THEO les 2: Celdeling en epitheelweefsel

Les 2: Celdeling en epitheelweefsel
Leerlijn Algemene theorie
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Les 2: Celdeling en epitheelweefsel
Leerlijn Algemene theorie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Les van vorige week herhalen

Nieuwe lesstof:

  • Celdeling -> mitose en meiose
  • Epitheelweefsel

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student kent de verschillende celdelingen
  • De student kent het epitheelweefsel naar cel vorm, functie en vervoersfunctie 

Slide 3 - Tekstslide

Herhalingsopdracht 
  • Teken een cirkel op het bord en zet de verschillende onderdelen er in.
  • Vertel per onderdeel wat je hier nog over weet. 
  • De klas mag natuurlijk helpen! 

Slide 4 - Tekstslide

Beauty level opdracht
  • Pak je Beautylevel boek 2 en lees bladzijde 10 ''Celdeling''.
  • Log in op beautylevel.nl.
  • Ga naar het hoofdstuk cellen en maak de beauty level online les: celdeling.
  • Jullie krijgen hier 20 minuten voor.

Slide 5 - Tekstslide

Celdeling
  • Mitose
  • Meiose 

Slide 6 - Tekstslide

Soorten celdeling
  • Directe celdeling 

  • Indirecte celdeling -> Mitose
                                                -> Meiose -> Reductiedeling

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Indirecte celdeling - Mitose
  • Verdubbeling van 46 naar 92 chromosomen
  • Er ontstaat een exacte kopie van de oorspronkelijke cel
  • Deze celdeling vind plaats in alle cellen van ons lichaam behalve de geslachtscellen
  • Eerst deelt de celkern en daarna het cellichaam

Slide 9 - Tekstslide

Reductiedeling - Meiose
  • Deze celdeling vindt alleen plaats bij rijpe geslachtscellen
  • Doel: Het aantal chromosomen wordt gehalveerd van 46 naar 23 chromosomen
  • Als een rijpe zaadcel samenvloeit met een rijpe eicel ontstaan dan weer cellen met 46 chromosomen 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bepaling van het geslacht
  • De rijpe eicel en rijpe zaadcel bevatten elk 23 chromosomen

Rijpe eicel:

  • 22 chromosomen + X - chromosoom

Rijpe zaadcel:
  • 22 chromosomen + X - chromosoom of Y - chromosoom

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkeling van de bevruchte eicel
Er zijn 3 stadia

1e stadium (moerbeistadium):
  • Er vindt een groot aantal delingen plaats en er ontstaat een tros cellen

2e stadium:
  • Er wordt een kiemblaas ontwikkeld

3e stadium:
  • Er worden 3 kiembladen gevormd

Slide 13 - Tekstslide

Kiembladen
Binnenste kiemblad (endoderm):
  • Bloedvaten en luchtwegen

Middelste kiemblad (mesoderm):
  • Bindweefsel en skelet

Buitenste kiemblad (ectoderm):
  • Opperhuid, nagels en zenuwstelsel

Slide 14 - Tekstslide

Vochtverdeling in het lichaam
Het lichaam bevat ongeveer 60 a 70% vocht.

Ongeveer:

  • 40% in de cellen = intracellulair
  • 15% in de weefsels = tussen de cellen = extracellulair
  • 5% in de bloedbaan
  • En wat vocht in de hersenholten, maag en ogen

Slide 15 - Tekstslide

Aantal chromosomen bij mensen
  • 46 chromosomen bij een cel die NIET aan het delen is

  • 92 chromosomen bij een cel  die WEL aan het delen is

  • 23 chromosomen bij een geslachtscel die rijp is (zaadcel, eicel)

  • 46 chromosomen bij een BEVRUCHTE eicel

Slide 16 - Tekstslide

Welke celdeling vindt plaats in het menselijk lichaam?
A
Directe celdeling
B
Indirecte celdeling

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen zitten er in een cel die is ontstaan door mitose?
A
23
B
46
C
92

Slide 18 - Quizvraag

Welke celdeling vindt plaats bij geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 19 - Quizvraag

Waar in het lichaam zit het meeste vocht?
A
In de bloedbaan
B
In de cellen
C
Tussen de cellen

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht celdeling maken
Jullie krijgen hier 20 minuten voor. 
Daarna bespreken we het samen. 

Slide 21 - Tekstslide

We hebben het hoofdstuk cellen afgerond!
Laten we doorgaan met het volgende hoofdstuk: Weefsel -> Epitheelweefsel.

Slide 22 - Tekstslide

Epitheelweefsel
  • Beautylevel 2
  • Hoofdstuk 1.2 

Slide 23 - Tekstslide

Weefsel
  • Een groep dezelfde cellen noemen we een weefsel
  • Een groep weefsel is een orgaan

Er zijn weefsels die bepalend zijn voor de functie van organen en weefsels die voor verbinding en steun zorgen

 

Slide 24 - Tekstslide

Epitheelweefsel
  • Is opgebouwd uit epitheelcellen

  • De cellen liggen dicht bij elkaar want er is   weinig of geen tussencelstof aanwezig

  • Dit weefsel bedekt alle inwendige en               uitwendige oppervlakken van het lichaam 

Slide 25 - Tekstslide

Indeling naar aantal lagen
  • 1 - lagig
  • Meerlagig 

Slide 26 - Tekstslide

Indeling naar vorm
  • Plaveiselepitheel = platte vorm
  • Kubisch epitheel = vierkante vorm
  • Cilindrisch epitheel = cilindervormig = rond
  • Trilhaarepitheel = bijzondere vorm van cilindrisch epitheel 

