H6 Oefentoets met rekensommen

Klas 2 Economie
Oefentoets H6 met rekensommen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 Economie
Oefentoets H6 met rekensommen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) Bereken de prijs van een pakje
met 20 sigaretten (exclusief btw).
Schrijf de berekening op papier.

noteer je antwoord zonder euro: bv 5,25
€0,14
€0,24
€0.08

Slide 2 - Open vraag

14 + 24 = 38 ct per sigaret x 20 stuks = euro 7,60
2) Bereken welk bedrag van één
sigaret naar overheid gaat.
Schrijf de berekening op papier.

noteer je antwoord zonder euro: bv 6,25

Slide 3 - Open vraag

19 +
3) Welke uitspraak is juist? Kiest het juiste antwoord.
A
De financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven stimuleren heet een sociale premie.
B
Een gemeente wordt bestuurd door een burgemeester en wethouders.
C
De collectieve sector moet winst maken
D
Jouw koopwoning op een vrijstaand grasveldje is een collectieve voorziening.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is waar? Kies het juiste antwoord.
A
De UWV behoort tot de particuliere sector.
B
De winkels in het centrum van je woonplaats horen bij de particuliere sector.
C
Sociale premies worden ingehouden op het brutoloon van werkgevers.
D
Als een verkoper btw ontvangt dan moet hij die geven aan de belastingdienst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is niet waar? Kies het juiste antwoord.
A
De voorziening van drinkwater is een taak van alleen de provincie.
B
Het Rijk is verantwoordelijk voor de spoorwegen in Nederland.
C
De burgemeester wordt gekozen door inwoners van een woonplaats.
D
Inkomsten vanuit aardgas is een voorbeeld van niet-belastingontvangsten.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees onderstaande tekst.
Vanaf 30 april gaat de NS met de eurostar rijden tussen Amsterdam en Londen. Deze internationale trein zorgt voor een nieuwe en goedkopere manier van vervoer tussen Amsterdam en Londen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5) Welke taak van de provincie en de overheid past bij deze gebeurtenis? Noem het juiste begrip en leg deze uit.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6) Wie is / zijn er verantwoordelijk om dit plan van de NS door te laten gaan? Kies het juiste antwoord.
A
Engelse en Nederlandse provincies.
B
Engelse en Nederlandse overheden + provincies.
C
Engelse en Nederlandse overheden + provincies + gemeenten.
D
Engels en Nederlandse overheden + Nederlandse provincies + Engelse gemeenten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7) Bekijk de vorige afbeelding.
Bereken de totale inkomsten van de Nederlandse Overheid.
Schrijf (type) je berekening in Lesson-up!

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8) Bekijk nogmaals de afbeelding.
Heeft de overheid voldoende inkomsten om de uitgaven te betalen? Leg je antwoord uit met behulp van een berekening.
Schrijf (type) je berekening in Lesson-up!

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9) Wie behoren er tot de particuliere sector?
Noem een bedrijf die tot de particuliere sector behoort en leg uit waarom zij erbij horen.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

10)   Koppel de begrippen aan de juiste doelen, bijvoorbeeld: 
Subsidie met inkomsten
Inkomsten
Uitgaven
1. Subsidie
2. Accijns
Uitkering
Inkomstenbelasting
Niet belastingsontvangsten
BTW

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

11) Iemand doet twee uitspraken:
A: Als de overheid meer uitgaven heeft dan inkomsten is er sprake van een begrotingsoverschot.
B: Inkomstenbelasting wordt betaald door iedereen die werk heeft.

Welke uitspraak is juist? Kies het juiste antwoord.

A
A en B zijn juist.
B
A en B zijn onjuist.
C
A is juist en B is onjuist.
D
B is juist en A is onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde oefentoets

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies