Formuleren - incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie

Formuleren
Incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren
Incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie

Slide 1 - Tekstslide

'De leraren schrijft op het bord.'
Klopt deze zin?
Ja!
Nee!

Slide 2 - Poll

Incongruentie
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm. Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm.
Incongruentie ontstaat vaak:
- als het onderwerp meervoudig lijkt, maar enkelvoudig is;
- als persoonsvorm en het onderwerp ver uit elkaar staan;
- als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp wordt aangezien. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
- De jeugd in de grote steden als Amsterdam en Rotterdam hebben een schrijnend gebrek aan speelplaatsen.
- Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren alleen maar verder zullen toenemen.
- Mensen die belangstelling hebben voor de functie (mv) worden vriendelijk verzocht hun sollicitaties te richten aan het dagelijks bestuur (ow). 

Slide 4 - Tekstslide

'Een hoop conflicten ontstaan door een gebrek aan onderlinge communicatie.'
Noteer het foute woord.

Slide 5 - Open vraag

'Dus jij denkt dat dit soort mensen nooit voor een Koninklijke onderscheiding in aanmerking zullen komen.' Noteer het foute woord.

Slide 6 - Open vraag

'Alle inzenders werden gevraagd om hun ontwerpen van naam en adres te voorzien.'
Noteer het foute woord.

Slide 7 - Open vraag

lijdende/  bedrijvende zin

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?
De cadeautjes worden vanavond door de Kerstman gebracht.
A
De cadeautjes
B
worden gebracht
C
vanavond
D
door de Kerstman

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
De Kerstman brengt vanavond de cadeautjes.
A
De Kerstman
B
brengt
C
vanavond
D
de cadeautjes

Slide 10 - Quizvraag

Bedrijvende zinnen

Wat is nu het verschil tussen deze twee zinnen als je kijkt naar het onderwerp?


- De Kerstman brengt vanavond de cadeautjes.

- De cadeautjes worden vanavond door de Kerstman gebracht.


Slide 11 - Tekstslide

Bedrijvende zinnen

De Kerstman brengt vanavond de cadeautjes.


Bedrijvende zin!

Het onderwerp is actief. 

Het onderwerp DOET iets. 



Slide 12 - Tekstslide

Lijdende zinnen

De cadeautjes worden vanavond door de Kerstman gebracht. 


Lijdende zin!

Het onderwerp is passief. 

Het onderwerp DOET niets. 

Er WORDT iets met het onderwerp

gedaan. 



Slide 13 - Tekstslide

Lijdende zinnen

Kijk eens naar de volgende zin:

De cadeautjes worden vanavond gebracht. 


Nu staat er niet DOOR wie ze worden gebracht. Ook dit is een lijdende zin, want je kunt er een DOOR-BEPALING achter denken. 

De cadeautjes worden vanavond gebracht. (door de Kerstman)







Slide 14 - Tekstslide

Lijdende zinnen
Een lijdende zin heeft altijd een vorm van zijn/ worden + VD.

Het boek wordt vandaag gelezen. (door de hele klas)
Op Instagram worden vaak beroemdheden gevolgd. (door jonge meisjes) 

Slide 15 - Tekstslide

Lijdende zinnen
Hoe herken je dus een lijdende zin:
1. Onderwerp doet niets, er wordt iets met het onderwerp gedaan. 
2. Er is een door-bepaling of je kunt die erbij denken.
3. Er staat altijd een vorm van zijn/ worden in de zin. 

Slide 16 - Tekstslide

Lijdende vorm
Wanneer gebruik je de lijdende vorm?
1. Als je handelende persoon niet kent of als het voor de hand ligt wie de handelende persoon is. 
2. Als je de handelende persoon niet wil noemen.
3. Als je voor afwisseling wil zorgen. 

Een tekst bestaat uit beide vormen. Wissel lijdende en bedrijvende zinnen af, zodat je tekst prettig leest. Het voelt persoonlijker, dan als je alleen lijdende vormen gebruikt. 

Slide 17 - Tekstslide

De tangconstructie
Zinnen bevatten een tangconstructie als woorden die grammaticaal bij elkaar horen, van elkaar gescheiden worden door andere woorden. Een tangconstructie wordt overspannen als de twee grijpers van de tang te ver uit elkaar staan. De lezers raken de draad dan vlugger kwijt.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Stuur ons het ingevulde formulier.

Stuur ons het in januari door de verzekeringsagent ingevulde en ondertekende formulier.

Stuur ons het formulier dat uw verzekeringsagent in januari heeft ingevuld en ondertekend.

Slide 19 - Tekstslide

Verbeter de zin:
De motor drijft de twee remdrukpompjes die boven op het motorblok gemonteerd zijn, aan.

Slide 20 - Open vraag

Verbeter de zin:
Ik heb hem vandaag, nog voordat de vogeltjes floten en de bussen gingen rijden, gewezen op zijn leerplicht.

Slide 21 - Open vraag

Tangconstructies
1. Twee delen van een scheidbaar werkwoord te ver uit elkaar. 
2. Een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord te ver uit elkaar. 
3. Een lidwoord en een zelfstandig naamwoord te ver uit elkaar. 

Slide 22 - Tekstslide

Oplossing
1. Bedenk wat echt belangrijk is en wat niet (wat niet belangrijk is laat je weg)
2. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en hak een lange zin eventueel in tweeën.
3. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en zet de informatie uit de ‘tang’ in een bijzin.

Slide 23 - Tekstslide

Dat/als-constructie

Slide 24 - Tekstslide

'De media stelt de politici onnodig kritische vragen, die dan toch niet beantwoord worden.'
Noteer het foute woord.

Slide 25 - Open vraag

'Ik denk, dat als de minister vindt dat er te veel geweld op TV is, dat hij dan maatregelen moet nemen.'
Loopt deze zin lekker?
Ja!
Nee!

Slide 26 - Poll

Dat/als-constructie
Een bijzin van voorwaarde begint vaak met als of wanneer. Je kunt zo'n voorwaarde dan het beste achteraan de zin zetten. Doe je dat niet, dan ontstaat er een dat/als-constructie. 

Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden. 

Slide 27 - Tekstslide

Juiste zin:
Daarom vind ik dat films niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld. 

Slide 28 - Tekstslide

Verbeter de zin:
'Het rekeningrijden moet snel worden ingevoegd, omdat wanneer er niets gebeurt, Nederland binnenkort één lange file is.'

Slide 29 - Open vraag

Verbeter de zin:
'Spraken de jongens af dat als ze geld genoeg zouden verdienen, ze in de zomervakantie naar Turkije zouden gaan?'

Slide 30 - Open vraag

Terugblik
Deze les hebben we besproken dat:
- bij een enkelvoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm hoort;
- bij een meervoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm hoort;
-  bij elkaar horende delen (scheidbaar werkwoord, hulpwerkwoord zelfstandig werkwoord,  lidwoord en zelfstandig naamwoord) niet te ver uit elkaar mogen staan.
- de voorwaarde uit een bijzin van voorwaarde het beste achteraan de zin kan staan. 


Slide 31 - Tekstslide