VBD 26-05

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
There is / there are
enkelvoud/ singular (1)
meervoud/ plural (2 or more)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

is
are
are
is
There _____ only ONE school in Bath.
There _____ six shops in Petworth
There _____ four houses  in Petworth
There _____ a train station  in Petworth

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
I know when to use there is(n't) and when to use there are(n't).

I can use there is(n't) and there are(n't) to describe my future house.

Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
There is / there are
enkelvoud/ singular (1)             there is
meervoud/ plural (2 or more)                                  there are

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is there ...? / Are there ...?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is there a green car in the street?
A
Yes, there is.
B
Yes, there are.
C
No, there isn't.
D
No, there aren't.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Are there lots of people in the street?
A
Yes, there is.
B
Yes, there are.
C
No, there isn't.
D
No, there aren't.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is there one big tree?
A
Yes, there is.
B
Yes, there are.
C
No, there isn't.
D
No, there aren't.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is there a picture of a dog in the house?
A
Yes, there is.
B
Yes, there are.
C
No, there isn't.
D
No, there aren't.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Are there lots of flats/apartment buildings?
A
Yes, there is.
B
Yes, there are.
C
No, there isn't.
D
No, there aren't.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Answer the question.
*Answer in a full sentence.
a: 2= fout / wrong
a: there are two = fout/wrong
a: There are two/2 dogs. = goed / correct

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How many dogs are there?
*Answer in a full sentence.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Possible answers.
There are lots of dogs.
There are 10 dogs.
There are about 8 or more dogs.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My future home.
My future home is in Rotterdam or Zwolle.
My home is an apartment on the first or top floor.

There is a park with a lake near my house.
There are two bedrooms and two bathrooms.
There is an extra toilet.
There is a small kitchen and there is a big living room.
There is a big balcony and there are many plants. There is also a cleaning lady and a cook.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Describe your future house.
Use there is and there are to describe what the house look like and what it has.

Use full sentences , capital letters at the beginning and a full stop at the end of the sentence.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Aan de slag
Workbook page 29 + 30.
Finished show the teacher your work.
Draw your future house.

Slide 22 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Afsluiting
When do we use there is/there isn't/is?
When do we use there and when there are/there aren't/are there?

Slide 23 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Vocabulary
next to -naast                    on - op
under - onder                    carpet - tapijt
cushion - kussen              lamp - lamp
plant - plant                       poster - poster
television -televisie          
glass - glas/glazen            
paper  - papier/papieren  
wood/wooden - hout/houten
 in - in
metal - metaal
cardboard - karton











































Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket:
*Answer in English in a full sentence.
*  Use there is /there are / there isn't / there arent.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is there a picture in the class? Yes/no, ...

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.

Have a nice day!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies