B2 Les 14 - § 5.7 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Het bepalen van de kernzin van een alinea

WELKOM

Ga rustig zitten, pak Talent, en je pen/potlood.

§ 5.7 Grammatica

Lesdoelen:

Woorden van de week

Woorden van de week

Schrijf de woorden en betekenis(sen) over

Wat weet je al?

• Met welke vraag vind je het onderwerp van een zin?
• Wie / Wat + werkwoordelijk gezegde? (pv + alle andere werkwoorden)
• Met welke vraag vind je het lijdend voorwerp van een zin?
• Wie / Wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Wat is het onderwerp? 

• Tabitha stuurt een lief whatsappje aan Koen.
• pv?
• nog meer werkwoorden?
• Onderwerp: wie/wat + wg?
• Wie stuurt?
• Dus onderwerp: Tabitha

Wat is het lijdend voorwerp? 

• Tabitha stuurt een lief whatsappje aan Koen.
• pv + andere werkwoorden
• Onderwerp: wie/wat + wg?
• Wie stuurt?
• Dus onderwerp: Tabitha
• lv: wie/wat stuurt Tabitha 
• Dus lv: een lief whatsappje?

Aan de slag

Gez. maken: opdr. 2 (p. 118)

Aan de slag

Gez. maken: opdr. 4 tm 6 (120)