NE 3GL - L, TV4.1 (les 8)

Welkom
Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Samen lezen
No Deal, Elle van den Bogaart
  • Boektoets > maak aantekeningen.
  • Klassikaal lezen.
  • E-book en account via www.onlinebibliotheek.nl.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Deze les
  • Samen lezen (10 minuten).
  • Leesvaardigheid H4: opdracht 5 bespreken (10 minuten).
  • Woordenschat H4 (5 minuten).
  • Taalverzorging H4.1: uitleg en opdrachten nakijken (10 minuten).
  • Afronden (5 minuten).

Lesdoelen
  • Je kunt de verbanden tijdsvolgorde, oorzaak-gevolg en voorwaarden en de bijbehorende signaalwoorden herkennen.
  • Je kunt meevouden op -s en -en op de juiste manier vormen.


Slide 3 - Tekstslide

Lezen H4: Verbanden en signaalwoorden
Leerdoel
  • Je kunt de verbanden tijdsvolgorde, oorzaak-gevolg en voorwaarden en de bijbehorende signaalwoorden herkennen.

Opdracht
  • Nakijken opdracht 5.

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat H4: Homoniemen
Leerdoel
  • Je weet wat homoniemen zijn.
  • Je kunt de betekenis van homoniemen afleiden uit de tekst.

Uitleg
  • Vragen over de theorie of de opdrachten?
  • Hand-out met antwoorden: eenmalig en om te leren!

Slide 5 - Tekstslide

Taalverzorging H4.1: Verwijswoorden
Leerdoel
  • Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken.

Uitleg
Deze/die, dit/dat
  • de-woorden > deze/die - De man die daar loopt, is mijn.
  • het-woorden > dit/dat - Mijn neefje dat komt logeren, is vervelend. 

Waarmee/met wie, waarvan/van wie enzovoort
  • Personen > met wie - De vrouw met wie ik getrouwd ben, is de mooiste vrouw van de wereld.
  • Dingen > waarmee - De auto waarmee ik naar school rijd, is niet van mij.

Slide 6 - Tekstslide

Taalverzorging H4.1: Verwijswoorden
Leerdoel
  • Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken.

Uitleg
Persoonlijk voornaamwoord/bezittelijk voornaamwoord
  • Kijk mee naar (blz 108) > denk aan de naamvallen.

Opdracht
  • Nakijken opdracht 1-4 (blz 109).

Slide 7 - Tekstslide

Taalverzorging H4.1: Verwijswoorden
Leerdoel
  • Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken.

Uitleg
Persoonlijk voornaamwoord/bezittelijk voornaamwoord
  • Kijk mee naar (blz 108).

Opdracht
  • Maak opdracht 1-2 (blz 109).

Slide 8 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervouden
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -s  en -en op de juiste manier vormen.

Uitleg
Meervouden op -en
  • Behoud de korte klank (dubbele medeklinker): zus > zussen.
  • De lange klank gaat vanzelf (enkele klinker): baan > banen.
  • Denk aan s/f > z/v: muis > muizen, dief > dieven.
  • Denk aan de trema: zee > zeeën (de nieuwe lettergreep begint bij de trema /zee-jen/).
  • Klemtoon op de -ie > -en: stategie > strategieën.
  • Klemtoon niet op de -ie > -n: bacterie > bacteriën.


Slide 9 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervouden
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -s  en -en op de juiste manier vormen.

Uitleg
Meervouden op -s
  • Behoud de lange klank > apostrof: massa > massa's (maar: café > cafés, studie > studies).
  • Afkortingen (ook zo uitgesproken) > apostorf: cd > cd's.




Slide 10 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervouden
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -s  en -en op de juiste manier vormen.

Uitleg
Opvallende meervouden
  • Twee meervouden (Latijn): datum > datums of data.
  • Twee meevouden (-s en -en): weide > weides of weiden.
  • Bijzonder meervoud (Latijn): technicus > technici.

  • Geen meevoud (niet-telbaar): melk, koffie.




Slide 11 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervouden
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -s  en -en op de juiste manier vormen.

Opdracht
  • Maak opdracht 1-3 (blz 110-111).




Slide 12 - Tekstslide

Programma
Controle lesdoelen
  • Wijs het homofoon in deze zin aan: De mening van peiler Maurice de Hont is een belangrijke pijler in de argumentatie van die journalist.
  • Zoek de fouten. Met me moeder waarmee ik naar de film ging, heb ik veel gelachen.
  • Maak van alle znw'en meervoudsvormen: De politicus sloeg de journaliste in haar gezicht.

Huiswerk
  • ...

Slide 13 - Tekstslide