6.4 Spreidingsbreedte en mediaan

6.4 Spreidingsbreedte en mediaan
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6.4 Spreidingsbreedte en mediaan

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Aantal online opdrachten waren niet precies af te lezen waardoor foute antwoorden

Belangrijk om te onthouden: Goed vraag lezen en informatie bekijken

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Ophalen kennis/ begrippen
Bespreken theorie/ begrippen
Huiswerk

Tip: Schrijf mee met betekenis begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Ophalen kennis
Frequentie
  • Hoe vaak iets voorkomt

Modus
  • Waarde/klasse met hoogste frequentie. Er is maar 1 modus!

    Gemiddelde
    • De som, gedeeld door het aantal

    Slide 4 - Tekstslide

    Welk begrip hoort
    bij de groene pijl?
    A
    Modus
    B
    Frequentie
    C
    D
    Gemiddelde

    Slide 5 - Quizvraag

    Welk begrip hoort
    bij de rode pijl?
    A
    Modus
    B
    Frequentie
    C
    D
    Gemiddelde

    Slide 6 - Quizvraag

    Wat is de frequentie
    van het getal 3?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 7 - Quizvraag

    Wat is de modale klasse?
    A
    10 tot 18
    B
    18 tot 26
    C
    26 tot 34
    D
    34 tot 42

    Slide 8 - Quizvraag

    6.4 Spreidingsbreedte en mediaan

    Leerdoelen:
    Je weet wat beide begrippen betekenen
    Je kunt beide berekenen

    Slide 9 - Tekstslide

    Spreidingsbreedte
    Wat is spreiding?
    Oftewel: Het verschil tussen het hoogste en het laagste waarnemingsgetal

    Spreidingsbreedte = Hoogste - Laagste waarnemingsgetal

    Slide 10 - Tekstslide

    Wat is de
    spreidingsbreedte?
    A
    0
    B
    42
    C
    41
    D
    1

    Slide 11 - Quizvraag

    Wat is de modus?
    A
    0
    B
    0, 2 en 4
    C
    Er is geen modus

    Slide 12 - Quizvraag

    Mediaan
    Mediaan is het middelste getal
    Houdt modus en mediaan uit elkaar (mediaan, middelste)

    Gemiddelde beïnvloedbaar voor uitschieters. Mediaan stabieler.

    Slide 13 - Tekstslide

    Mediaan

    Slide 14 - Tekstslide

    Wat is de mediaan? (opdracht 21a)
    A
    5
    B
    7
    C
    6
    D
    9

    Slide 15 - Quizvraag

    Huiswerk
    Maak 6.4 

    • Je weet wat de begrippen mediaan en spreidingsbreedte betekenen
    • Je kunt de mediaan en de spreidingsbreedte berekenen

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Video