Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
BSR 6/5 1bka Grammatica zinsdelen 2+4
Lees de theorie op blz. 200 en 204.
Maak de startopdracht
.
Klaar? Start alvast aan paragraaf 5.2
Startopdracht:
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
5:00
§2
Persoonsvorm
§4
Onderwerp
Noteer van onderstaande zin de persoonvorm en het onderwerp. Schrijf ook op hoe je deze hebt gevonden.
'Op maandag 5 mei werd in Nederland de vrijheid gevierd.'
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lees de theorie op blz. 200 en 204.
Maak de startopdracht
.
Klaar? Start alvast aan paragraaf 5.2
Startopdracht:
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
5:00
§2
Persoonsvorm
§4
Onderwerp
Noteer van onderstaande zin de persoonvorm en het onderwerp. Schrijf ook op hoe je deze hebt gevonden.
'Op maandag 5 mei werd in Nederland de vrijheid gevierd.'
Slide 1 - Diapositive
Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden op drie verschillende werken.
Je kunt het onderwerp in een zin vinden.
Lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
In deze les gaan we:
Starten met een nieuw hoofdstuk (grammatica zinsdelen);
de uitleg behandelen van
paragraaf 2
en 4
(en hierbij
aantekeningen
maken);
Opdrachten maken.
Afronden en terugblikken.
Slide 3 - Diapositive
Alle paragrafen met
ZD
voor de paragraaf behandelen we de komende tijd. De paragrafen met
WS
behandelen we later dit jaar.
Slide 4 - Diapositive
Noteer hier jouw antwoord op de startvraag.
Slide 5 - Question ouverte
Je kunt de persoonsvorm in een zin op
drie
manieren vinden.
Schrijf mee in je schrift, maak aantekeningen!
Slide 6 - Diapositive
De tijdproef
1) Verander de zin van tijd.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Naud
wil
in het weekend geen huiswerk maken.
Naud
wilde
in het weekend geen huiswerk maken.
Slide 7 - Diapositive
De vraagproef
2) Maak van de zin een vraag.
Het werkwoord dat dan vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Alette, Hester en Fenna
hebben
woensdag ingehaald.
Hebben
Alette, Hester en Fenna woensdag een toets ingehaald?
Slide 8 - Diapositive
De getalsproef
3) Verander
het getal
(het aantal) van de zin. Het gaat dan niet meer om één persoon, maar bijvoorbeeld om twee.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Hiddo
zat
tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
Hiddo en Wout
zaten
tijdens de uitleg aan andere dingen te denken.
Slide 9 - Diapositive
"De docent behandelt grammatica zinsdelen met negentwintig leerlingen."
Wat is de persoonsvorm?
Slide 10 - Question ouverte
Welke van de drie manieren heb jij bij de vorige vraag gebruikt om de persoonsvorm te vinden?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm ?
De persoonsvorm
Mijn voetbal
is
gevallen
in de sloot
Slide 12 - Question de remorquage
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Wie
heeft
jou
gisteren
geholpen?
Slide 13 - Question de remorquage
Het onderwerp
Mijn buurmeisje loopt naar het wokrestaurant.
In deze zin is *
loopt*
de persoonsvorm en mijn buurmeisje het onderwerp (ow). Vaak is het onderwerp van de zin een persoon die iets doet.
Het kan ook een dier of een ding zijn.
Een onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan. Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.
Slide 14 - Diapositive
Zinsdelen - onderwerp
Het onderwerp is te vinden door de volgende vraag te stellen:
Wie (soms: Wat) + persoonsvorm?
Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.
Slide 15 - Diapositive
Wat is het onderwerp?
.
Het onderwerp
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd
Slide 16 - Question de remorquage
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 17 - Question de remorquage
Wat is het onderwerp?
gekeken.
Het onderwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 18 - Question de remorquage
Onderwerp
Iedere zin heeft een onderwerp.
De pv en het onderwerp horen bij elkaar.
Zonder de pv kun je het onderwerp
niet
vinden
Slide 19 - Diapositive
Aan het werk
Wat?
Cursus 5.2 Persoonsvorm.
Opdracht 1 t/m 4 op blz. 200-201.
Cursus 5.4 Onderwerp.
Opdracht 1 t/m 4 op blz. 204-205.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk verder aan de rest van de opdrachten uit paragraaf 5.2 en 5.4 of verder in je leesboek.
'Ik snap het niet'
timer
20:00
Slide 20 - Diapositive
Je kunt werkwoorden herkennen.
Je kunt inschatten op welk niveau van het keuzebord je gaat werken.
Lesdoelen
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1TA Grammatica ZD 2+4
May 2025
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 8/5 1bka Grammatica zinsdelen 2+4
May 2025
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 8/5 1tb Grammatica zd 2+4
May 2025
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 6/5 1bka Grammatica zinsdelen 2
May 2025
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen les 1
May 2025
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 12/10 1aha Grammatica zinsdelen 1+3
October 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 02/04 2t Grammatica ZD herhaling lj1
October 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 02/04 2k Grammatica ZD §2 herhaling lj1
April 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2