Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Kamp Westerbork

Kamp Westerbork stond tijdens de Tweede Wereldoorlog bekend als ‘voorportaal van de hel’. Het was een doorgangskamp naar concentratiekampen als Auschwitz en Sobibor. Het kamp werd echter al in 1939 gebouwd en in gebruik genomen als vluchtelingenkamp.

Vluchtelingenkamp

Na de Kristallnacht in de nacht van 9 op 10 november 1938 wilden veel Joden zo snel mogelijk weg uit Duitsland. Maar er waren weinig landen die Joodse vluchtelingen toelieten. In Nederland kwamen tot 1940 ongeveer 10.000 Joodse vluchtelingen terecht.

De Nederlandse regering vond dat er één kamp moest komen voor vluchtelingen. Daarom werd in 1939 het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork gebouwd. De Joodse gemeenschap moest de bouw van het kamp betalen. Op 9 oktober 1939 kwamen de eerste 22 vluchtelingen in kamp Westerbork aan. Eind april 1940 woonden er 749 Joodse vluchtelingen in het kamp.

Durchgangslager

Vanaf 1 juli 1942 was het kamp als Polizeiliches Judendurchgangslager Westerbork het vertrekpunt van in totaal 93 treinen naar Auschwitz, Sobibor, Theresienstadt en Bergen-Belsen.

Het kamp moest zoveel mogelijk functioneren als een normaal dorp. Een schijnwereld. Er waren cursussen en er kon gesport worden. Zelfs winkelen was mogelijk. Het kamp had zijn eigen geld. Daarmee kon je in het Lagerwarenhaus en de Lagerkantine terecht. Er was zelfs een wisselkantoor waar het laatste 'gewone' geld voor de biljetten van kamp Westerbork ingewisseld kon worden. In de registratiebarak werden op dinsdagavonden revuevoorstellingen en concerten gegeven en toneelstukken opgevoerd.