Oefenen met voltooid deelwoorden

Oefenen met voltooid deelwoorden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 22 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met voltooid deelwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van deze les heb je weer geoefend 
  • met het goed schrijven van een voltooid deelwoord
  • met het TAXIKOFSCHIP
  • met sterke en zwakke werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Sterk of zwak werkwoord??
lopen
A
sterk
B
zwak

Slide 5 - Quizvraag

Is dit een sterk of zwak werkwoord?
Worden
A
Sterk
B
Zwak

Slide 6 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?
Ontmoeten

A
Sterk
B
Zwak

Slide 7 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?
merken

A
Sterk
B
Zwak

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

En dan het voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat


Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord is makkelijker om te schrijven, maar misschien moeilijker om te onthouden.
  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen

Slide 11 - Tekstslide

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:
-d
-t
-en

Slide 12 - Tekstslide

Een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

Ik heb gerend. (want rende)
Ik heb gefietst. (want fietste)
Ik heb gepakt. (want pakte)
Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.



Slide 13 - Tekstslide

Zwak werkwoord: TaXiKoFSCHiP
Werkwoord werken 
Stam is: werk

De laatste letteris een K. Die zit in het TaXiKoFSCHiP
Dus: ik werk-te

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord
A
gefietst
B
fietsen
C
fietsten
D
gefootst

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
A
loop
B
liep
C
gelopen
D
geloopt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
schrijven
B
getekend
C
eten
D
gamen

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn voltooide deelwoorden?
A
schrijven
B
gedacht
C
overkomen
D
verteld

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
aankomen
B
groeten
C
gedaan
D
zwemmen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Even oefenen :-)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Ik heb (schaatsen).

Slide 24 - Open vraag

Vul het juiste voltooid deelwoord in.

Martijn Krabbé heeft al veel programma's (presenteren).

Slide 25 - Open vraag

Vul het juiste voltooid deelwoord in:

Hebben jullie die ruzie al (uitpraten).

Slide 26 - Open vraag

Vul het juiste voltooid deelwoord in.

Hakim heeft (beloven) om boodschappen te doen.

Slide 27 - Open vraag

Voltooid deelwoord van:
kamperen

Slide 28 - Open vraag

Voltooid deelwoord van:
breken

Slide 29 - Open vraag

Voltooid deelwoord van:
voetballen

Slide 30 - Open vraag

Lekker geoefend?

oefenen - en = oefen
n niet in taxikofschip, dus
geoefend met een D


Slide 31 - Tekstslide