BSR 8/5 1bka Grammatica zinsdelen 2+4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Maak de startvraag.
Klaar? Start alvast aan opdracht 5
van paragraaf 5.4 (blz. 204-205).

Startopdracht:

GRAMMATICA

ZINSDELEN

§2 Persoonsvorm en zinsdelen

§4 Onderwerp

Noteer van onderstaande zin de persoonvorm en het onderwerp. Verdeel de zin in zinsdelen door streepjes (/) te gebruiken.

'Gisteren heeft mijn neefje tien boeken op Markplaats gezet.'

• Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden op drie verschillende manieren.
• Je kunt het onderwerp in een zin vinden.

Lesdoelen

In deze les gaan we:

• Verder met paragraaf 5.2 en 5.4;
• de uitleg behandelen van paragraaf 2 en 4 (en hierbij aantekeningen maken);
• opdrachten afmaken;
• afronden en terugblikken.

Alle paragrafen met ZD voor de paragraaf behandelen we de komende tijd. De paragrafen met
 WS behandelen we later dit jaar.

Huiswerk bespreken

Noteer hier jouw antwoord op de startvraag.

Je kunt de persoonsvorm in een zin op drie manieren vinden. 

Schrijf mee in je schrift, maak aantekeningen!

De tijdproef

1) Verander de zin van tijd.

Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:

• Naud wil in het weekend geen huiswerk maken.
• Naud wilde in het weekend geen huiswerk maken.

De vraagproef

2) Maak van de zin een vraag.

Het werkwoord dat dan vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

• Alette, Hester en Fenna hebben woensdag ingehaald. 
• Hebben Alette, Hester en Fenna woensdag een toets ingehaald?

De getalsproef

3) Verander het getal (het aantal) van de zin. Het gaat dan niet meer om één persoon, maar bijvoorbeeld om twee.

Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:

• Hiddo zat tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
• Hiddo en Wout zaten tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.

In het weekend willen Armina en Joep allerlei klusjes doen.
Persoonsvorm?

1. In het weekend
2. willen
3. Armina en Joep
4. doen

Boeken met plaatjes worden steeds vaker geleend bij de bibliotheek.
Persoonsvorm?

1. Boeken met plaatjes
2. worden
3. geleend
4. bij de bibliotheek

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Wie

heeft

jou

gisteren

geholpen?

Het onderwerp

Mijn buurmeisje loopt naar het wokrestaurant.

In deze zin is *loopt* de persoonsvorm en *mijn buurmeisje* het onderwerp (ow). Vaak is het onderwerp van de zin een persoon die iets doet. 

• Het ow kan ook een dier of een ding zijn. 
• Een ow kan uit meerdere woorden bestaan. 
• Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.

In het tijdschrift staan veel interessante artikelen over de aarde.
Onderwerp?

1. In het tijdschrift
2. staan
3. veel interessante artikelen
4. veel interessante artikelen over de aarde

Enkele voorbijgangers tipten de politie over een zakkenroller in de winkelstraat.

Onderwerp?

1. Enkele voorbijgangers
2. tipten
3. de politie
4. een zakkenroller

Maak zelf een zin waarin het onderwerp 'mijn nieuwe schoenen' is.

Aan het werk

Wat?	Cursus 5.4 onderwerp Basis : Opdracht 5 t/m 7 op blz. 204-205. Kader : Opdracht 5 t/m 7 op blz. 204-205 . In je boek of je online boek.
Hoe?	Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp	De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd	Timer.
Klaar?	Verder oefenen met de persoonsvorm of verder oefenen met het onderwerp.

'Ik snap het niet'

oefensite

• Je kunt werkwoorden herkennen.
• Je kunt inschatten op welk niveau van het keuzebord je gaat werken.

Lesdoelen

Noteer de persoonsvorm en het onderwerp.

Gisteren heeft zijn opa een vakantie geboekt.

Noteer de persoonsvorm en het onderwerp.

In een safaripark lopen de dieren vrij rond. 

Noteer de persoonsvorm en het onderwerp.

Volgend jaar komt de beste zangeres van Nederland eindelijk naar de Ziggo Dome.