Formuleren - incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie

Formuleren
Incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren
Incongruentie, tangconstructie en dat/als-constructie

Slide 1 - Tekstslide

'De leraren schrijft op het bord.'
Klopt deze zin?
Ja!
Nee!

Slide 2 - Poll

Incongruentie
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm. 
Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm.
Incongruentie ontstaat vaak:
- als het onderwerp meervoudig lijkt, maar enkelvoudig is;
- als persoonsvorm en het onderwerp ver uit elkaar staan;
- als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp wordt aangezien. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
Het onderwerp meervoudig lijkt, maar is enkelvoudig:

*Een aantal bezoekers hebben een grote prijs gewonnen.

*Minder dan de helft van de prijswinnaars waren totaal verrast. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
Het onderwerp staat ver van de persoonsvorm af:

*De jeugd in de grote steden als Amsterdam en Rotterdam hebben een schrijnend gebrek aan speelplaatsen. 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
De kern van het onderwerp is enkelvoud, maar dat wordt gemist:

*Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren alleen maar verder zullen toenemen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
Meewerkend voorwerp (mv) wordt als onderwerp gezien:

*Mensen die belangstelling hebben voor de functie (mv) worden vriendelijk verzocht hun sollicitaties te richten aan het dagelijks bestuur. 

Slide 7 - Tekstslide

'De media stelt de politici onnodig kritische vragen, die dan toch niet beantwoord worden.'
Noteer het foute woord.

Slide 8 - Open vraag

'Een hoop conflicten ontstaan door een gebrek aan onderlinge communicatie.'
Noteer het foute woord.

Slide 9 - Open vraag

'Dus jij denkt dat dit soort mensen nooit voor een Koninklijke onderscheiding in aanmerking zullen komen.' Noteer het foute woord.

Slide 10 - Open vraag

'Alle inzenders werden gevraagd om hun ontwerpen van naam en adres te voorzien.'
Noteer het foute woord.

Slide 11 - Open vraag

Maken
Bij H6 Formuleren maak je de opdrachten in de methode.

Laat jezelf zien hoe goed je het kunt.

Slide 12 - Tekstslide

lijdende en bedrijvende zinnen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?
De boodschappen worden vanavond door Picnic gebracht.
A
De boodschappen
B
worden gebracht
C
vanavond
D
door Picnic

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
Picnic brengt vanavond de boodschappen.
A
Picnic
B
brengt
C
vanavond
D
de boodschappen

Slide 15 - Quizvraag

Bedrijvende zinnen

Wat is nu het verschil tussen deze twee zinnen als je kijkt naar het onderwerp?


- Picnic brengt vanavond de boodschappen.

- De boodschappen worden vanavond door Picnic gebracht.


Leg het verschil uit aan je buur.


Slide 16 - Tekstslide

Het verschil...

Jara laat de hond uit.


Bedrijvende zin!

Het onderwerp is actief. 

Het onderwerp DOET iets. 



Slide 17 - Tekstslide

Het verschil...

De hond wordt uitgelaten
door Jara. 

Lijdende zin!

Het onderwerp is passief. 

Het onderwerp DOET niets. 

Er WORDT iets met het
onderwerp 
gedaan. 



Slide 18 - Tekstslide

Lijdende zinnen

Kijk eens naar de volgende zin:

De boodschappen worden vanavond gebracht. 


Nu staat er niet DOOR wie ze worden gebracht. Ook dit is een lijdende zin, want je kunt er een DOOR-BEPALING achter denken. 

De boodschappen worden vanavond gebracht (door Picnic).







Slide 19 - Tekstslide

Lijdende zinnen
Een lijdende zin heeft altijd een vorm van zijn/ worden + VD.

