1 Goede start: onderwerp van een tekst

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Introduction

In deze les herhalen de leerlingen zaken die zij geleerd hebben op de basisschool. Dit om de voorkennis te activeren. - alinea in een tekst

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

START

- weet je nog dat het onderwerp van een tekst dat is waar de tekst over gaat?

- weet je nog dat afbeeldingen, de titel en de eerste zinnen van een tekst vaak verklappen waar de tekst over gaat?

- weet je wat de bron van een tekst is?

lezen

Slide 2 - Slide

LEZEN

het onderwerp van een tekst



Als je het onderwerp van een tekst weet, weet je waar de tekst over gaat. 
Het onderwerp is één of een paar woorden.

Slide 3 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (1)


Bekijk de afbeeldingen.

De afbeelding heeft iets met de tekst te maken.


Slide 4 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (2)


Bekijk de titel.
De titel zijn de woorden die boven de tekst staan.
Door de titel weet je vaak al iets over het onderwerp.


Amsterdamse jeugd ontdekt zeilsport
Hoe verzorg je een konijn?
Broergeheim

Slide 5 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (3)


Lees de eerste zinnen.
Daarin staat meestal waar de tekst over gaat.



Slide 6 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (4)


Kijk ook waar de tekst uit komt. Uit een krant, een tijdschrift, de tv-gids? 
Dat noem je de bron van de tekst. De bron zegt vaak iets over het onderwerp. 

In het tijdschrift Goal! gaat het over voetbal en in je biologieboek staat bijvoorbeeld uitleg over het menselijk lichaam.

Slide 7 - Slide

Bekijk de tekst

Slide 8 - Slide

Wat is de titel
van de tekst?

Slide 9 - Open question

Wat zie je op
de afbeelding?

Slide 10 - Open question

Lees de eerste twee zinnen van de tekst. Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?

Slide 11 - Open question

Gaat de tekst over het onderwerp dat jij bedacht had bij de vorige vraag?

Slide 12 - Open question

Bekijk de bronnen van deze twee teksten. 
Door de bron weet je dat er in iedere tekst iets anders over luchtballonnen staat. 
Wat is het verschil als je kijkt naar de bronnen?

Slide 13 - Slide

In de eerste tekst gaat het om wat iemand heeft meegemaakt; het is een dagboek.
In de tweede tekst staan regels voor het reizen met een luchtballon; het is een handboek. 

Slide 14 - Slide

Lees de titel en de bron.

Slide 15 - Slide

Waar komt de tekst vandaan?
A
uit een geschiedenisboek
B
uit een krant
C
uit een vakantiefolder

Slide 16 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland

Slide 17 - Quiz

START

- je weet dat het onderwerp van een tekst dat is waar de tekst over gaat

- je weet dat afbeeldingen, de titel en de eerste zinnen van een tekst vaak verklappen waar de tekst over gaat

- je weet wat de bron van een tekst is

lezen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide