Unit 4 - fase 1 & 2 - week 1

Unit 4 - Wat gaan we doen?
week 1
les 1
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Unit 4 - Wat gaan we doen?
week 1
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepje van de week!
Score:

Groep 1 is al 1 keer groepje van de week geweest. 
Groep 2 is al 1 keer groepje van de week geweest. 
Groep 3 is al 0 keer groepje van de week geweest. 
Groep 4 is al 2 keer groepje van de week geweest. 
Groep 5 is al keer groepje van de week geweest. 
Groep 6 is al 0 keer groepje van de week geweest. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepje van de week!
Punten:

Groep 1: 0
Groep 2: 0
Groep 3: 0
Groep 4: 0
Groep 5: 0
Groep 6: 0

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Introductie unit 4
Wat doe jij op een schooldag?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
Je weet wat we in unit 4 gaan doen.
Je leert nieuwe woorden.
Je hebt de woordenlijst gedownload.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitleg unit 4
WAT GAAN WE DOEN?
statement of inquiry: Word choice in a language connects our actions in a message to a specific audience.

toets 1: reading (na de meivakantie)
toets 2: writing (eind van de unit)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij op een schooldag? -1
  • Individueel, ongeveer 10 minuten, daarna bespreken
  • Lees het verhaal goed.
  • Onderstreep de werkwoorden.
  • Markeer de tijden en de dagen
  • Eén zin samen doen als voorbeeld...

Slide 8 - Tekstslide

Zie map in drive voor verhaal. Print het verhaal uit.

 Antwoorden staan in hetzelfde bestand.
Wat doe jij op een schooldag? -2
  • Kijk jullie antwoorden na.
  • Hebben jullie alle werkwoorden onderstreept?
  • Hebben jullie alle tijden en dagen gemarkeerd?

Verbeter jullie antwoorden!

Slide 9 - Tekstslide

Laat de antwoorden zien/deel met de leerlingen in Toddle.
Wat doe jij op een schooldag? -3
Gebruik (use) de gemarkeerde zinnen (sentences) uit de tekst.
Hoe zeg je:
  • On friday
  • At 12:00 (write in words)
  • From 13:00 till 15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij op een schooldag? -3
Hoe zeg je:
  • I go to school at 8:00 on monday.
  • I have breakfast at 7:00 in the morning.
  • I have class from 8:30 till 15:00 every day.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 4 - Wat gaan we doen?
week 1
les 2

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Welke woorden ken je nog van de vorige les? 
Herhalen werkwoorden (tegenwoordige tijd)



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
Je weet hoe scheidbare werkwoorden vervoegd worden.
Je kunt jouw ochtend op een schooldag beschrijven in het Nederlands.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij op een schooldag? -4
Kijk (look) in de tekst naar de volgende werkwoorden (verbs):
  • Wakker worden
  • Buiten spelen
  • Opstaan
  • Aankleden 
  • Samenwerken
What do these verbs mean? What happens to these verbs?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij op een schooldag? -4
What happened to these verbs?
  • Ik word wakker          (wakker worden)
  • Ik speel buiten          (buiten spelen)
  • Ik sta op                       (opstaan)
  • Ik kleed me aan        (aankleden)
  • Ik werk samen           (samenwerken)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij op een schooldag? -4
What happens if we add information to the sentence?
  • Ik word om 8 uur wakker         
  • Ik speel met mijn broertje buiten          
  • Ik sta iedere ochtend vroeg op                       
  • Ik kleed me altijd netjes aan        
  • Ik werk graag met mijn vrienden samen           

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen werkwoorden 
In groepjes, één notulist op laptop
Noteer:
- de Engelse vertaling van het werkwoord (to ...)
- de ik-, jij-, hij/zij/u-, wij-, jullie- en zij-vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd
voorbeeld samen: fietsen en wakker worden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voetballen

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

schrijven

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

reizen

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

samenwerken

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

opruimen

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

opstaan

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

afspreken

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn broer en ik op woensdagmorgen
Op woensdag ____________wij om 7:00 ____________ (opstaan). Ik _________ (wassen) me, maar mijn broer ___________ (wassen) zich niet. Ik ____________ (vinden) dat vies. Hij ____________ zich om 7:15 ______________ (aankleden), en daarna ______________ hij zijn ______________ (tanden poetsen). Dan ____________ (gaan) hij naar beneden en ______________ hij _____________ (tv-kijken). Ik ______________ me ook __________________ (aankleden). Ik ____________ (kammen) mijn haren. Ik ______________ (gaan) dan ook naar beneden. Mijn broer en ik _________________ (ontbijten) samen. We ______________ (eten een boterham. Ik _____________ (drinken) thee en hij ____________ (drinken) melk.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordenlijst downloaden
De woordenlijst van unit 4 staat in Toddle.
Download de woordenlijst.
Sla de lijst op op jouw computer.
Als je nieuwe woorden/grammatica leert, schrijf je die in je woordenlijst.

Slide 28 - Tekstslide

Vertel dat de werkwoorden uit het verhaal ook in de woordenlijst staan.
Woordenlijst oefening
Welke scheidbare (seperable) werkwoorden kun jij vinden in de woordenlijst?

Schrijf 5 zinnen met 5 verschillende (different) scheidbare werkwoorden uit de woordenlijst.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 4 - Wat gaan we doen?
week 1
les 3

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schrijfopdracht 1 - 10 minuten
Schrijf in de tegenwoordige tijd wat je morgenochtend doet voordat je naar school gaat. Vertel ook hoe laat alles gebeurt. Werk alleen.
Beginzin: Het is ...dag en ik word wakker om....

Gebruik in elk geval: opstaan, douchen, tanden poetsen, ontbijten, zich aankleden, naar school gaan.

Slide 31 - Tekstslide

belangrijk: leerlingen schrijven in hun schrift/op een los blaadje

De tekst leveren ze in bij jou
schrijfopdracht 1 - feedback 1
Je krijgt een tekst.
Controleer de tekst. Kloppen de werkwoorden?
3 minuten
Dan tekst doorgeven.


Slide 32 - Tekstslide

Deel de teksten willekeurig uit.
Leerlingen geven feedback op de werkwoorden. Laat leerlingen foute werkwoorden onderstrepen/omcirkelen.

Na de 3 minuten geven leerlingen de teksten zelf weer door voor feedbackronde 2.

schrijfopdracht 1 - feedback 2
Je bekijkt een nieuwe tekst.
Controleer de tekst.
Zijn de dagen goed gebruikt (geschreven met kleine letter)?
Zijn de tijden goed gebruikt?
3 minuten.
Dan tekst teruggeven aan schrijver.

Slide 33 - Tekstslide

Laat leerlingen fouten omcirkelen/onderstrepen.

Na deze feedbackronde geven leerlingen de tekst terug aan de schrijver.
schrijfopdracht 1
Bekijk jouw tekst. Bekijk de feedback. Je werkt alleen.

- Verbeter jouw tekst. Klaar? Laat je werk controleren.
- Schrijf jouw tekst verder. Wat doe je tot  en met de eerste pauze (10.45)?

Slide 34 - Tekstslide

Leerlingen moeten de feedback verwerken. Als ze klaar zijn, laten ze dat aan jou weten, zodat jij het tekstje kunt controleren.

In orde? Dan werken ze verder. Belangrijk: het tekstje (t/m eerste pauze) brengen ze de volgende les mee.

Vandaag:
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Delen tekstjes + wat was moeilijk?
Verder met dagverslag

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
Je weet hoe je werkwoorden moet schrijven in de tegenwoordige tijd.
Je kunt een hele schooldag beschrijven in het Nederlands.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

In tweetallen. Eén notulist.
Lees het verhaaltje op de volgende slide en vul de ontbrekende werkwoorden in.
Daarna controleren we samen de antwoorden.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen tekstjes + wat was moeilijk?

5 minuten
Lees je tekst voor aan je parnter.
Bespreek wat je moeilijk vond.
Daarna: samen bespreken.

Slide 38 - Tekstslide

Laat leerlingen hun tekstje uitwisselen met een leerling. Je kunt zelf duo's maken.

Geef leerlingen 5 minuten.
Vraag daarna aan wat duo's:
- Wat ging goed?
- Wat vonden jullie moeilijk?
Verder met dagverslag
Hoelang? De rest van de les. 
Met wie? Je werkt alleen. Tussendoor feedback geven in groepje.
Hulp? aan mij/je woordenlijst
Wat? Schrijf je tekst af tot en met naar bed gaan. Wat doe je op school? Wat doe je na school? Hoe laat gebeurt dat?
Lever je tekst in vóór de volgende les.


Slide 39 - Tekstslide

Leerlingen ronden hun dagverslag af.
Ze mogen nu op hun computer schrijven. 

Tijdens het zelfstandig werken wisselen leerlingen hun tekst één/twee keer uit in hun groepje. Leerlingen krijgen dan 5 min om feedback te geven. Daarna werken leerlingen verder aan hun tekst.

Voorstel: leerlingen leveren hun tekst in vóór de volgende les, zodat jij per tekst één tip kan geven.
Te laat inleveren = geen feedback.