Hoofdstuk 6.2

Hoofdstuk 6.2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- herhalen zuren en basen 6.1 (pH-schaal) 
- Uitleg wat gebeurd bij een zuur op microniveau in een oplossing 
Een inleiding tot T49 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je
uitleggen wat een zuur doet in een oplossing

De ionisatie vergelijking geven van een zuur in een oplossing 

Slide 3 - Tekstslide

Bij een pH boven de 7 is de oplossing
A
zuur
B
basisch

Slide 4 - Quizvraag

Bij een pH onder de 7 is een oplossing
A
zuur
B
basisch

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb een oplossing met een pH van 7,3. Als ik thymolblauw toevoeg wordt de oplossing
A
geel
B
groen
C
blauw

Slide 6 - Quizvraag

Ik denk een oplossing te hebben met een pH rond de 5,3. Leg uit met welke indicatoren ik dit zou kunnen controleren

Slide 7 - Tekstslide

Ik denk een oplossing te hebben met een pH rond de 5,3. Leg uit met welke indicatoren ik dit zou kunnen controleren
voorbeeld: 
congorood = oranjerood (boven de 5)
broomkresolgroen = groen (tussen 3,8 en 5,4)
lakmoes = rood (onder de 5,5)

Slide 8 - Tekstslide

Zuren
Zuren zijn deeltjes die één of meer waterstofatomen hebben

Een zuur kan in een oplossing een H+ afstaan (H+ donor)
H+ = proton genoemd
enig idee waarom?


Slide 9 - Tekstslide

Zuren
Een zuur kan in een oplossing een H+ afstaan

Algemeen 
HZ --> H+ + Z-
Z staat voor algemeen willekeurig zuur
= ionisatievergelijking

Slide 10 - Tekstslide

Een aantal belangrijke zuren die je moet kennen (of moet kunnen opzoeken)
tabel 66B

Slide 11 - Tekstslide

Ionisatie vergelijking
Algemeen
HZ --> H+ + Z-

Hoe is dat dan voor HCl of HNO3?

Slide 12 - Tekstslide

Ionisatie vergelijking
Algemeen
HZ --> H+ + Z-

Hoe is dat dan voor HCl of HNO3?
HCl --> H+ + Cl-
HNO3 --> H+ + NO3-

Slide 13 - Tekstslide

Meervoudige zuren
Kunnen twee of meer H+ afstaan

Slide 14 - Tekstslide

ionisatie meervoudige zuren
.

Stel deze ook op voor fosforzuur

Slide 15 - Tekstslide

De zuurgroep 
Aanwezig bij organische zuren
organische zuren = koolstofketen met een (of meer) zuurgroep


Bestaat uit dubbel gebonden O + OH
(COOH) 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

de zuurgroep 
alleen maar aan het begin/eind van een molecuul 

waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Naamgeving

Stam + zuur (geen getal nodig)

Je begint altijd met tellen bij de zuurgroep (1) 

De C van de zuurgroep hoort bij de stam


Slide 20 - Tekstslide

propaanzuur

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

butaanzuur

Slide 23 - Tekstslide

Organische zuren in oplossing
Geven ook een proton weg

Stel we hebben propaanzuur, hoeveel protonen kan deze doneren?

Slide 24 - Tekstslide

Alleen de H van de zuurgroep(en) kan eraf!!!! zoek dus naar een COOH groep 

Slide 25 - Tekstslide

Ionisatie vergelijking (2 manieren)
CH3CH2COOH --> CH3CH2COO- + H

OF

C3H6O2 --> C3H5O1- + H+

Slide 26 - Tekstslide

Geef de ionisatievergelijking van 
fosforzuur 
butaanzuur 
en

Slide 27 - Tekstslide

Maken 18 en 19, deze gaan we bespreken 

Slide 28 - Tekstslide

weektaak 
Maken 18 t/m 22

Slide 29 - Tekstslide