H6 schakelingen: lading en spanning en weerstand

In deze lesson-up
H6.1 twee lessen
H6.2 twee lessen, 
Dus alles tot het eind van de lesperiode volgens studiewijzer en planning
Toetsweek stof H2.1, H2.2 H2.3 en H6.1 en H6.2
met als ondersteuning:  vaardigheden 2 blz. 321, vaardigheid 3 blz. 322-323, vaardigheid 4 blz. 323-324, vaardigheid 5 blz. 325, vaardigheid 6 blz. 326, vaardigheid 7 blz. 327-328 en vaardigheid 8 blz. 329
Denk aan je PO uit te voeren en in te leveren. Vanaf sheet 12-20  informatie voor je PO
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

In deze lesson-up
H6.1 twee lessen
H6.2 twee lessen, 
Dus alles tot het eind van de lesperiode volgens studiewijzer en planning
Toetsweek stof H2.1, H2.2 H2.3 en H6.1 en H6.2
met als ondersteuning:  vaardigheden 2 blz. 321, vaardigheid 3 blz. 322-323, vaardigheid 4 blz. 323-324, vaardigheid 5 blz. 325, vaardigheid 6 blz. 326, vaardigheid 7 blz. 327-328 en vaardigheid 8 blz. 329
Denk aan je PO uit te voeren en in te leveren. Vanaf sheet 12-20  informatie voor je PO

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Statisch of elektrisch geladen?
Hebben jullie ooit tijdens heel koud weer je haar gekamd? Dan heb je dit vast wel eens gezien? Statisch geladen haren.


Slide 3 - Tekstslide

H6.1 blz. 234 Lading en spanning
H6.2 blz. 240 Weerstand

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is positieve lading en negatieve lading?
A
Plus en min lading
B
gele en blauwe deeltjes
C
Te veel elektronen is negatief geladen, te weinig elektronen positief geladen
D
Heb de video niet goed bekeken

Slide 6 - Quizvraag

Atoom
Positief geladen deeltjes in de kern = proton
Neutrale deeltjes in de kern = neutron
Elektronen draaiend om de kern negatief geladen.
Alle deeltjes samen  een neutraal atoom

Slide 7 - Tekstslide

Lading en stroomsterkte 
De grootheid lading Q in de eenheid coulomb C
1 lading van 1 coulomb  
is de lading van 6,25 . 10 18   elektronen, de lading van de elektron is dus ontzettend klein

Slide 8 - Tekstslide

Een stroom van 1 A = 1 Coulomb per seconde
Hoeveel elektronen stromen per seconde bij een stroomsterkte van 1 mA? (opgave 9 a)

Slide 9 - Open vraag

Huiswerk maken, nakijken en verbeteren, vragen stellen via teams-tijdens de les of via chat.



Maken: 2, 5, 6 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende lesweek:


Maken 8 en 9 

Slide 11 - Tekstslide

H6.2 blz. 240 Weerstand

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je over de grootheid Weerstand R in Ohm
A
De mate waarin de stroomdeeltjes in een draad worden tegengehouden of doorgelaten
B
De mate waarin de elektronen stroom in een draad worden tegengehouden of doorgelaten

Slide 13 - Quizvraag

Elektronen: negatief geladen deeltjes in een weerstand, denk aan elektronenstroom en de "normale" stroomrichting (dachten ze eerst)
Elektronen willen graag naar de positieve kant.

Slide 14 - Tekstslide

De formule van de wet van Ohm

Slide 15 - Tekstslide

De elektrotechnische symbolen

Slide 16 - Tekstslide

Schakelschema: 3 lampen, stroom I loopt door, spanning U meet je oVer en een spanningsbron

Slide 17 - Tekstslide

Stroomsterkte I in Ampère A 
Spanning U in Volt V
R = U / I

Slide 18 - Tekstslide

Wet van Ohm (PO periode 3)
Uitvoeren volgens voorschrift, je hebt de vaardigheidsoefening al uitgevoerd en ingeleverd via teams.
Lees en stel vragen bij onduidelijkheden-teams-chat. 
Constantaan is een metaal waarbij de spanning en de stroomsterkte recht evenredig zijn (figuur 14 blz. 241)
= Wet van Ohm
Een weerstand waarbij de spanning en stroomsterkte gelijk oploopt noemen ze een ohmse weerstand

Slide 19 - Tekstslide

Wet van Ohm (PO periode 3)
Geldt de wet van Ohm bij een gloeilampje? Nee!
Onder invloed van temperatuur, wordt het draadje in de gloeilamp elke keer warm, bij het aangaan en koud bij het uitschakelen, daardoor wordt de gloeidraad elke keer verwarmt en afgekoeld en kan dan stuk gaan; de spanning en stroomsterkte zijn NIET recht evenredig. 
Weerstand neemt toe door de stijging van de temperatuur in de gloeidraad.  

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk: 
Weerstand

De weerstand bepalen
De wet van Ohm
Weerstand en temperatuur
Maken: 12, 14, 19, 20 en 22 



Slide 21 - Tekstslide

Soortelijke weerstand
Elke draad heeft een andere soortelijke weerstand, dat betekent hoe moeilijk of hoe makkelijk de elektronen door de draad kunnen.
Deze gegevens krijg je!
Kijk goed naar de eenheid.

Slide 22 - Tekstslide

We willen voor deze vraag de A berekenen.
Hoe zet je de formule

om zodat je A kan berekenen?
A
A=ρlR
B
A=(ρl)R
C
A=R(ρl)
D
A=ρ(lR)

Slide 23 - Quizvraag

Bijzondere componenten (of onderdelen)

NTC
Gevoelig voor temperatuur.
Als de temperatuur stijgt daalt de weerstand (leren)

(temperatuurvoeler als schakelonderdeel in een koelkast-schakeling)

Slide 24 - Tekstslide

Bijzondere componenten (of onderdelen)

PTC Gevoelig voor temperatuur.
Als de temperatuur stijgt, stijgt de weerstand (leren)
(temperatuurvoeler als schakelonderdeel in een digitale thermometer)

Slide 25 - Tekstslide

Bijzondere componenten (of onderdelen)

LDR Gevoelig voor licht.
Als de hoeveelheid licht op de LDR groot is, daalt zijn weerstand. 
(lichtvoeler als schakelonderdeel in een automatische buitenlampschakeling)

Slide 26 - Tekstslide

Bijzondere componenten (of onderdelen)

Variabele weerstanden
Lange opgerolde draad, stroom loopt door een deel van de draad, zie schakeling 

Slide 27 - Tekstslide

Schuifweerstand, waarde van de weerstand verandert door te schuiven 

Slide 28 - Tekstslide

Draaiweerstand

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Soortelijke weerstand

Bijzondere componenten
Maken: 15,16, 17 
EN inleveren practicum met verslaglegging volgens ELO magister openstaande opdracht. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide