Examen idioom H5 Thèmes 1 et 2

Examen idioom H5

Thèmes 1 et 2

Les relations

Les habitudes et les sentiments
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransWOStudiejaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examen idioom H5

Thèmes 1 et 2

Les relations

Les habitudes et les sentiments

Slide 1 - Tekstslide

Traduisez : l'ambiance
A
de ruzie
B
de sfeer
C
de gebeurtenis
D
het gedrag

Slide 2 - Quizvraag

"Elle déteste les disputes."
Détester betekent...
A
omgaan met
B
wijden aan
C
een hekel hebben aan
D
in de steek laten

Slide 3 - Quizvraag

Hoe vertaal je het werkwoord: fréquenter

Slide 4 - Open vraag

Fréquenter: omgaan met

Slide 5 - Tekstslide

Le prof soutient toujours ses élèves.
Wat betekent SOUTIENT ?
A
steunt
B
beschermt
C
deelt
D
mist

Slide 6 - Quizvraag

Le verbe AGIR signifie...
A
beschouwen
B
verzamelen
C
handelen
D
verhinderen

Slide 7 - Quizvraag

Remplissez la phrase :
"Il fait un gros ... pour travailler."
A
force
B
effort
C
haine
D
besoin

Slide 8 - Quizvraag

Quel est le synonyme de FINIR ?
A
utiliser
B
posséder
C
perturber
D
terminer

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal:
"Il a toujours besoin d'argent."

Slide 10 - Open vraag

Il a toujours besoin d'argent.

Hij heeft altijd geld nodig.

Slide 11 - Tekstslide

"Son attitude est très positive."
Que signifie ATTITUDE ?
A
moed
B
angst
C
houding
D
behoefte

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal:
"Il va porter plainte contre ses voisins."

Slide 13 - Open vraag

Il va PORTER PLAINTE contre ses voisins.

Hij gaat KLACHT INDIENEN tegen zijn buren.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent: RASSURER
A
geruststellen
B
vertegenwoordigen
C
steunen
D
tonen

Slide 15 - Quizvraag

La convivialité betekent...
A
de woede
B
de behoefte
C
de routine
D
de gezelligheid

Slide 16 - Quizvraag

Remplissez la phrase :
Le comportement de cet élève est [...] .
A
désir
B
émotion
C
exemplaire
D
condition

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal de zin:
Paul a trente ans et il est toujours célibataire.

Slide 18 - Open vraag

Paul a trente ans et il est toujours célibataire.

Paul is dertig en hij is nog steeds vrijgezel/alleenstaand.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide