Grammatica

Grammatica Les
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica Les

Slide 1 - Tekstslide

Samen lezen
Verhalen en boekjes (kast)
Groep 1; Jamal, Ebubekir, Nikita, Martin, Haifa, Fideel, Alina, Bella, Abdul, Ibro
Groep 2;
Taim, Timofii,Solin,Aaron,Yamama




Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-inoefening (video)
-opdrachten eenvoudige grammatica (schrift)

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
-goede zinnen maken
-volgorde woorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

woordvolgorde zinnen
Wie?
Doe wat?
Waar?
Wanneer?

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Meneer Kroes geeft les in lokaal CL2 op woensdag.

Slide 8 - Tekstslide

Groepen
Groep A
Groep 1; Jamal, Ebubekir, Nikita, Martin, Haifa, Fideel, Alina, Taim
Groep B;
 Timofii,Solin,Aaron,Yamama, Bella, Abdul, Ibro




Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 9 - Tekstslide

Groep A en B
hele werkwoord
verleden tijd
voltooide tijd

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord?
Hij werkte in een fabriek.
Wij liepen door het bos.
Peter pakte zijn tas in.
De leerlingen gingen naar school

Slide 11 - Tekstslide

VT:Zet de zin in de verleden tijd
Hij fietst naar huis.
Jullie wonen in Friesland.
Zij vliegen naar Madrid.
Wij slapen op een matras.

Slide 12 - Tekstslide

Correcte antwoorden
Hij fietste naar huis.
Jullie woonden in Friesland.
Zij vlogen naar Madrid.
Wij sliepen op een matras.

Slide 13 - Tekstslide

Voltooide tijd: hele ww
Hij heeft gisteren gevoetbald.
Zij is vorige week gevallen.
We hebben vannacht goed geslapen.
In de pauze hebben ze goed gegeten.

Slide 14 - Tekstslide

Zet de zin in de voltooide tijd
Hij fietst naar huis.
Jullie wonen in Friesland.
Zij vliegen naar Madrid.
Wij slapen op een matras.

Slide 15 - Tekstslide

Voltooide tijd
Hij is naar huis gefietst.
Jullie hebben in Friesland gewoond.
Zij zijn naar Madrid gevlogen.
Wij hebben op een matras geslapen.

Slide 16 - Tekstslide

Groep B
Verkleinwoorden
De, Het, Een

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Voor de rest
Veel lezen, veel oefenen

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag (help elkaar)
Maak les 3 en les 9 
Maak les 10,11,12 oefening 27 t/m 36
Maak les 23,24 oefening 72,73,74,75
Maak les 25,26,27,28
Maak les 29 t/m 40

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
-maak de opdrachten van eenvoudige grammatica


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
-maak de opdrachten van eenvoudige grammatica


Slide 25 - Tekstslide