Middeleeuwen Introductie V4/H4

De Middeleeuwen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les
Deze les maak je kennis met de Middeleeuwen en Middeleeuwse literatuur als onderdeel van jullie literatuurpresentatie.

Doel: Aan het einde van deze les kan je een schematische weergave (mindmap) maken van belangrijke kenmerken van de middeleeuwse maatschappij en middeleeuwse literatuur. 


Slide 2 - Tekstslide

Doel van de lessenreeks
Halverwege de tweede periode ga je de kennis die je opgedaan hebt over middeleeuwse literatuur toepassen tijdens een presentatie. Hierbij maak je gebruik van alle informatie en bestanden die je nog krijgt over de middeleeuwen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over deze periode in de geschiedenis? 
De Middeleeuwen

Slide 4 - Woordweb

Even twee "ontspannende" filmpjes..

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Nu even weer wat serieuzer..

Maak aantekeningen!!

Slide 8 - Tekstslide

Driedeling Middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht- cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 9 - Tekstslide

De middeleeuwse maatschappij
Kenmerken:
1. Standenmaatschappij
2. Theocentrisch
3. Ridderlijk karakter
4. Burgerlijk

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Theocentrisch
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  

Slide 12 - Tekstslide

Ridderlijk karakter
  • Focus op de adel. 
  • Boeken als statussymbool. 

Slide 13 - Tekstslide

Burgerlijk karakter
  • Hoge Middeleeuwen
  • Rijke handelaren en gildemeesters
  • Gotische stadhuizen, gildehuizen, portretten van gezinnen etc.

Slide 14 - Tekstslide

Middeleeuwse literatuur
Tot het eind van de 11e eeuw: 
  • Schrijven in Latijn. 
  • Mondelinge overlevering volksverhalen.

Slide 15 - Tekstslide

Middeleeuwse verhalen rijmen vaak. Welk belangrijk voordeel zou dit hebben voor de vertellers?

Slide 16 - Open vraag

 12e en 13e eeuw: literatuur was theocentrisch en ridderlijk (heiligenlevens en ridderromans werden geschreven)

Slide 17 - Tekstslide

In de 13e eeuw komt ook didactische literatuur, gericht op (het opvoeden van) de adel en de burgerij.

Slide 18 - Tekstslide

Boekdrukkunst
  • Rond 1450 vond Johannes Gutenberg de boekdrukkunst uit. 
  • Rijm werd overbodig, verhalen werden in proza omgezet.

Slide 19 - Tekstslide

Wat zouden de voordelen kunnen zijn van het produceren van boeken met de drukpers van Gutenberg?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Eerste tekst Nederlands
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Opdracht:
  1. Maak een woordweb aangevuld met begrippen uit deze les en lever deze in.

Slide 25 - Tekstslide