Havo 4 Paragraaf 4.2

Vandaag
Uitleg paragraaf 4.2
(Samen) aan de slag
Afsluiting
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Uitleg paragraaf 4.2
(Samen) aan de slag
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan de molaire massa van een stof uitrekenen.
Je weet wat de chemische hoeveelheid is.
Je kan rekenen met de chemische hoeveelheid.

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen
Wat hebben de volgende massa's met elkaar gemeen:

55,85 gram ijzer
18,015 gram water
180,16 gram glucose
46,069 gram ethanol

Slide 3 - Tekstslide

Gegeven massa's


55,85 gram ijzer
18,015 gram water
180,16 gram glucose
46,069 gram ethanol
Molecuulmassa's van de stoffen

ijzer: 55,85 u
water: 18,015 u
glucose: 180,16 u
ethanol: 46,069 u

Slide 4 - Tekstslide

Chemische hoeveelheid
De hoeveelheid moleculen in 1 gram van een stof is gigantisch.
Daarom: de chemische hoeveelheid, eenheid: mol
De chemische hoeveelheid is zo gekozen, dat:

De massa van 1 deeltje (atoom/molecuul/verhouding) in u
is gelijk aan
de massa van 1 mol deeltjes in gram

Slide 5 - Tekstslide

Chemische hoeveelheid
Grootheid:
Chemische hoeveelheid (symbool: n)

Eenheid:
Mol (symbool: mol)

Slide 6 - Tekstslide

Rekenen
We gaan rekenen met de mol.

Als 1 mol water 18,015 gram weegt, 
hoeveel weegt 2 mol water dan?

En hoeveel mol is 180,15 gram water?

Slide 7 - Tekstslide

Molaire massa
De molaire massa (symbool: M) is de grootheid die je gebruikt om massa (gram) en hoeveelheid (mol) in elkaar om te rekenen.

De massa van 1 mol water is 18,015 gram.
Anders gezegd:
M(H2O) = 18,015 gram/mol

Slide 8 - Tekstslide

Tabel 98/99
In Binas tabel 98 en 99 kan je de atoommassa's en molecuulmassa's van stoffen vinden.

Deze getallen geven dus ook de molaire massa van stoffen aan.

Slide 9 - Tekstslide

Rekenschema
55,85 gram ijzer
18,015 gram water
180,16 gram glucose
46,069 gram ethanol

Slide 10 - Tekstslide

(Samen) aan de slag
Doe mee met de opgaven op het bord 

of

Maak de opgaven 18 t/m 28


Slide 11 - Tekstslide

Samen aan de slag
De molaire massa van methaan = 

2,5 mol methaan weegt dan: 

67 gram methaan is dan: 
4x 1,008 gram
1x 12,01 gram
= 16,04 gram
16,04 * 2,5 = 40,10 gram
67 gram / 16,04 g mol-1 = 4,177 = 4,2 mol

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel weegt:

3,38 mol water

19 mol glucose

0,45 mol koper
Hoeveel mol zit in:

200 gram goud

5,20 gram natriumchloride

0,69 kilogram platina

Slide 13 - Tekstslide