Vinex-wijken
C
Het strenger reguleren van de agrarische sector
D
Het vereenvoudigen en versnellen van besluitvorming over de fysieke leefomgeving

Slide 9 - Quiz

Wat was het belangrijkste doel van het concentratiebeleid (zoals het VINEX-beleid) in de jaren '90?
A
Het aanmoedigen van suburbanisatie
B
Het bouwen van nieuwe woningen aan de rand van de grote steden
C
Het verplaatsen van bedrijven naar groeisteden buiten de Randstad
D
Het verbeteren van de werkgelegenheid in de landelijke gebieden

Slide 10 - Quiz

Wat is de belangrijkste uitdaging die Nederland nu heeft volgens de theorie?
A
Het uitbreiden van de waterkwaliteit in de Randstad
B
Het verminderen van de verkeersdrukte door meer autofaciliteiten
C
Het vinden van ruimte voor nieuwe woningen, natuur en duurzame energie
D
Het verhogen van de economische groei in de Randstad

Slide 11 - Quiz

Wat was een gevolg van de snelle urbanisatie tijdens de industriële revolutie?
A
Een afname van de bevolking in de steden
B
Een enorme schaarste op de woningmarkt
C
De bouw van veel villa's en tuinen in de stad
D
Een toename van de industriegebieden in de stad

Slide 12 - Quiz

Wat kenmerkte de stedelijke ontwikkelingen tussen 1975 en 1990?
A
Suburbanisatie en de afname van de stedelijke bevolking
B
Snelle economische groei en veel werkgelegenheid
C
Het ontstaan van veel kennisintensieve bedrijven in de steden
D
De opkomst van de belevingseconomie en technologieparken

Slide 13 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een trend die sinds 1990 in veel steden is ontstaan?
A
De opkomst van traditionele industriegebieden
B
De ontwikkeling van science parks en samenwerking met universiteiten
C
De groei van de agrarische sector in de stad
D
Het verdwijnen van kunst en cultuur uit stedelijke gebieden

Slide 14 - Quiz

Wat is een belangrijk aspect van de 'smart city' in de nabije toekomst?
A
Het gebruik van fossiele energiebronnen voor stadsontwikkeling
B
Het terugdringen van de digitale technologie om privacy te beschermen
C
Het volledig vermijden van digitalisering in de stad
D
Het openbaar maken van gegevens via open data en het bevorderen van burgerparticipatie

Slide 15 - Quiz

Wat is een probleem dat kan ontstaan door de energietransitie en de ontwikkeling van smart cities?
A
Het gevaar van hackers die computersystemen kunnen platleggen
B
Het afnemen van de werkgelegenheid door digitalisering
C
Een te grote focus op traditionele landbouwmethoden
D
Een daling van de digitale geletterdheid in de samenleving

Slide 16 - Quiz

Wat was een gevolg van de snelle urbanisatie tijdens de industriële revolutie?
A
Een afname van de bevolking in de steden
B
De bouw van veel villa's en tuinen in de stad
C
Een enorme schaarste op de woningmarkt
D
Een toename van de industriegebieden in de stad

Slide 17 - Quiz

Wat kenmerkte de stedelijke ontwikkelingen tussen 1975 en 1990?
A
Snelle economische groei en veel werkgelegenheid
B
Suburbanisatie en de afname van de stedelijke bevolking
C
Het ontstaan van veel kennisintensieve bedrijven in de steden
D
De opkomst van de belevingseconomie en technologieparken

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een trend die sinds 1990 in veel steden is ontstaan?
A
De opkomst van traditionele industriegebieden
B
De groei van de agrarische sector in de stad
C
Het verdwijnen van kunst en cultuur uit stedelijke gebieden
D
De ontwikkeling van science parks en samenwerking met universiteiten

Slide 19 - Quiz

Wat is een belangrijk aspect van de 'smart city' in de nabije toekomst?
A
Het openbaar maken van gegevens via open data en het bevorderen van burgerparticipatie
B
Het gebruik van fossiele energiebronnen voor stadsontwikkeling
C
Het terugdringen van de digitale technologie om privacy te beschermen
D
Het volledig vermijden van digitalisering in de stad

Slide 20 - Quiz

Wat is een probleem dat kan ontstaan door de energietransitie en de ontwikkeling van smart cities?
A
Het afnemen van de werkgelegenheid door digitalisering
B
Het gevaar van hackers die computersystemen kunnen platleggen
C
Een te grote focus op traditionele landbouwmethoden
D
Een daling van de digitale geletterdheid in de samenleving

Slide 21 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van het samenstellen van een wijk- en buurtprofiel?
A
Het verhogen van de woningprijzen in de buurt
B
Het ontwikkelen van beleid op basis van gegevens over woningen, bewoners en openbare ruimte
C
Het verplaatsen van bewoners naar andere wijken met hogere scores
D
Het vereenvoudigen van de bouwvergunningen voor nieuwe woningen

Slide 22 - Quiz

Welke verandering in de woningvoorraad werd door de Woningwet van 1901 gestimuleerd?
A
De introductie van koopwoningen voor de middenklasse
B
De bouw van grotere, luxe woningen voor de arbeidersklasse
C
Het afschaffen van woningcorporaties en de verkoop van sociale huurwoningen
D
De eis van meerdere slaapkamers en een aparte keuken voor huurwoningen

Slide 23 - Quiz

Wat kan de woningkenmerken in een buurt vertellen over de bevolkingssamenstelling?
A
De woningkenmerken kunnen aanwijzingen geven over welke bevolkingsgroepen er waarschijnlijk wonen
B
De mate van vergrijzing in een buurt is altijd zichtbaar in de woningkenmerken
C
Woningkenmerken zeggen niets over de bevolkingssamenstelling van een buurt
D
Alleen dure koopappartementen wijzen op een hoog inkomen in de buurt

Slide 24 - Quiz

Wat was een gevolg van de 'Rotterdamwet' die in 2006 werd ingevoerd?
A
Een verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in probleemwijken
B
Het creëren van nieuwe woonwijken voor mensen met een strafblad
C
Het voorkomen van stigmatisering van bepaalde bevolkingsgroepen
D
Een verandering in de bevolkingssamenstelling van probleemwijken, maar geen verbetering van de leefbaarheid

Slide 25 - Quiz

Wat is een belangrijk woningkenmerk bij de beoordeling van de samenstelling van de woningvoorraad?
A
De grootte van de tuin bij woningen in de buurt
B
Het bouwjaar, eigendom en woningtype
C
Het aantal parkeerplaatsen in de buurt
D
De locatie van de woning ten opzichte van recreatiegebieden

Slide 26 - Quiz

Door wie denk jij dat deze quizvragen gemaakt zijn?
docent
chatGPT
methode

Slide 27 - Poll