les 3: hoog water (4.2)

Hoog water
(4.2)

- waardoor?

- betrokken begrippen
*regiem
*debiet
*piekafvoer
*vertragingstijd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoog water
(4.2)

- waardoor?

- betrokken begrippen
*regiem
*debiet
*piekafvoer
*vertragingstijd

Slide 1 - Tekstslide

Het debiet 
De hoeveelheid water dat op 1 moment op 1 plek door de rivier stroomt, 
in m3/s (kubieke meter per seconde)
Afhankelijk van:
– Neerslag
– Verdamping
– Sponswerking bodem
– Verbruik

Slide 2 - Tekstslide

Het regiem
De hoeveelheid water dat per maand op 1 plek door een rivier stroomt (gemiddeld).

Slide 3 - Tekstslide

Het debiet en regiem van de Rijn
Basel
Lobith

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het het hele jaar door het debiet bij Basel lager dan bij Lobith? Beantwoord met een oorzaak-gevolg relatie. Gebruik de kaart.
Basel
Lobith
oorzaak: ....
gevolg: ....
(en dus stroomt er het hele jaar door meer water door de rivier).

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het het hele jaar door het debiet bij Basel lager dan bij Lobith? Beantwoord met een oorzaak-gevolg relatie. Gebruik de kaart.
Basel
Lobith
oorzaakLobith ligt benedenstrooms, 
gevolg: dus zijn er al meer zijrivieren die water toevoegen aan de rivier 
(en dus stroomt er het hele jaar meer water door de rivier).

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het regiem van de Maas wisselvalliger dan het regiem van de Rijn?
Gebruik een oorzaak-gevolg relatie.
oorzaak:
gevolg:
(waardoor het regiem van de Maas wisselvalliger is dan dat van de Rijn)

Slide 7 - Tekstslide

Waarom is het regiem van de Maas wisselvalliger dan het regiem van de Rijn?
Gebruik een oorzaak-gevolg relatie.
oorzaak: De Maas is een regenrivier en de Rijn een gemengde rivier
gevolg: Waardoor de Maas in de zomer niet gevoed wordt door smeltwater en de Rijn wel.
(Dus is het regiem van de Maas wisselvalliger is dan dat van de Rijn)

Slide 8 - Tekstslide

Piekafvoer
De maximale afvoer van een rivier tijdens perioden met veel neerslag en/of smeltwater.



De mens kan een verhoogde piekafvoer veroorzaken.

Slide 9 - Tekstslide

Verhoogde piekafvoer
als vertragingstijd afneemt.
- ontbossing
- verstening
- recht trekken rivier

Slide 10 - Tekstslide

Anders om dus ook.
Vertragingstijd vergroten zorgt voor 
minder hoge piekafvoer.
- bomen planten
- minder steen/tegels/asfalt
- rivier laten meanderen (bochten)

Slide 11 - Tekstslide

Check je kennis!
Pak je laptop en log in in lesson up

Slide 12 - Tekstslide

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Stroomstelsel
Stroomgebied van de Maas

Slide 13 - Sleepvraag

Waar is de vertragingstijd het kortst?
(en de kans op een verhoogde piekafvoer het hoogst)
A
helling met bos en rivier met bochten.
B
vlak met bos en rivier met bochten
C
helling zonder bos en rivier met bochten
D
helling zonder bos en rivier zonder bochten

Slide 14 - Quizvraag

Welk begrip past er bij de hoeveelheid water er op 1 moment op 1 plek door een rivier stroomt.

Slide 15 - Open vraag

Wat kan je thuis doen om de vertragingstijd naar de Neder-Rijn te vergroten?

Slide 16 - Open vraag

Beschrijf en verklaar het verschil in regiem van de Maas en de Rijn.
Gebruik een oorzaak-gevolg relatie.

beschrijf: de Maas heeft een gelijkmatiger/wisselvalliger regiem dan de Rijn
oorzaak: ....
gevolg:...
(waardoor de Maas een gelijkmaterig/wisselvalliger regiem heeft dan de Rijn)

Slide 17 - Open vraag

Wat gebeurt er met de kans op een piekafvoer in NL als Oostenrijk meer skipistes gaat aanleggen?
A
neemt toe
B
neemt af
C
blijft gelijk
D
geen idee

Slide 18 - Quizvraag

werk aan de lesson up(s)

Slide 19 - Tekstslide

Tekenopdracht rivier profielen
Gebruik de info uit je lesboek: paragraaf 4.2
Werk in tweetallen (of alleen)
Leerling A - Stap 1
- tekent het lengteprofiel van een rivier.
- lees goed op het werkblad wat je precies moet intekenen.

Leerling B - Stap 1
- tekent een dwarsprofiel van een bedijkte rivier in NL
- lees goed op het werkblad wat je precies moet intekenen.
Stap 2 - wissel van werk
Leerling A - Stap 3
- Schrijft de begrippen die onderaan het werkblad staan op de juiste plek van het dwarsprofiel.
Leerling B - Stap 3
- Schrijft de begrippen die onderaan het werkblad  staan op de juiste plek van het lengteprofiel.

Slide 20 - Tekstslide