Het boek wordt vandaag gelezen. (= door de hele klas)
Op Instagram worden vaak beroemdheden gevolgd. (= door jonge meisjes) 

Slide 20 - Tekstslide

Lijdende zinnen
Hoe herken je dus een lijdende zin:
1. Onderwerp doet niets, er wordt iets met het onderwerp gedaan. 
2. Er is een door-bepaling of je kunt die erbij denken.
3. Er staat altijd een vorm van zijn/ worden in de zin. 

Slide 21 - Tekstslide

Advies
Wanneer gebruik je de lijdende vorm?
1. Als je handelende persoon niet kent of als het voor de hand ligt wie de handelende persoon is. 
2. Als je de handelende persoon niet wil noemen.
3. Als je voor afwisseling wil zorgen. 

Een tekst kan beide vormen bevatten. Wissel lijdende en bedrijvende zinnen af, zodat je tekst prettig leest. 

Slide 22 - Tekstslide

De tangconstructie
Zinnen bevatten een tangconstructie als woorden die grammaticaal bij elkaar horen, van elkaar gescheiden worden door andere woorden. 
Een tangconstructie leest
minder fijn als de twee grijpers
van de tang te ver uit elkaar staan.
                                            De lezers raken de draad dan vlugger kwijt.

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld
Stuur ons het ingevulde formulier.

Stuur ons het in januari door de verzekeringsagent ingevulde en ondertekende formulier.

Stuur ons het formulier dat uw verzekeringsagent in januari heeft ingevuld en ondertekend.

Slide 24 - Tekstslide

Verbeter de zin:
De motor drijft de twee remdrukpompjes die boven op het motorblok gemonteerd zijn, aan.

Slide 25 - Open vraag

Verbeter de zin:
Ik heb hem vandaag, nog voordat de vogeltjes floten en de bussen gingen rijden, gewezen op zijn leerplicht.

Slide 26 - Open vraag

Tangconstructies
1. Twee delen van een scheidbaar werkwoord te ver uit elkaar. 

2. Een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord te ver uit elkaar. 

3. Een lidwoord en een zelfstandig naamwoord te ver uit elkaar. 

Slide 27 - Tekstslide

Oplossing
1. Bedenk wat echt belangrijk is en wat niet. Wat niet belangrijk is, laat je weg.
2. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en hak een lange zin eventueel in tweeën.
3. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en zet de informatie uit de ‘tang’ in een bijzin (achteraan).

Slide 28 - Tekstslide

Dat/als-constructie

Slide 29 - Tekstslide

'Ik denk, dat als de minister vindt dat er te veel geweld op TV is, dat hij dan maatregelen moet nemen.'
Loopt deze zin lekker?
Ja!
Nee!

Slide 30 - Poll

Dat/als-constructie
Een bijzin van voorwaarde begint vaak met als of wanneer. Je kunt zo'n voorwaarde dan het beste achteraan de zin zetten. Doe je dat niet, dan ontstaat er een dat/als-constructie. 

Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden. 

Slide 31 - Tekstslide

Juiste zin:
Daarom vind ik dat films niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld. 

Slide 32 - Tekstslide

Verbeter de zin:
'Het rekeningrijden moet snel worden ingevoegd, omdat wanneer er niets gebeurt, Nederland binnenkort één lange file is.'

Slide 33 - Open vraag

Verbeter de zin:
'Spraken de jongens af dat als ze geld genoeg zouden verdienen, ze in de zomervakantie naar Turkije zouden gaan?'

Slide 34 - Open vraag

Terugblik
Deze les hebben we besproken dat:
- bij een enkelvoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm hoort
- bij een meervoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm hoort
-  bij elkaar horende delen niet te ver uit elkaar mogen staan.
    (delen van scheidbaar werkwoord, hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord,  lidwoord en zelfstandig naamwoord) 
- je kunt bedrijvende en lijdende zinnen allebei gebruiken in een tekst.
 


Slide 35 - Tekstslide

Wat gaat al goed?

Slide 36 - Open vraag

Waar wil je meer over weten?

Slide 37 - Open vraag