laatste les
1 / 39
Lesduur is: 1 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen gevolg van de ontdekkingsreizen?
Wat is geen gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
Dood door overdraging ziektes
B
Meer rijkdom veroverde gebieden
C
Gesproken taal
D
Huidig geloof
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De leider van de Nederlandse Opstand was...
A
Jan Pieterszoon Coen
B
Maurits van Oranje
C
Johan de Witt
D
Willem van Oranje
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is hervorming?
A
Het veranderen van iets
B
Iets hetzelfde houden
C
Iets een mooie vorm geven
D
Zorgen dat iets ophoudt te bestaan
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke religie wilde de hervormers hervormen?
A
De islam
B
Het protestantisme
C
Het katholicisme
D
Het christendom
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de Nederlandse opstand
A
De 70 jarige oorlog
B
De 50 jarige oorlog
C
De 80 jarige oorlog
D
De 60 jarige oorlog
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Door wie werd de ontdekkingsreizen gefinanciëerd?
A
Humanisten
B
Italianen
C
Europese koninkrijken
D
Islamitische handelaren
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Grieken en Romeinen hadden..
A
een God
B
meerdere goden
C
twee goden
D
geen god
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vooraf: Middeleeuwen- renaissance
Wat was het levensmotto van de mens in de middeleeuwen?
Wat was het levensmotto van de mens in de middeleeuwen?
A
carpe diem
B
memento mori
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom heet de middeleeuwen de middeleeuwen?
A
Omdat het ongeveer tussen het jaar 0 en 2000 ligt
B
Omdat het tussen de oudheid en Renaissance ligt
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Oudheid
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van de oude mensheid
C
Tweede periode (3000 v.Chr. - 500 n.Chr.)
D
Eerste periode ( ..... - 3000 v.Chr.)
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurde er door de
ontdekkingsreizen?
ontdekkingsreizen?
A
Zeevaarders uit Europa verdienden veel aan de
handel.
B
Iedereen wilde een route naar Indië vinden.
C
Zeemannen waren bang voor zeemonsters
D
Veel mensen gingen op vakantie.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tempel:
Grieks of Romeins?
Grieks of Romeins?
A
Grieks
B
Romeins
C
Allebei
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is Renaissance?
A
Wedergeboorte van de Middeleeuwse kunst
B
Strijd tussen keizer en paus
C
Wedergeboorte van de Grieks-Romeinse kunst
D
Ander woord voor Romeinse tijd
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie was Columbus
A
B
C
D
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Klassieke Oudheid of niet?
A
Wél Klassieke Oudheid
B
Geen Klassieke Oudheid
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Grieks of Romeins?
A
Grieks
B
Romeins
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke religie wilde de hervormers hervormen?
A
De Islam
B
Het Protestantisme
C
De Christelijke kerk
D
Het Jodendom
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
jagers en verzamelaars hebben geen
A
dieren
B
vaste woonplaats
C
kinderen
D
tenten
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom noemde ze de Middeleeuwen ook wel de Donkere Middeleeuwen?
A
Er was nog geen elektriciteit dus het was donker
B
De monniken droegen donkere kleren
C
De mensen waren vies door het haardvuur en de toortsen
D
Er was veel ruzie en het was een angstige tijd om in te leven
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Jagers en verzamelaars
A
Trokken rond
B
Bleven op een plek wonen
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De reformatie (hervorming) streefde naar:
A
naastenliefde
B
soberheid
C
rechtvaardigheid
D
alledrie de antwoorden zijn goed
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort NIET bij jagers en verzamelaars
A
Vissen vangen
B
Paddenstoelen plukken
C
Rondtrekken
D
Geiten houden
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Nederlandse Opstand duurde
van ... tot ...
van ... tot ...
A
1566 - 1621
B
1584 - 1648
C
1598 - 1621
D
1568 - 1648
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de middeleeuwen was er een..
A
Landbouwsamenleving
B
Landbouwstedelijke samenleving
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een oorzaak van de ontdekkingsreizen was
A
het bewijs van Columbus dat de aarde rond is
B
de Portugese wens om een koloniaal rijk te stichten
C
de val van Constantinopel, 1453
D
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Er is honger in de Nederlanden.
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Renaissance of Middeleeuwen?
Dit schilderij is of renaissance of middeleeuwen
Dit schilderij is of renaissance of middeleeuwen
A
Renaissance
B
Middeleeuwen
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie was Columbus?
A
De ontdekker van Indië.
B
De ontdekker van het Caribisch gebied
C
De ontdekker van Kaap De Goede Hoop.
D
De ontdekker van Noord-Amerika
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De oudheid is .....
A
Het langst geleden
B
Heel lang geleden
C
Lang geleden
D
Onze tijd
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Middeleeuwen waren van
A
1000-1500 na Chr.
B
400 v Chr- 500 na Chr.
C
900-1980
D
400-1500
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de tijd van Grieken en Romeinen was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving
D
jagers en verzamelaarssamenleving
Slide 33 - Quizvraag
In het rijk kwam een welvarende landbouwstedelijke samenleving tot ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de veroverde gebieden verspreidden Romeinen de Grieks-Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale culturen op de Romeinse cultuur.
Renaissance?
A
Ja
B
Nee
Slide 34 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Grieks of Romeins?
A
Grieks
B
Romeins
Slide 35 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Renaissance?
A
Ja
B
Nee
Slide 36 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Er is honger in de Nederlanden.
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.
Slide 37 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Na de oudheid komt:
A
prehistorie
B
middeleeuwen
C
Moderne tijd
D
vroegmoderne tijd
Slide 38 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De beeldenstorm was in...
A
1555
B
1566
C
1577
D
1588
Slide 39 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
