1.1 ID

De samenleving en ik
Par. 1.1 Identiteit
Leerdoel:
- je kent & begrijpt de omschrijving van identiteit
- je weet wat een referentiekader is.
- je (her)kent 3 aspecten van identiteit

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

De samenleving en ik
Par. 1.1 Identiteit
Leerdoel:
- je kent & begrijpt de omschrijving van identiteit
- je weet wat een referentiekader is.
- je (her)kent 3 aspecten van identiteit

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Identiteit

Slide 2 - Tekstslide

Welk beeld heb jij van Miley Cyrus?

Slide 3 - Tekstslide

Miley Cyrus

Slide 4 - Woordweb

Veranderd dit jouw beeld over haar?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welk beeld wil Miley dat de wereld van haar krijgt volgens jou?

Slide 7 - Open vraag

MILEY DRAAGT EEN BEPAALT BEELD UIT OVER ZICHZELF. WAAR HEEFT DAT MEE TE MAKEN?
A
HAAR OPVOEDING
B
HAAR CULTUUR
C
HAAR IDENTITEIT
D
HAAR IDEOLOGIE

Slide 8 - Quizvraag

Identiteit = kernconcept
- Het beeld dat je van jezelf hebt,
- dat je uitdraagt naar anderen
- wat je als kenmerkend en blijvend beschouwd
- en wat is afgeleid van de groepen waar je 
wel/niet bijhoort.

Slide 9 - Tekstslide

Identiteit <--> referentiekader
Wat betekent referentiekader?
Referentiekader
Het geheel van:
kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt. 
Ook wel: sociale bril.

Slide 10 - Tekstslide

referentiekader

Slide 11 - Tekstslide

3 aspecten van identiteit
Lees p.11 'Drie aspecten van identiteit'
persoonlijke ideniteit
Het gaat hier om je zelfbeeld en datgene wat je naar anderen uitstraalt.
sociale identiteit
Mensen maken deel uit van verschillende groepen. De identiteit van een persoon past bij deze groep. Zo niet dan stapt iemand uit de groep want je persoonlijke en sociale identiteit moeten bij elkaar passen om gelukkig te zijn.
collectieve identiteit
Hierbij gaat het om het beeld dat de samenleving blijvend en kenmerkend vindt van een groep. Dus wat mensen van je verwachten heeft te maken met wat het gedrag dat ze bij jouw groep vinden horen.

Slide 12 - Tekstslide

Telefoons!
Inloggen Lessonup

Slide 13 - Tekstslide

"Iedere keer als ik in de spiegel kijk, voel ik me onzeker."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 14 - Quizvraag

"Hij wordt later vast ook een fanatiek voetballer, want dat is zijn hele familie."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 15 - Quizvraag

"Mijn vriend en ik hebben dezelfde muzieksmaak, daarom passen we zo goed bij elkaar."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 16 - Quizvraag

"Die lerares komt vast uit de Achterhoek, want je praat met een accent."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 17 - Quizvraag

"Ruim een kwart van de homoseksuelen in NL krijgt in het openbaar negatieve reacties op hun seksuele voorkeur."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 18 - Quizvraag

"Onze klas is de leukste."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 19 - Quizvraag

"Ik ben een creatief persoon."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 20 - Quizvraag

"Radicale moslims in de media beïnvloeden het beeld van alle moslims."
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 21 - Quizvraag

Evaluatie
Kernconcepten: Identiteit
Begrippen: Referentiekader, persoonlijke id, sociale id, collectieve id.

Slide 22 - Tekstslide

Noem 1 aspect van identiteit

Slide 23 - Woordweb

Noem een onderdeel van 'referentiekader'

Slide 24 - Woordweb

Na deze les is mijn begrip van het concept identiteit
A
Heel goed
B
Goed
C
Ok
D
Nog niet zo goed

Slide 25 - Quizvraag

Wat heeft identiteit te maken met selfies?

Slide 26 - Open vraag

Maken/huiswerk
Opdr. Maak opdr. 4, 6 (1-5), 7
Gebruik par. 1.1
Zie Peppels
(doorwerken/eigen tempo mag)

Slide 27 - Tekstslide

Deze les
Klassikaal: Opdracht 6. 
Waar moet je op letten bij opdrachten maken/antwoorden geven?
Zelfstandig (of in gr. van 3) afmaken opdr. 6 & 7.

Klaar? Werk verder aan HW volgende week (zie Peppels)

Slide 28 - Tekstslide

Wat heeft identiteit te maken met selfies? Gebruik een deel van de definitie in je antwoord.

Slide 29 - Open vraag

Over welke 2 vormen (aspecten) van id wordt vooral gesproken? (noem er hier 1 & leg uit waarom hij bij het artikel past)

Slide 30 - Open vraag

Wat heeft alinea 2 met veranderende referentiekaders tussen nu en 50 jaar geleden te maken?

Slide 31 - Open vraag

Welke patronen herken jij in de selfies van anderen? (Wat valt je op?)

Slide 32 - Woordweb

Hoe merk je in jouw persoonlijke omgeving dat sociale media invloed kunnen hebben op de vorming van je identiteit?

Slide 33 - Woordweb

ten slotte
Kun jij uitleggen waarom identiteit een onderdeel is van vorming?

Slide 34 - Tekstslide

jouw identiteit en onderzoek
in par. 1.2 gaan we het kernconcept en onderzoek combineren.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Tekstslide