Hoofdstuk 1.2 Krachten meten

1.2 Krachten meten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 Krachten meten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 1.1 
  2. Uitleg paragraaf 1.2   
  3. Zelfstandig werken    
  4. Afsluiting/Vragen 1.2 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt het verband beschrijven tussen de uitrekking van een veer en de kracht die op de veer werkt.  
  2. Je kunt de kracht meten met een krachtmeter/veerunster.  
  3. Je kunt de kracht berekenen die nodig is om een massa op te tillen.  
  4. Je kunt uitleggen wat een krachtenschaal is.  
  5. Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.  
  6. + Je kunt beschrijven dat g niet op alle hemellichamen gelijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Krachten meten
Krachten kun je meten met een krachtmeter (veerbalans/veerunster/newton-meter)

 Je leest het aantal Newton af
waarmee de aarde aan het voorwerp trekt (Fz)

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende krachtmeters. Hoe stugger de veer, des te groter de kracht die je kan meten is.

Slide 5 - Tekstslide

Stugge en slappe veer
Stugge veer = dik --> grote kracht nodig om hem uit te rekken 
Slappe veer = dun --> kleine kracht nodig om hem uit te rekken

Slide 6 - Tekstslide

Kracht en uitrekking 
Met de uitrekking kun je zien hoe 
een kracht is op een veer.
 
2x keer meer kracht =  
2x meer uitrekking.

Slide 7 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Fz = m x g

Fz= zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = aantrekking (10 N/kg) op aarde.  
(De aarde trekt dus met 10 Newton aan 1 kg)

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeldsom
Bereken de zwaartekracht op een mens met een massa van
 60 kg.
Gegeven: m = 60 kg  
 g= 10 N/kg 
Gevraagd: Fz
Oplossing: Fz = m x g 
                                 60 x 10 = 600 N

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de massa van een man, als je weet dat de zwaartekracht 900 N is.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Krachten tekenen
Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.

Deze pijl heeft een :
  - aangrijpingspunt (beginpunt van de kracht)
  - punt (richting waarin de kracht werkt)
  - lengte (grootte van de kracht)

Slide 13 - Tekstslide

Massamiddelpunt
De massa van een voorwerp wordt ingebeeld in 1 punt:
het massamiddelpunt
De zwaartekrachtpijl grijpt in het massamiddelpunt aan

Slide 14 - Tekstslide

Krachtenschaal

Slide 15 - Tekstslide

Krachtenschaal
2 soorten sommen:

Vb 1: Je hebt een pijl met een lengte van 4 cm
Schaalverdeling  = 1 cm ≙ 10 N

Grootte van de kracht F --> 4 x 10 = 40 N

Slide 16 - Tekstslide

Krachtenschaal
2 soorten sommen:

Vb 1: Je moet de pijl van de kracht tekenen. De grootte van de kracht is: 300 N (naar rechts)
Schaalverdeling  = 1 cm ≙ 100 N

Lengte van de pijl moet zijn --> 
100300=3cm

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: lees  en maak opgaven 18 t/m 25 van H 1.2 op blz. 10 t/m 11. 
          +    27 t/m 30 op blz. 13 t/m 14.
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!    
Hulp: docent  
Tijd:  20 minuten lang    
Huiswerk
Klaar?: ga bezig met paragraaf H1.3.

Slide 20 - Tekstslide