Didactiek 6.5.

Didactiek 6.5.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Didactiek 6.5.

Slide 1 - Tekstslide

  • Welke 3 didactische werkvormen zijn er? 
  • Welke van deze 3 is het meest effectief en waarom?

Slide 2 - Tekstslide

- coöperatieve werkvormen
- competitieve werkvormen
- individualistische werkvormen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 6.5.
  • De student weet wat het Leerlingvolgsysteem inhoudt.
  • De student weet het verschil tussen formatieve en summatieve toetsing 
  • De student weet verschillende manieren om te reflecteren/evalueren/ feedback te geven met en aan leerlingen. 












paragraaf 2.4. &2.5.

Slide 5 - Tekstslide

Leerlingvolgsystemen (LVS)
  • Functie: communicatiemiddel (ouders, rt, etc), ondersteuning van het onderwijs (verloop van de ontwikkeling), kwaliteitszorg (geeft info over de kwaliteit van het onderwijs)
  • Hier wordt de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling in vast gelegd. Ook het verzuim wordt hier geregistreerd. 
  • Leerlingvolgsystemen zijn voor de verantwoording naar de onderwijsinspectie toe. 

Slide 6 - Tekstslide

Doelgroepen binnen LVS
  • Didactische leeftijd: Is het aantal maanden dat een kind onderwijs heeft gevolgd. 
  • Ieder schooljaar telt 10 maanden.
  • Het startpunt ligt bij groep 1.

Slide 7 - Tekstslide

Met welke leerlingvolgsystemen,
werken jullie op stage?

Slide 8 - Woordweb

Voorbeelden:
Cito LOVS, IEP LVS, ParnasSys, Boom LVS en Dia LVS

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Toetsing LVS
  • Toetsing zijn geen onderdeel van de LVS en de uitgever.

  • Didactisch leeftijdsequivalent: Verwachte score op de didactische leeftijd. 

  • Cito normscore: vergelijken leerlingen met de rest van Nederland die dezelfde toets heeft afgenomen. 


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

2 verschillende soorten toetsing
  • Formatief toetsen: tussen de lessen door toetsen onafhankelijk van een cijfer. 
  • Summatief toetsen: toetsen aan het einde van de periode voor cijfer. 

Bedenk eens 2 voorbeelden van formatieve en summatieve toetsing. En wat denken jullie dat het meest effectief werkt?

Slide 13 - Tekstslide

Andere vorm van toetsen
Neoklassikale school: alle leerlingen werken aan dezelfde persoonlijke doelen.
  • Feedup: Waar ga je naar toe?
  • Feedback: Wat heb ik gedaan?
  • Feedforward: Wat is de volgende stap?

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht Feedup & Feedforward
Maak tweetallen:
  • Kies een kwaliteit en een valkuil voor je buurman/buurvrouw.
  • Geef aan de hand van je kaartjes je buurman/buurvrouw feedup en feedforward. Ligt ook bij beide toe waarom je dit zegt. 

Slide 15 - Tekstslide

Een Lvs dient voor de volgende registratie.
A
Cognitieve ontwikkeling
B
Sociaal-emotionele ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling
D
Verzuim

Slide 16 - Quizvraag

Een kahoot aan het einde van de les is een vorm van...
A
Summatief toetsen
B
Formatief toetsen

Slide 17 - Quizvraag

Eindopdracht 4
Ontwerp een formatieve toets voor didactiek periode 6.
  • Bekijk de lesdoelen van les 1 t/m 5
  • Bedenk de vorm van de formatieve toets 
  • Stel een norm op

Zorg dat deze na de vakantie af is! Dan kunnen we de formatieve toetsen afnemen.

Slide 18 - Tekstslide