Wijzer Geschiedenis H1 les 2

de Dam
het schip
het stadhuis
een dam in de rivier
de nijverheid
plein voor het stadhuis
belangrijk vervoermiddel in de Gouden Eeuw
belangrijkste gebouw van Amsterdam
Amsterdam
thuis of in huis van grondstoffen producten maken
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

de Dam
het schip
het stadhuis
een dam in de rivier
de nijverheid
plein voor het stadhuis
belangrijk vervoermiddel in de Gouden Eeuw
belangrijkste gebouw van Amsterdam
Amsterdam
thuis of in huis van grondstoffen producten maken

Slide 1 - Sleepvraag

Handel was een belangrijke inkomstenbron in de Gouden Eeuw.
Waar verdienden de mensen nog meer geld mee?
A
diamanten slijpen telefoons verkopen boter en kaas maken
B
diamanten slijpen boter en kaas maken haring verkopen
C
boter en kaas maken haring verkopen koffie branden
D
diamanten slijpen haring verkopen met naaimachine kleding maken

Slide 2 - Quizvraag

Hoe hoog zal het schilderij ongeveer zijn?

A
tussen de 1 en 1,50 meter
B
tussen de 0, 5 en 1 meter
C
tussen de 1,50 en 2 meter
D
dat kan je niet weten

Slide 3 - Quizvraag

lees de bron.
Wat bedoelt die ooggetuige hiermee?
er zijn 2 antwoorden goed
A
Kooplieden kwamen hier bijeen om te wandelen en te bidden
B
Mensen met allerlei godsdiensten dreven hier handel met elkaar
C
Mensen uit allerlei landen ontmoetten elkaar hier om handel te drijven

Slide 4 - Quizvraag

Kooplieden gingen vooral naar
Zuid-Europa voor de handel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Nederland was in de Gouden Eeuw bekend om zijn scheepsbouw
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Nederlandse bomen werden gebruikt voor de bouw van schepen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

De Engelsen hadden te weinig schepen om met de Nederlanders te concurreren
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In de Zaanstreek zaagden houtmolens bomen op maat. Dat ging 30 keer sneller dan zagen met de hand. Hoe werden deze molens aangedreven?

Slide 9 - Open vraag

Een land waar de koning de baas is,
noem je een
A
koninkrijk
B
republiek

Slide 10 - Quizvraag

In de staten vergadering vergaderden de vertegenwoordigers van
A
een gewest
B
alle gewesten

Slide 11 - Quizvraag

In de gouden eeuw was Nederland opgedeeld in
A
gewesten
B
provincies

Slide 12 - Quizvraag

De ................ besliste of Nederland oorlog ging voeren of niet
A
Statenvergadering
B
Staten-Generaal

Slide 13 - Quizvraag

Bij de Hollandse Waterlinie houdt .......... de vijand tegen

Slide 14 - Open vraag

Gebieden kwamen tot ................
onder water te staan.

Slide 15 - Open vraag

Het water was te ........
om er doorheen te lopen.

Slide 16 - Open vraag

Het water was te ...........
om met zwaar beladen boten op te varen

Slide 17 - Open vraag

Nederlandse soldaten moesten vooral de .......................... gelegen delen bewaken

Slide 18 - Open vraag

Ook een ............. was een goede plek om de vijand te beschieten

Slide 19 - Open vraag

Dankzij de Hollandse Waterlinie had Willem III ...............
soldaten nodig
A
meer
B
minder

Slide 20 - Quizvraag

Welke zinnen zijn juist?
A
Holland was het rijkste gewest
B
Alleen de handel zorgde voor winst
C
Nederland verdedigde zijn rijkdommen op zee en op het land

Slide 21 - Quizvraag