§5.1 5.2 Metsje

H 5  Frequentie
Histogram en frequentiepolygoon
steel-bladdiagram
klassenindeling & frequentieverdeling
cumulatieve frequentiepolygoon & relatieve cumulatieve frequentie



1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeBeroepsopleiding

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 5  Frequentie
Histogram en frequentiepolygoon
steel-bladdiagram
klassenindeling & frequentieverdeling
cumulatieve frequentiepolygoon & relatieve cumulatieve frequentie



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentietabel
In een frequentietabel staat hoe vaak iets voorkomt. 
In de tabel staan de getallen  altijd van laag naar hoog.

Weet jij wat turven is?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hieronder staan de gegevens over de gezinsomvang van leerlingen uit een willekeurige klas. Neem deze gegevens over.
4, 2, 5, 3, 7, 2, 4, 4, 5, 2, 3, 4, 6, 3, 3. Welke frequentietabel hoort bij deze gegevens?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak iets voorkomt kan naast in aantallen ook uitgedrukt worden in de relatieve frequentie: 

Voorbeeld:
Een pak speelkaarten bevat 52 kaarten. Hiervan zijn er 13 harten. Dus relatief is dit:







Relatievefrequentie=geheeldeel100=5213100=25
%

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


       Sleep de percentages naar de juiste plek in de tabel
6,7%
26,7%
13,3%
20%

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cumulatieve 
relatieve frequentie
polygoon

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de relatieve cumulatieve frequentie?
A
Het verschil van de relatieve frequentie.
B
Opstapelen van de relatieve frequentie.
C
Het verschil van de frequentie.
D
Opstapelen van de frequentie.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staafdiagram
Een frequentieverdeling kun je grafisch weergeven met een staafdiagram.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tabel met sulfietgehalte in champignons:

 

Wat is het probleem als je van deze metingen een frequentietabel wil maken?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Bij een reeks gegevens met veel verschillende waarden wordt een gewone frequentietabel veels te lang.

Je groepeert de gegevens dan in klassen.
Daar maak je dan een frequentietabel van.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Kies de klassen (start met de laagste waarneming)
 In opdracht 1 kom het er dan zo uit te zien:


Stap 4: Kies de klassen (start met de laagste waarneming)
 In opdracht 1 kom het er dan zo uit te zien: 








Let op!: de eerste klasse loopt door tot en met de bovengrens van de eerste klasse.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de frequentie in klasse 1 en in klasse 2?

A
Klasse 1: 9 Klasse 2: 15
B
Klasse 1: 10 Klasse 2: 13
C
Klasse 1: 9 Klasse 2: 14
D
Klasse 1: 10 Klasse 2: 14

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Histogram
Bij een frequentietabel met klassenverdeling kun je ook een staafdiagram maken, Dit noemen we dan een histogram. In een histogram liggen de staven tegen elkaar aan  en in een staafdigram is dat meestal niet zo.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steelblad diagram

links = steel

rechts = blad

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbel Steelblad diagram

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je in een steelblad-diagram de cijfers van
een toets van een klas.

Wat is het laagste cijfer?
A
4.2
B
4.1
C
2.4
D
1.0

Slide 18 - Quizvraag

Controleer of de leerlingen nog weten dat dit een steeldiagram is.
5.2 centrummaten en variabelen
kwantitatief en kwalitatief, variabele en gegevens
modus mediaan gemiddelde


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort variabele is het?
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over een kwalitatieve variabele?
A
Wordt uitgedrukt in een getal
B
Verschillen hebben een eenduidige betekenis
C
Kan discrete en continue zijn
D
Wordt meestal niet uitgedrukt in een getal

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cijferscores 1-10 voor SE zijn
A
kwantitatieve variabelen
B
kwalitatieve variabelen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leeftijd: 14, 15, 16, 17 jaar zijn ...
A
kwantitatieve variabelen
B
kwalitatieve variabelen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rugnummers van hockey 2-13-14 zijn ...
A
kwantitatieve variabelen
B
kwalitatieve variabelen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwalitatief
(eigenschap)
Kwantitatief
(meetbaar)
type auto's op de weg
temperatuur
gewicht zak appels
geslacht

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwalitatief
Kwantitatief
geslacht
schoenmaat
lengte
woonplaats
inwoneraantal

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de modus
A
10
B
70
C
7
D
Weet ik niet

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de modus?
A
Suyama
B
Parmstrom
C
Damiani
D
Weet ik niet

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de modus:
A
1 armbreuk
B
6 armbreuken
C
4 armbreuken
D
Weet ik niet

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de modus?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de modus?
A
30
B
40
C
10
D
45

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de modus:
A
42
B
43
C
13
D
Weet ik niet

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de modus?
A
45
B
65
C
23
D
49

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mediaan
Mediaan is het middelste getal
Houdt modus en mediaan uit elkaar (mediaan, middelste)

Gemiddelde beïnvloedbaar voor uitschieters. Mediaan stabieler.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mediaan is...
A
De middelste
B
De meest voorkomende

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mediaan 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediaan

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de mediaan?
A
7
B
6
C
5
D
Weet ik niet

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de mediaan?
Wat is de modus en de mediaan?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemiddelde
Wat is het gemiddelde van deze frequentietabel?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies