Past simple vs present perfect 20220214

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Welcome to the lesson

TODAY'S LESSON

• Past simple
• Present perfect

Past simple - Verleden tijd

Past simpe is de verleden tijd

Past simple - wanneer?

• Als iets in het verleden heeft plaats gevonden en is afgerond, het is nu voorbij. 
• Vaak staat in de zin een tijdsbepaling die aangeeft dat het verleden tijd is bijv. last month, yesterday, a minute ago, in 1999.
  
  
• I bought a new bike last week.
• We visited my grandmother yesterday.

Past simple - hoe?

• De past simple (verleden tijd) wordt gevormd door:
  ww + ed bij regelmatige werkwoorden, bijv.  I helped her.
  OF
• werkwoordsvorm uit het 2e rijtje bij onregelmatige werkwoorden, bijv. She was ill, last week.
  
  
• Onregelmatige werkwoorden

present perfect: is in het verleden begonnen en is nu nog bezig, of geeft nu nog resultaten.
Is echt anders dan de voltooide tijd in het Nederlands.

Past Simple ontkennend en vragend maken:

Voorbeelden

• Ik ging niet mee op vakantie. 
•       I didn't go on holiday.
• Hij kocht geen bloemen. 
•      He didn't buy any flowers.
• Hield je oma erg van katten?
•      Did your grandma like cats?

I ... a new phone last week.

1. bought
2. buyed
3. have bought

Nu vullen jullie zelf de juiste vorm in

We ________ my aunt and uncle last weekend.

1. have visited
2. visit
3. visited

Past simple - Verleden tijd

Present Perfect - voltooide tijd

Present perfect - wanneer?

• Als iemand met iets in het verleden begonnen is en nog steeds doet
  –> I have played tennis for three years now.
• Als iets in het verleden begonnen is en nog aan de gang is
  --> We have lived in Amsterdam since 2012.
• Als iemand iets heeft gedaan of er is iets gebeurd waarvan de resultaten nog merkbaar zijn
  --> Robert has lost his keys
  Vaak komen in de zin de woorden for of since voor.

Signaalwoorden Present Perfect:

Deze woorden gaan vaak met deze tijd samen

FYNE JAS:
For

Yet

Never 

Ever

Just
Already
Since

Present perfect - hoe?

De present perfect (voltooid tegenwoordige tijd) wordt gevormd door:

have / has + ww + ed bij regelmatige werkwoorden; 

•     I have lived in this house for two years now.                                           
•     He has owned that car since 1999.          

                      OF

Present perfect - hoe?

Have / has + werkwoordsvorm uit het 3e rijtje bij onregelmatige werkwoorden; 

•       My father has seen that film three times already.
•       My parents have been in New York 5 times now.

Denk eraan :

•        HAVE bij: I / you / we / they / you
  
•        HAS = SHIT-regel, dus bij: he / she / it
                                   

We ... been to England once.

1. have
2. has

Even oefenen met de vorm: 

have/has en de shit-regel

They ... visited Paris 5 times.

1. have
2. has

My mother ... seen that film before.

1. have
2. has

Past Simple and Present Perfect

Past simple: je woont er nu dus niet meer

Present perfect: je woont er nog

• I worked in Enschede 5 years ago.
  (ik werk er nu dus niet meer)

• I went to New York in 2015    (op een bepaald moment in het verleden --> 2015)

• I have worked in Almelo since February 2021.
  (ik werk hier nu nog)
• I have never been to NY.
  (ik ben - tot nu toe -  nog nooit in NY geweest)

Past simple       vs   Present perfect

Past simple

• verleden tijd
• afgelopen
• tijdsbepaling
  
  
  
• werkwoord + ed   OF
• sterke ww. 2e  rijtje 

Present perfect

• In verleden begonnen en:
• nu nog aan de gang
• resultaat merkbaar
  
  
  
• has/have + ww+ed   OF
• has/have + sterke ww. 3e rijtje

SAMENVATTEND

Bij twijfel ...

1. Is het op dit moment nog aan de gang? 
   Ja = present perfect                                Nee = volgende vraag
   
   
2.  Gaat het over ervaringen tot nu toe?
   Ja = present perfect                               Nee = volgende vraag
   
   
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?   
   Ja = present perfect                               Nee = past simple

I have been at the ROC for 1 year now.

1. past simple (in het verleden en nu klaar)
2. present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

Oefenen, wat is waar?

I went to my friend last night.

1. past simple (in het verleden en nu klaar)
2. present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

I have seen that movie before!

1. past simple (in het verleden en nu klaar)
2. present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

My car is shiny! I have just cleaned it.

1. past simple (in het verleden en nu klaar)
2. present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

I saw a bird fly by my window.

1. past simple (in het verleden en nu klaar)
2. present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

She has fallen down and now she has a broken leg.

1. past simple (in het verleden en nu klaar)
2. present perfect (nu nog bezig/ervaring/resultaat)

I ... my car. It looks great now!

1. washed
2. have washed

I ... my aunt yesterday.

1. visited
2. have visited

I love New York. I ... there twice.

1. was
2. have been

She ... to America once in her life.

1. went
2. has gone

Jack ...(finish) work an hour ago.

Nu helemaal zelf, wat is het Simple past of Present perfect en denk aan de juiste vervoeging!

He ... (go) to Germany last summer.

Some policemen ...(catch) the criminals two days ago.

I ...(be) a teacher since 2010.

last one:
I ... (have) lunch already, now I am full.

Oefenen

• ‎Uitleg Past simple
• Oefenen met Past simple
• Uitleg Present perfect
• Oefenen met Present perfect

Extra oefenen

• Past simple en present perfect 1
• Past simple en present perfect 2
• Past simple en present perfect 3

Oefenen met onregelmatige werkwoorden

• onregelmatige werkwoorden 1
• onregelmatige werkwoorden 2

THE END