H9.4 Zuur-basereacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

H9.4 

Zuur-basereacties

Leerdoelen

Je kunt na afloop van de les:

• aangeven welk deeltje in een zuur‑basereactie als zuur en welk deeltje als base reageert;
• de reactievergelijking van een zuur‑basereactie opstellen.

Zuur-Base reactie

• Een zuur is een deeltje dat een H+ kan afstaan.
  
  
  
• Een base is een deeltje dat een H+ kan opnemen.
  
  
  
• Een zuur kan dus ook met een base reageren.
  

Stappenplan

Maak gebruik van het volgende stappenplan bij het opstellen van een zuur-basereactie:

Stap 1:Schrijf van alle deeltjes die aanwezig zijn de formule op.

Let op:Sterke zuren (H+), zwakke zuren (HZ).
Goed of slecht oplosbaar zout.

Stappenplan

Stap 2:Bepaal welk deeltje het zuur is en welk deeltje de base (m.b.v. Binas 49).

Let op:Het sterkste zuur heeft de grootste Kz.

Stappenplan

Stap 3:Schrijf de reactievergelijking op van de reagerende deeltjes.

Let op:Noteer alleen de deeltjes die reageren. 

Dus tribune-ionen niet opschrijven.

Een meerwaardig zuur staat alle protonen af bij een reactie met een overmaat aan base(andersom geldt hetzelfde).

Voorbeeld

Je voegt een oplossing van salpeterzuur bij een oplossing van natriumacetaat. Geef de vergelijking van de zuur-base reactie.

Sterk zuur met een zwakke base

Voorbeeld

Je voegt ammonia toe aan een oplossing van azijnzuur.

Geef de vergelijking van de zuur-basereactie.

Sterke base met een zwak zuur

Voorbeeld

Je ontkalkt een koffiezetapparaat door een overmaat azijnzuuroplossing in het apparaat te doen. Geef de vergelijking van de zuur-basereactie.

Huiswerk

Maak de volgende opdrachten:

Leer HS9.4 (blz. 56-59)

Maak de vragen 29 t/m 42 (blz. 60-61)

Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.

Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.

Stel deze vragen de volgende les.