Slide 27 - Tekstslide

Plaveiselepitheel
  • P = Plat
  • Eenlagig of meerlagig
  • Eenlagig plaveiselepitheel = endotheel

Slide 28 - Tekstslide

Plaveiselepitheel
Plaatsen eenlagig plaveiselepitheel (endotheel):

  • Binnenkant van bloed- en lymfevaten
  • Hart / Hartzakje
  • Wand van de kleinste luchtpijptakjes en longblaasjes
  • Borstvlies
  • Buikvlies

Slide 29 - Tekstslide

Plaveiselepitheel
Plaatsen meerlagig epitheelweefsel: 

  • Mond
  • Slokdarm 
  • Opperhuid = Epidermis

Slide 30 - Tekstslide

Kubisch epitheel
  • Vierkant
  • Cellen zijn even hoog als breed
  • Eenlagig of meerlagig

Slide 31 - Tekstslide

Kubisch epitheel
Plaatsen eenlagig kubisch epitheel:

  • Ogen
  • Eierstokken
  • Nierkanaaltjes

Slide 32 - Tekstslide

Kubisch epitheel
Plaatsen meerlagig kubisch epitheel: 

  • Opperhuid (epidermis)
  • Afvoerkanaaltjes van zweet-, melk- en speekselklieren

Slide 33 - Tekstslide

Cilindrisch epitheel
  • Rond
  • Altijd eenlagig

Plaatsen:
  • Binnenzijde spijsverteringskanaal
  • Baarmoeder
  • Binnenzijde afvoergangen van sommige klieren
  • Slijmvlies maag en darmen
  • Basaalcellenlaag van de opperhuid (epidermis)

Slide 34 - Tekstslide

Trilhaar epitheel
Bijzondere vorm van cilindrisch epitheel

Trilharen zitten tussen de cilindervormige cellen ingeplant 

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de functie van epitheelweefsel? 
  • Bedekkend epitheelweefsel -> Bescherming
  • Afscheidend epitheelweefsel -> Klierweefsel
  • Vervoersfunctie -> Trilhaarepitheel

Slide 36 - Tekstslide

Bedekkend / beschermend epitheel
Soorten:

  • Verhoornd
  • Niet verhoornd

Plaatsen:

  • Opperhuid (verhoornd en niet verhoornd)
  • Inwendige holle organen (niet verhoornd)

Slide 37 - Tekstslide

Afscheidend epitheel 
(Klierweefsel)
Klierweefsel scheidt stoffen in of buiten het lichaam af. 

Twee soorten:

  • Eencellige klieren -> slijmvliezen zoals     neusslijmvlies
  • Meercellige klieren -> de meeste klieren in   ons lichaam

Slide 38 - Tekstslide

Meercellige klieren
Ze kunnen worden ingedeeld naar:

  • Afscheidingswijze
  • Vorm
  • Functie

Slide 39 - Tekstslide

Afscheidingswijze
  • Exocrien = MET afvoerbuis
  • Endocrien = ZONDER afvoerbuis
  • Endo - exocrien = MET en ZONDER afvoerbuis 

Slide 40 - Tekstslide

Exocriene klieren (met afvoerbuis)
  • Eccriene klieren
Alleen het product wordt uit-/ afgescheiden

  • Apocriene klieren 
Een deel van de cel gaat er met het product uit

Holocriene klieren:
  • De gehele cel gaat er met het product uit

Slide 41 - Tekstslide

Voorbeelden soorten exocriene klieren
Eccriene klieren:
  • Speekselklier
  • Kleine zweetklier

Apocriene klieren;
  • Grote zweetklier in de oksel
  • Melkklier
  • Oorsmeerklier

Holocriene klieren:
  • Talgklier

Slide 42 - Tekstslide

Vorm exocriene klieren
Buisvormige (tubulaire) klieren
  • Zweetklieren

Trosvormige (alveolaire) klieren
  • Talgklieren
  • Melkklieren
  • Speekselklieren

Gemengde (tubulo- alveolaire) klieren
  • Oorspeekselklier

Slide 43 - Tekstslide

Endocriene klieren (zonder afvoerbuis)
Scheiden hun product direct aan het bloed af
Hormoonklieren

Enkele voorbeelden:

  • Hypofyse
  • Schildklier

Slide 44 - Tekstslide

Endo - exocriene klieren (met en zonder afvoerbuis)
Scheiden hun product direct aan het bloed af maar hebben ook een afvoerbuis
Geslachtsklieren, klieren in de buikholte (alvleesklier)

Enkele voorbeelden:
  • Productie geslachtshormonen (endocrien)
  • Productie zaadcellen / eicellen (exocrien)

  • Productie hormonen insuline en glucagon (endocrien)
  • Productie alvleessap (exocrien)


Slide 45 - Tekstslide

Nuttige stoffen / afvalstoffen
  • Secretieklieren
  • Incretieklieren
  • Excretieklieren 

Slide 46 - Tekstslide

Epitheel met een vervoersfunctie
Trilhaarepitheel

Voorbeeld:
  • Slijmvliezen van de luchtwegen
  • Eileiders
  • Buis van Eustachius 

Slide 47 - Tekstslide

Opdracht weefsel
Succes!

Slide 48 - Tekstslide