7.1 Zure en basische oplossingen

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:
  1. Eigenschappen van zuren en basen
  2. Reacties bij het oplossen van zuren en basen
  3. Rekenen met pH/pOH en concentratie
  4. Waterconstante (verband tussen pH en pOH)
  5. Gebruik van indicatoren
  6. Significantie

Slide 2 - Tekstslide

Zuur
smaak
bijtend
kalkaanslag verwijderen
bacteriedodend
Molecuul of ion dat H+ ionen kan afstaan
NB: niet opgelost zuur heeft atoombinding


 
Base
zeepsmaak
bijtend
vet verwijderen

Molecuul of ion dat Hionen kan opnemen



Slide 3 - Tekstslide

ZURE OPLOSSING

Het zuur staat een H+ ion af aan H2O (de base)
HZ  +  H2O  -->  Z-  +  H3O+

Voorbeeld:
HCl  +  H2O  -->  Cl-  +  H3O+
BASISCHE OPLOSSING

Het H+ ion uit H2O (het zuur) gaat naar B- (de base).
H2O  +  B-  -->  OH-  +   HB

Voorbeeld: 
H2O  +  S2- -->  OH-  +  HS-

Slide 4 - Tekstslide

Maak vraag 3

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

 WATERCONSTANTE
Zuiver water heeft een kleine elektrische geleidbaarheid
Dat komt door  H3O+ en OH-
In zuiver water zijn deze concentraties gelijk: 10-7 mol/L
De waterconstante is dus 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

DEFINITIES

Slide 9 - Tekstslide

Logaritme
  • neem een getal
  • schrijf dit getal als een macht van 10
  • de exponent heet de logaritme

Deze exponent is te vinden op je rekenmachine: 
klik log, typ getal

Slide 10 - Tekstslide

Logaritme

Slide 11 - Tekstslide

significante cijfers
aantal significante cijfers  <=> aantal DECIMALEN in pH of pOH

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

maak 6

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

pH + pOH = 14

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de pH als 6,3 g HNO3 wordt opgelost in 0,5 L water.
Strategie: rv>mol HNO3>molH3O+>concentratie H3O+>pH

Slide 17 - Tekstslide

Bereken de pH als 6,3 g HNO3 wordt opgelost in 0,5 L water.
Strategie: rv>mol HNO3>molH3O+>concentratie H3O+>pH

Slide 18 - Tekstslide

Bereken de pH als 5,0 g K2O wordt opgelost in
250 mL water.

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de pH als 5,0 g K2O wordt opgelost in
250 mL water.

Strategie: rv > mol K2O > mol OH> [OH-] > pOH > pH

Slide 20 - Tekstslide

Bereken de pH als 5,0 g K2O wordt opgelost in
250 mL water

Slide 21 - Tekstslide

onthouden
  1. Zuur staat H+ ion af       Base neemt H+ ion op
  2. Kw = [H3O+].[OH-] = 10-14
  3. pH = -log [H3O+] dus [H3O+] = 10-pH
  4. pOH = -log [OH-] dus [OH-] = 10-pOH 
  5. pH + pOH = 14

Slide 22 - Tekstslide

 pH bepalen met indicatoren 
(BINAS 52)
Er zijn verschillende indicatoren om de pH waarde (grof) te bepalen. De kleur van de indicator verandert bij bepaalde pH (het omslagtraject).

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

huiswerk

Slide 25 - Tekstslide

indicatoren

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video