Week 3: Grammar word order + irregular verbs

Week 3
  • Idiom of the week! 
  • Grammar: word order + irreg. verbs
  • Opdrachten grammar maken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 3
  • Idiom of the week! 
  • Grammar: word order + irreg. verbs
  • Opdrachten grammar maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''A change of heart''

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idiom of the week!
''A change of heart''
Meaning: 
To change your opinion about something
Example: 
Ms. Ramirez used to be opposed to allowing dogs at school, but she’s had a change of heart.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Word order + irregular verbs

We beginnen met de word order, daar gaan we ook klassikaal even mee oefenen.

De irregular verbs is een kwestie van weten, stamp deze!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De woordvolgorde in een schema:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen! (op papier)
Wat is de regel voor de standaard volgorde ook alweer?
Zet de onderdelen van de zin op de goede volgorde.
Zet het bijwoord op de goede plek in de zin.

Daarna klassikaal nakijken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de standaardregel voor woordvolgorde in het Engels?


  • Wie - doet - wat/wie - waar - wanneer

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinnen in de juiste volgorde:
  • 1. We | a present | gave | to our friend | at her birthday
  • We gave a present to our friend at her birthday
  • 2. Darnell | eaten | has | just now | the hotdog
  • Darnell has eaten the hotdog just now.
  • 3. ? | did | in the cinema | you | see that film
  • Did you see that film in the cinema?
  • 4. at work | designed | for safety | these rules | were
  • These rules were designed for safety at work


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinnen in de juiste volgorde:
  • 1. This is the best helmet. (definitely)
  • This is definitely the best helmet.
  • 2. We took the bus. (regularly)
  • We regularly took the bus.
  • 3. Could you check her pulse? (possibly)
  • Could you possibly check her pulse?
  • 4. You shouldn’t interrupt me. (always)
  • You shouldn't always interrupt me.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: irregular verbs
Irregular verbs 
Geen simpele regel om te vervoegen in v.t. of volt. deelwoord.
standaard:
(work – worked – worked)
onregelmatig bijvoorbeeld:
(bet – bet – bet)
(buy – bought – bought)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onregelmatige werkwoorden
Irregular verbs voorbeelden:
eat – ate – eaten
drink – drank – drunk
see – saw –seen
have – had – had
do – did – done
drive – drove – driven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten NU Engels
Grammar:
Grammar survey + practise > sentences > 13 word order
Grammar survey + practise > irregular verbs

Slide 17 - Tekstslide

https://www.spelletjesplein.nl/engels/