herhalen bs 5.1. - 5.4.

Wat gaan we doen?
  • Herhalen bs 5.1. t/m 5.4.
  • Zelfstandig werken / oefenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Herhalen bs 5.1. t/m 5.4.
  • Zelfstandig werken / oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
  • je controleert wat je weet van bs 5.1 t/m 5.4
  • je oefent door herhaalde inoefening met het toepassen van de leerstof 

Slide 2 - Tekstslide

Het zenuwstelsel bestaat uit...
timer
1:30

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Welk begrip moet er bij nr 1
worden ingevuld?

Slide 5 - Open vraag

Welk zenuwcel moet er bij nr 4 worden ingevuld?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Twee leerlingen doen elk een bewering over schade aan delen van het zintuigenstelsel en het zenuwstelsel.
Roya zegt: 'Door schade aan een zintuig kunnen door dit zintuig geen impulsen meer worden voortgeleid.'
Emily zegt: 'Door schade aan een zenuw kan verlamming van bepaalde lichaamsdelen ontstaan.' Wie van de leerlingen heeft gelijk?
A
Alleen Emily heeft gelijk
B
Alleen Roya heeft gelijk
C
Beide leerlingen hebben gelijk
D
Geen van beide leerlingen heeft gelijk

Slide 8 - Quizvraag

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 9 - Quizvraag

Welke zenuwcellen hebben één lange uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleidt?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Een gorillamannetje ligt te luieren, terwijl een gorillavrouwtje op zijn teen gaat staan. Het mannetje wordt boos en gaat borstroffelen.

Welk type zenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg van het mannetje zodra het gorillavrouwtje op zijn teen gaat staan?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 12 - Quizvraag

De afbeelding geeft een lengtedoorsnede van een sprinkhaan weer. In de afbeelding is onder andere een deel van het zenuwstelsel getekend.
Een sprinkhaan kan reageren op prikkels uit de omgeving. Wanneer hij bijvoorbeeld beweging voelt, kan hij wegspringen.

Uit welke delen zal het zenuwstelsel van een sprinkhaan in elk geval bestaan?
A
alleen uit hersenen
B
hersenen, zenuwen en zintuigen
C
alleen uit zenuwen en zintuigen
D
hersenen, ruggenmerg, zintuigen en zenuwen

Slide 13 - Quizvraag

Welk type zenuwcel bevind zich bij nummer 2?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
D
alle drie de typen zenuwcellen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de functie van de
kleine hersenen?
timer
1:30

Slide 16 - Open vraag

Je beweegt bewust je voet.

In welke volgorde worden impulsen hierbij door de verschillende delen van het zenuwstelsel voortgeleid? 
1
2
3
4
hersenstam
zenuwen
ruggenmerg
grote hersenen

Slide 17 - Sleepvraag

In het verslag van een voetbalwedstrijd is te lezen hoe Van Persie met een prachtige zweefduik een doelpunt scoort. In een fractie van een seconde bepaalt hij de positie van de bal en zijn tegenstanders, en kopt onmiddellijk. De bal komt precies op de bedoelde plaats terecht: tussen de doelpalen, langs de keeper van de tegenstander en in het net.

In welk deel van het zenuwstelsel vinden de processen plaats waardoor Van Persie zich van zijn tegenstanders bewust wordt?
A
in de witte stof van de grote hersenen
B
in de grijze stof van de grote hersenen
C
in de witte stof van de kleine hersenen
D
in de grijze stof van de kleine hersenen

Slide 18 - Quizvraag

bewust
bewust
bewust
bewust
onbewust
onbewust
bewust:
  • grote hersenen
onbewust:
  • kleine hersenen
  • hersenstam

Slide 19 - Tekstslide

HUISWERK
dinsdag 7 juni 
  • Maak in het online boek de test jezelf van 5.1. t/m 5.4.
  • ga naar It's learning bij mededelingen staan een aantal linkjes naar biologie pagina waar je kunt oefenen met automatiseren van begrippen

Slide 20 - Tekstslide