visie op beroep les 5

• VOB
• MBO
• Studiejaar 3

oefenen met casussen 

1: Keuze

Bestudeer de casus 

Kijk naar de twee aangegeven keuzemogelijkheden bij de casus.

Welke van de twee zou jij kiezen wanneer je uit deze twee moet kiezen?

2: Twijfel/ dilemma

Wat maakte die keuze ingewikkeld?

Waarom zou die keuze verkeerd kunnen zijn?

3: Betrokkenen

Welke mensen en/of instanties zijn bij de beslissing betrokken of hebben belang bij de keuze die je hebt gemaakt?

4: Informatie

• Welke informatie heb je nodig om de juiste keuze te kunnen maken.?

• Waar wil je nog meer informatie over, welke kennis wil je nog opdoen?

5: Argumenten

• Welke argumenten (redenen) kun je geven voor de keuze die je hebt gemaakt?

• Welke argumenten zouden er kunnen zijn om de andere keuze te maken?

6 : Argumenten indelen

• Maak een afweging wat je de belangrijkste argumenten vindt.

• Nummer de argumenten in volgorde van belangrijkheid.

7: Keuze heroverwegen

• Bepaal nu je definitieve keuze.

• Maak hiervoor een zin met Ik doe….. omdat…. ondanks……

(Ik doe = je uiteindelijke keuze nadat je alles hebt overwogen, omdat = het belangrijkste argument dat je hiervoor hebt, ondanks = het belangrijkste argument voor de andere keuze)

8: Resultaat

• Wat denk je dat het resultaat is van je gekozen aanpak?

9: Bepalen vervolg

• Wat kan je doen om de nadelige gevolgen van je beslissing te beperken?

• Wat kan je doen om een dergelijke moeilijke situatie te voorkomen?

10: Afsluiten

Wat je hebt geleerd van het werken met deze casus?