Domein C1

Domein C1
8.1 Sociale ongelijkheid
8.2 Sociale stratificatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Domein C1
8.1 Sociale ongelijkheid
8.2 Sociale stratificatie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Wat is sociale ongelijkheid
- Welke soorten sociale ongelijkheid zijn er
- Wat is sociale stratificatie
- oefenen bookwidget sociale ongelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

SOCIALE ONGELIJKHEID
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling.

Slide 3 - Tekstslide

OEFENVRAAG
Leg uit dat inkomensongelijkheid een vorm van sociale ongelijkheid is. Gebruik in je uitleg:
- Het kernconcept sociale ongelijkheid (1p)

Slide 4 - Tekstslide

ANTWOORD
Inkomensongelijkheid is een vorm van sociale ongelijkheid, omdat ...

Slide 5 - Tekstslide

ANTWOORD
Inkomensongelijkheid is een vorm van sociale ongelijkheid, omdat inkomen een schaarse en hooggewaardeerde zaak is. Het verschil in inkomen / Een ongelijke verdeling van inkomen tussen groepen is dus een vorm van sociale ongelijkheid.

Slide 6 - Tekstslide

VOORBEELDEN
Stap 1 - Ga in tweetallen op zoek in het boek/op het internet.

Stap 2 - Wat betekent?
  • Schaarse en hooggewaardeerde zaken
  • Waardering
  • Behandeling

Stap 3 - Zoek voorbeelden van:
  1. Schaarse en hooggewaardeerde zaken
  2. Ongelijke waardering
  3. Ongelijke behandeling

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

VIER VORMEN VAN SOCIALE ONGELIJKHEID
1. ongelijke verdeling van economische hulpbronnen,
zoals geld en bezit. Opleiding en beroepservaring zijn ook economische hulpbronnen

2. ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen, zoals mensen die je kent en die je helpen doordat ze hun hulpbronnen, 

3. ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen, zoals status en aanzien. 

4. ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen, zoals macht en gezag. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

VERHOUDING
8.2 Sociale stratificatie

Slide 11 - Tekstslide

SOCIALE STRATIFICATIE
Sociale stratificatie
een verdeling van de maatschappij in groepen of sociale lagen, waartussen sociale ongelijkheid bestaat. 

Het lidmaatschap van deze groepen is ten dele sociaal erfelijk. 

Slide 12 - Tekstslide

verandering van
maatschappelijke positie 



1. opwaartse sociale mobiliteit
2. neerwaartse sociale mobiliteit.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen bookwidget sociale ongelijkheid!

Slide 14 - Tekstslide

VERHOUDING
8.3 Positietoewijzing en positieverwerving

Slide 15 - Tekstslide

Maatschappelijke positie
De plaats die iemand inneemt ten opzichte van anderen in de samenleving.

Slide 16 - Tekstslide

Positietoewijzing
Het gaat om maatschappelijke oorzaken die van buitenaf op een persoon of groep inwerken, waardoor een persoon of groep op een bepaalde maatschappelijke positie terechtkomt.

Slide 17 - Tekstslide

Positieverwerving
Hier is sprake van het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of groep waar iemand toe behoort. 

Slide 18 - Tekstslide

VOORBEELD
Er zijn verschillende factoren die de kans op schoolsucces beïnvloeden. Positietoewijzing en positieverwerving spelen hierbij een rol. Hieronder staan twee voorbeelden.

a. Voorschoolse opvang verplicht stellen voor kinderen met een taalachterstand
b. Kennis en vaardigheden van ouders om kinderen op een hoog niveau van onderwijs geplaatst te krijgen.

Leg voor ieder voorbeeld (a en b) uit of er sprake is van positietoewijzing en positieverwerving.

Slide 19 - Tekstslide

ANTWOORD
Bij voorbeeld A is sprake van .... ,  omdat ...

Bij voorbeeld B is sprake van ... , omdat ...

Slide 20 - Tekstslide

ANTWOORD
Bij voorbeeld A is sprake van positietoewijzing,  omdat het verplicht stellen van opvang verwijst naar een maatschappelijke
oorzaak die van buitenaf de positie van kinderen bepaalt.

Bij voorbeeld B is sprake van positieverwerving, omdat kennis en vaardigheden verwijzen naar de eigen bijdrage van de
groep die de positie van kinderen bepaalt.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Gevolgen maatschappelijke positie
  1. Onderwijs - Het cultureel kapitaal van ouders beïnvloedt de schoolprestaties van kinderen en het oordeel van docenten over leerlingen.
  2. Gezondheid - Mensen met een lagere maatschappelijke positie hebben vaker meer aandoeningen en ziekten en leven gemiddeld minder lang.
  3. Politiek - Mensen met een lage opleiding en een laag inkomen gaan vaker niet stemmen en hebben dus minder invloed op de politiek.
  4. Cultuur - Mensen met een hoge opleiding en een hoog inkomen gaan vaker naar musea en concertzalen, terwijl mensen met een lagere maatschappelijke positie voorkeur hebben voor andere vormen van cultuur.

Slide 23 - Tekstslide