Persoonsvorm

• Taal
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Hoe zat het ook alweer?

Je kunt een zin in stukken hakken.

Je | kunt | een | zin | in | stukken | hakken.

Dit noemen we taalkundig ontleden.

Je hebt het dan over woordsoorten.

Hoe zat het ook alweer?

Je kunt een zin in stukken hakken.

Je | kunt | een zin | in stukken | hakken.

Dit noemen we redekundig ontleden.

Je hebt het dan over zinsdelen.

Lesdoel

Ik kan de persoonsvorm in een zin aanwijzen.

De persoonsvorm

De persoonsvorm heb je nodig om de andere zinsdelen te benoemen. Je begint bij redekundig ontleden dus altijd bij de persoonsvorm!

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Er is altijd maar één persoonsvorm in de zin.

Hoe kan je hem vinden?

Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden:

1. Maak de zin vragend. De persoonsvorm komt vooraan.

2. Zet de zin in een andere tijd. Het woord dat verandert is de pv.

3. Verander het aantal in de zin. Het woord dat verandert is de persoonsvorm.

Voorbeeld

Ik ren naar de winkel.

1. Ren ik naar de winkel?

2. Ik rende naar de winkel.

3. Wij rennen naar de winkel.

Voorbeeld

Wij lopen die kant op.

Aan de slag

Log in bij Gynzy Kids en maak de opdrachten die klaar staan.