2. Noem vier zaken die van invloed zijn op het ontstaan gendernormen en geef bij elk een voorbeeld.
3. Wat is genderneutraal opvoeden?
4. Denk je dat dat gendernormering opheft? Waarom wel/niet? Verwerk in je antwoord ook de rol van nature/genen/hormonen en de andere drie zaken genoemd
3. Leg met een voorbeeld uit hoe vooroordelen over mannen hun gedrag kunnen beïnvloeden.
4. Wat is homofobie?
5. Hoe draagt het traditionele beeld van mannelijkheid bij aan homofobie?
6. Mannen noemen elkaar onderling soms homo, bijvoorbeeld in de voetbalwereld. Vaak wordt gezegd: dat heeft geen betekenis. Waar staat het synoniem voor?