Wi 1 A2 TC 2.2 en 2.3

Welkom!

Maandag
16 mei 2022
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Maandag
16 mei 2022

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Een paar cursisten hebben een toets
  • We gaan nog even herhalen wat we donderdag geleerd hebben 
  • nakijken
  • spreekopdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Groot, groter, het grootst
In de afgelopen tijd hebben jullie geleed hoe je mensen of dingen kunt vergelijken.
Wie kan me een voorbeeld geven:

Slide 3 - Tekstslide

Dingen of mensen vergelijken
Je zet -er achter het woord.
Je gebruikt ook vaak het woord dan.
  • Mensen uit Engeland zijn langer dan mensen uit Spanje.
  • Er zijn meer fietsen dan mensen in Nederl.

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijken op een andere manier:
  • In december zijn de dagen het donkerst.
  • Nederlanders zijn het langst van alle mensen in de wereld.
Je zet het vóór het woord en -st achter het woord.

Slide 5 - Tekstslide

klein
hard
groot
langzaam
stil
dik
donker
duur
kleiner
.............................
groter
..............................
stiller
.............................
donkerder
............................
het kleinst
het ..........................
het grootst
..................................
het stilst
.................................
het donkerst
................................

Slide 6 - Tekstslide

Sommige woorden zijn onregelmatig:
graag
goed
veel
weinig
liever
beter
meer
minder
het liefst
het best
het meest
het minst

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de 
goede
vorm?

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken: 16 en 17
Geef je boek aan je buurman/buurvrouw en kijk elkaars antwoorden na

Slide 9 - Tekstslide

Nu kijken we ze samen na

Slide 10 - Tekstslide

2.3 Tips bij het lezen
We doen opdr 22 t/m 27

Nog even een herhaling van het stappenplan:

Slide 11 - Tekstslide

Tips bij het lezen (bijv examen)

Voor het lezen:
Kijk naar de titel, de plaatjes en de kopjes:
  •  Wat is het onderwerp van de tekst? 
  •  Wat weet je al van dit onderwerp?

Slide 12 - Tekstslide

Kijk naar het soort tekst:
- Waar staat de tekst? (krant, folder, info-bord,  of brief, email, verhaal)
- Voor wie is de tekst bedoeld? (iedereen,     cursisten, ouders, buren, (trein)reizigers?

Slide 13 - Tekstslide

Vragen beantwoorden
  • Lees altijd eerst de vragen en de antwoorden. Daarna pas de tekst!
  • Lees de vraag+ antwoorden goed. Let op belangrijke woorden. Zoek ook naar woorden die hetzelfde betekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijke woorden
Ken je een woord niet?
  • Zoek de betekenis op, of missch. kun je die raden.
  • Woorden die vetgedrukt of onderstreept, of schuingedrukt staan, zijn vaak belangrijk!

Slide 15 - Tekstslide

Spreekopdrachten
  • Opdr 18 probeer in hele zinnen te antwoorden. Help of verbeter elkaar. Daar leren jullie van!
  • Opdr 19 stel vragen aan 3 andere cursisten
  • Opdr 20 praat samen en vergelijk de 3 jongens en daarna de 3 telefoons.

Slide 16 - Tekstslide

Stappenplan (zeg het maar!)
  1. Kijk naar de titel, plaatjes en kopjes.
  2. Welke soort tekst is het?
  3. Lees vragen en antwoorden (belangrijke woorden!)
  4. Lees alleen het stukje tekst dat je nodig hebt.
  5. Zoek belangrijke woorden op als je ze niet kent (kan niet op het examen!)

Slide 17 - Tekstslide

Dankjulliewel!!! Tot donderdag!

Slide 18 - Tekstslide