MO H4 les 3

Markt en overheid
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Markt en overheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
-Actualiteit (de vakbond)
-Uitleg: Samenwerken voor collectieve zaken
  • Zelfbinding, normbesef, collectieve dwang
-Opdrachten maken
-Bespreken opdracht 4.19


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  •     analyseren welke rol collectieve dwang en zelfbinding spelen bij het collectieve overleg over arbeidsvoorwaarden tussen (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers.
  •     het meeliftersgedrag van niet-vakbondsleden uitleggen.
  •     uitleggen dat zelfbinding belangrijk is bij onderhandelingen.
  • het onderscheid kunnen maken tussen individuele, collectieve en quasi-collectieve  goederen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les: De vakbond

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken voor collectieve zaken
Samenwerking door bedrijven voor collectieve zaken is niet vanzelfsprekend. 

Op basis van te verwachten omzet/winst kiezen werknemers vaak voor hun individuele belang en niet voor het collectieve belang; ze liften liever mee op de inspanning van anderen. 

Hoe meer voor deze strategie van meeliften wordt gekozen, hoe minder er collectief tot stand komt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Samenwerking kan op 3 manieren tot stand komen:

> Zelfbinding
> Normbesef
> Collectieve dwang


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


> Zelfbinding

Bij zelfbinding bindt een partij zich vrijwillig aan een bepaalde keuze om de strategie van de tegenspeler te beinvloeden (denk aan het aankondingen van een staking).
  • Bekijk tabel, is er een dominante strategie?
  • Gaat zelfbinding hier resultaat opleveren?

Slide 7 - Tekstslide

De opstelling van de werkgever hangt af van de opstelling van de vakbond

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


> Normbesef

Het kan ook zijn dat samenwerken de norm is. Dit is vooral het geval in kleine(re) gemeenschappen. Je lift eenvoudigweg niet mee.




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


> Collectieve dwang

Door middel van contracten wordt samenwerking afgedwongen.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken: Opdracht 4.14 t/m 4.21
Hoe? In stilte, 10 minuten

10 minuten voor einde les bespreken we opgave 4.19
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Type goederen
Goederen kunnen worden ingedeeld op basis van twee criteria:
  1. Wel of niet Uitsluitbaar:
    Appels kun je wel verkopen aan een individu, straatverlichting niet.
  2. Wel of niet rivaliserend:
    Als ik een appel opeet kun jij die niet meer opeten. Als ik gebruik maak van een lantaarnpaal kun jij dat ook nog.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individuele goederen
Deze goederen zijn verhandelbaar via de markt, er is een prijs voor vast te stellen. Je kunt het alleen krijgen als je er voor betaalt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type goederen
  1. Individuele goederen:
    Uitsluitsbaar & rivaliserend
  2. Collectieve goederen:
    Niet uitsluitbaar & niet rivaliserend
  3. Quasi collectieve goederen:
    Hebben 1 van beide kenmerken of individuele goederen die toch door de collectieve sector worden aangeboden 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
Dit zijn goederen die door de overheid geleverd worden en voor iedereen beschikbaar zijn.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom collectieve goederen?
  • algemeen belang (bijv. veiligheid)
  • kwaliteit bewaken (bijv. rechtspraak)
  • betaalbaar houden (bijv. onderwijs)
  • niet individueel te leveren en te betalen                 (bijv. politie)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen zijn niet rivaliserend
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van semi-collectieve goederen?
A
onderwijs - ziekenhuis
B
huisarts - rechtspraak
C
brandweer - straatverlichting
D
snelweg - electriciteit

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is winter. Het heeft gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:
A
Individueel goed
B
Quasi-collectief goed
C
Collectief goed
D
Niet-collectief goed

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een collectief goed is:
A
Autosnelweg
B
Bibliotheek
C
Concert
D
Dijk

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie worden collectieve goederen geleverd?
A
bedrijven
B
particulieren
C
overheid
D
buitenland

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies