4.1/2

DESIGN
MYP LEERJAAR 1 + 2

MENEER NOOTEBOOM
MEVROUW VUGTEVEEN
4.1
4.2
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DesignMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

DESIGN
MYP LEERJAAR 1 + 2

MENEER NOOTEBOOM
MEVROUW VUGTEVEEN
4.1
4.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE UNIT
HOUSING DESIGN 2050
Key Concept: Communities
Global Concepts: Aesthetics
Related Concepts: Adaptation & Collaboration


4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE UNIT?

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES
+ LEERDOEL
+ ARCHITECTURE
+ OPDRACHT


4.1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOEL
Na deze les kan ik verschillende kenmerken van architectuur benoemen door deze te vergelijken met toonaangevende architecten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gebouw: 
Wat is dat nou eigenlijk?

Slide 7 - Tekstslide

Een gebouw: Wat is dat nou eigenlijk?

Almere is een jonge stad waar veel ‘nieuwe’ gebouwen staan. Maar wat is nou eigenlijk een gebouw?

Waar denk je aan bij
architectuur?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Architectuur is een vorm van kunst. Bij architectuur kijk je hoe gebouwen eruit zien. Dit kan van buiten (exterieur), maar ook van binnen (interieur). Bij architectuur worden gebouwen dus zo mooi als mogelijk gemaakt. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens het Dikke van Dale woordenboek is een gebouw…
“iets dat gebouwd is”

Slide 10 - Tekstslide

Volgens het Dikke van Dale woordenboek is een gebouw…
Iets dat gebouwd is. Een gebouw heeft vier muren en een dak, maar gebouwen komen in verschillende vormen en groottes voor en hebben verschillende functies.

WAT IS DESIGN?


Verschillende soorten design 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kan er een voorbeeld geven van een gebouw?

Slide 12 - Tekstslide

Vraag: wie kan er een voorbeeld geven van een gebouw?

Voorbeelden zijn: scholen, gebedshuizen, huizen, kantoren, theaters, musea. Een gebouw kan er op heel veel verschillende manieren uitzien, maar er zitten vaak wel regels aan vast. In een school is het bijvoorbeeld belangrijk om ruimte te hebben voor lokalen en een plek om jassen en tassen op te hangen. In een theater is het belangrijk om een garderobe (een plek om je spullen achter te laten; om je jassen en tassen op te bergen) te hebben. Maar in een theater moet ook ruimte zijn om een voorstelling te kunnen spelen op een podium.

Een gebouw moet ontworpen worden voordat het gebouwd kan worden.

Slide 13 - Tekstslide

Een gebouw moet ontworpen worden, voordat een gebouw gemaakt kan worden. Vraag: Hoe heet degene die een gebouw ontwerpt/bedenkt?

Antwoord: de architect.

Degene die een gebouw ontwerpt of bedenkt noemen wij ook wel een architect. De architect bepaalt vaak hoe het gebouw er vanbinnen of vanbuiten uit komt te zien. Architecten moeten rekening houden met: vorm, functie, budget, locatie, eigenaar, visie, constructie, licht/donker, materiaal en routing. (Deze begrippen komen tijdens deze les aan de orde.)

Slide 14 - Tekstslide

Tijd voor de…quiz

In totaal zijn er 5 quizvragen. Je kan kiezen uit antwoord A of B. Denk je dat A het goede antwoord is, dan doe je je hand omhoog. Denk je dat B het goede antwoord is, dan doe je je hand omlaag.

1. Als je antwoord A kiest, steek dan je hand op.
2. Als je antwoord B kiest, laat dan je hand omlaag.
3. Nadat de juf/meester de vraag heeft voorgelezen, telt hij/zij af van 3 tot 1. Bij 1 kun je je antwoord geven, dus steek je hand op of laat hem omlaag.
De spelregels van de Quiz

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie

Slide 16 - Tekstslide

Functie

Leg uit! Waar is/wordt een gebouw voor gemaakt? Bij het ontwerpen van een gebouw is het belangrijk dat de architect kijkt naar waar het gebouw voor bedoeld is. Dit wordt ook wel de functie (van het gebouw) genoemd. Een school is gemaakt om plek te geven aan leerlingen om te leren. Een kantoor is gemaakt om te werken. Een moskee is gemaakt om te bidden etc.

A) Dit gebouw is een indoor speelparadijs. (OMHOOG) 
B) Dit gebouw is een buurthuis, waar je leuke dingen kunt doen. (OMLAAG) 


Vraag 1. Wat zou de functie van dit gebouw kunnen zijn?

Slide 17 - Tekstslide

Quizvraag 1
Wat zou de functie van dit gebouw kunnen zijn?

A) Dit gebouw is een indoor speelparadijs. (OMHOOG) 

B) Dit gebouw is een buurthuis, waar je leuke dingen kunt doen. (OMLAAG) 


B) Dit gebouw is een buurthuis, waar je leuke dingen kunt doen.

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord op quizvraag 1

B) Dit gebouw is een buurthuis, waar je leuke dingen kunt doen. (OMLAAG) 

Vierkant
Cirkel
Driehoek

Slide 19 - Tekstslide

Vorm

(Bijna) geen elk gebouw is hetzelfde; bijna ieder gebouw ziet er anders uit. Hoe het gebouw eruit ziet, heeft te maken met de vorm die de architect heeft gekozen.​

Vraag 2. Wat voor vormen kun je in dit gebouw terugvinden?
A) Vierkanten, driehoeken en cirkels. (OMHOOG)

B) Vierkanten en rechthoeken. (OMLAAG)

Slide 20 - Tekstslide

Quizvraag 2
Wat voor vormen kun je in dit gebouw terugvinden?

A) Vierkanten, driehoeken en cirkels. (OMHOOG) 

B) Vierkanten en rechthoeken. (OMLAAG)

B) Vierkanten en rechthoeken

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord op quizvraag 2

B) Vierkanten en rechthoeken. (OMLAAG) 

Ronde vormen zijn eigenlijk niet terug te vinden aan de buitenkant van het gebouw.

Waarom hebben
deze gebouwen zoveel ramen?

Slide 22 - Tekstslide

Algemene vraag voor de klas

Waarom zouden deze gebouwen zoveel ramen hebben?

Leg uit: dit is de Side By Side door architectenbureau (bedrijf waar meerdere architecten samenwerken) DE ARCHITEKTEN CIE, gebouwd in opdracht van Gemeente Almere (2007). Beide torens bevatten appartementen om in te wonen. In een huis is het fijn om veel licht te hebben, daarom heeft de architect ervoor gekozen om zoveel ramen in het ontwerp toe te voegen.

Materiaal

Slide 23 - Tekstslide

Materiaal

Leg uit: een architect moet ook nadenken waarvan het gebouw gemaakt moet worden. Denk bijvoorbeeld aan hout, staal of ijzer, baksteen etc.​

Vraag 3. Dit gebouw lijkt wel van goud!
Van wat voor materiaal is dit gebouw gemaakt?​

A) Hout (OMHOOG)                   B) Steen (OMLAAG)

Slide 24 - Tekstslide

Quizvraag 3
Dit gebouw lijkt wel van goud! Van wat voor materiaal is dit gebouw gemaakt?​

A) Hout (OMHOOG)
B) Steen (OMLAAG)


A) Hout

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord quizvraag 3

A) Hout (OMHOOG)

Het gebouw is afgedekt met grenen (naaldhout) houten panelen. Ook de constructie is grotendeels van hout. ​
kleur is ook heel belangrijk voor het ontwerpen van een gebouw. 

Slide 26 - Tekstslide

Kleur

Leg uit: kleur is ook heel belangrijk voor het ontwerpen van een gebouw. Het kan ervoor zorgen dat een gebouw er op een bepaalde manier uitziet.

Vraag 4. Waarom zou dit huis goudkleurig kunnen zijn?

A) Omdat de piramides van vroeger in Egypte ook goud/geelkleurig zijn. (OMHOOG)
B) Omdat de kleur ervoor zorgt dat het gebouw sneller warm wordt. (OMLAAG)


Slide 27 - Tekstslide

Quizvraag 4
Waarom zou dit huis goudkleurig kunnen zijn?

A) Omdat de piramides van vroeger in Egypte ook goud/geelkleurig zijn. (OMHOOG) 

B) Omdat de kleur ervoor zorgt dat het gebouw sneller warm wordt. (OMLAAG) 


A) Omdat de piramides van vroeger in Egypte ook goud/geelkleurig zijn/waren.

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord quizvraag 4

A) Omdat de piramides van vroeger in Egypte ook goud/geelkleurig zijn/waren. (OMHOOG) 

Leg uit: de architecten wilden precies de piramide van Cheops (+/- 2500 v.C.) nabouwen in het klein. Ook de kleur werd daarom nagebootst.​

Constructie

Slide 29 - Tekstslide

Constructie

De architect moet ook goed opletten dat een gebouw wel stevig staat, zodat het gebouw niet bij een windvlaag, zon of regen kapotgaat. ​Een constructie zorgt ervoor dat een gebouw blijft staan.

Vraag 5. Wat is waar?

A) Een goede constructie van een gebouw zorgt ervoor dat een gebouw er mooier uitziet. (OMHOOG)
B) De constructie van een gebouw zorgt dat een gebouw niet instort. (OMLAAG)


Slide 30 - Tekstslide

Quizvraag 5
Wat is waar?

A) Een goede constructie van een gebouw zorgt ervoor dat een gebouw er mooier uitziet. (OMHOOG)

B) De constructie van een gebouw zorgt dat een gebouw niet instort. (OMLAAG)


B) De constructie van een gebouw zorgt dat een gebouw niet instort. 

Slide 31 - Tekstslide

Antwoord quizvraag 5

B) De constructie van een gebouw zorgt dat een gebouw niet instort. (OMLAAG)

Iemand die deze gebouwen ontwerpt voor zijn werk wordt een architect genoemd. Mensen die dit alleen het interieur doen, heten binnenhuisarchitecten. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinds de oudheid zijn er een hoop stijlen geweest in de architectuur. Dit heten bouwstijlen. Daarnaast werden ook nog eens stijlen door elkaar gemixt, aangepast of herhaald, zodat er nieuwe stijlen ontstonden. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mooi of lelijk?
Zometeen krijg je een aantal bouwstijlen te zien. Bekijk het gebouw goed en geef je mening!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeins
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gotiek
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jugenstijl
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neoclacissime
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

High Tech
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deconstructivisme
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Organisch
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance
A
Mooi
B
Lelijk

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ARCHITECTEN
Daniel Libeskind
(Signification and storytelling with form)
Frank Ghery 
(Creative Strategies for form)
Zaha Hadid 
(Natural Forms)
Le Corbusier & De Stijl/Urban Planning 
(Building up instead of across)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DANIEL LIBESKIND
Historisch >< Modern

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FRANK GEHRY
Creatief / Spelen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZAHA HADID
Organisch

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LE CORBUSIER / DE STIJL
Geometrisch

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONDERZOEKSMATRIX
FA in Toddle

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies