29032023 HAVO4 Herhaling zenuwstelsel

Herhaling Thema 5 (Regeling)
  • BS3: Het zenuwstelsel
  • BS4: Reflexen
  • BS5: Neurale regulatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Thema 5 (Regeling)
  • BS3: Het zenuwstelsel
  • BS4: Reflexen
  • BS5: Neurale regulatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt hier aangewezen met nummer 5? Wat is de functie hiervan?
1/13

Slide 2 - Open vraag

Zet de stappen van een reflex in de juiste volgorde:
1

2

3

4

5
2/13
Een motorische zenuwcel
Een schakelcel
Een sensorische zenuwcel
Een spier
Een huidcel

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe heet de plek waar signalen worden doorgegeven tussen zenuwcellen (4)
3/13

Slide 4 - Open vraag

Verloopt de reflexboog van een reflex via de hersenstam, het ruggenmerg of de grote hersenen?
4/13
A
Via de hersenstam
B
Via het ruggenmerg
C
Via de grote hersenen

Slide 5 - Quizvraag

Welk onderdeel van het centraal zenuwstelsel zie je hier?
5/13

Slide 6 - Open vraag

Loopt een zenuw op manier 1 of manier 2?
6/13
A
Manier 1
B
Manier 2

Slide 7 - Quizvraag

Plaats de gebeurtenissen bij het juiste zenuwstelsel:
Orthosympatisch
Parasympatisch
7/13
Verhoogt de hartslagfrequentie 
Verlaagt de ademfrequentie 
Stimuleert de afgifte van  adrenaline 
Zorgt voor grotere productie van spijsverteringssappen 

Slide 8 - Sleepvraag

Welke deel van een neuron geleidt impulsen van het cellichaam af?

8/13
A
Het celmembraan
B
Een dendriet
C
Een axon
D
Een schakelcel

Slide 9 - Quizvraag

Is een reflex een bewuste of een onbewuste reactie? Leg uit.
9/13

Slide 10 - Open vraag

Iemand schrijft een brief.
Is op dat moment het animale zenuwstelsel actief? En het autonome zenuwstelsel?
10/13
A
Alleen het autonome zenuwstelsel
B
Zowel het animale als het autonome zenuwstelsel
C
Alleen het animale zenuwstelsel
D
Geen van beide zenuwstelsels

Slide 11 - Quizvraag

Als je een geluid waarneemt, komt dat omdat er in een bepaald deel van de hersenen impulsen aankomen.
In welk deel van de hersenen is dat?
11/13
A
De hersenstam
B
De grote hersenen
C
De kleine hersenen
D
Het ruggenmerg

Slide 12 - Quizvraag

In welke situatie worden impulsen sneller doorgegeven? Waarom?
12/13

Slide 13 - Open vraag

Iemand raakt met een arm een heet voorwerp aan en schreeuwt: "Au!".
Via welke typen neuronen zijn dan impulsen geleid?
13/13
A
Alleen via sensorische en via motorische neuronen
B
Alleen via sensorische neuronen
C
Alleen via motorische neuronen
D
Via sensorische, via motorische en via schakelneuronen

Slide 14 - Quizvraag

Hoe bevalt het herhalen op deze manier?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Aan de slag!
Maak: Examentrainer van Thema 5 (Regeling)

Klaar? Ga verder met het huiswerk
(Thema 6: 1-4, 7-21, 23-28, 30-37, 39-49 en 51-57)


 


Slide 16 - Tekstslide