Hst 13 Bondig formuleren

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
Korte uitleg bondig formuleren (hst 13)

Oefenen met hst 13 in lessonup (je huiswerk kun je zelf nakijken via Teams) 

Aan de slag met je huiswerk. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 
Je leert hoe je bondig formuleert door woorden weloverwogen te schrappen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bondig formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
5. Tautologie & pleonasme vermijden



6 & 16 - zo min mogelijk bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden


7. Zo min mogelijk hulpwerkwoorden

Het was gratis en voor niets -> het was gratis / het koste niks + ronde cirkel


De oude, grijze, vriendelijke vrouw had heel veel moeite met de hevige storm -> De oude vrouw had moeite met de storm

Als je een abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen besparen -> Als je een abonnement neemt, bespaar je veel geld 


Het mag wel, maar leest =>  niet lekker

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pleonasme
'pleonasmos' (Grieks)
= overschot/teveel

Kan stijlfiguur zijn, maar is meestal een stijlfout 
  • Voorbeeld pleonasme als stijlfiguur: 'bloeiende bloesems' 
  • Voorbeeld pleonasme als stijlfout: 'van tevoren reserveren'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 pleonasme 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer pleonasmen...
  • houten boomstam
  • ronde cirkel
  • welke pleonasmen ken jij? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tautologie

Bij een tautologie wordt eenzelfde begrip in andere bewoordingen herhaald.
Oftewel: de hele betekenis wordt herhaald. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tautologie
bewust als stijlfiguur
vaste combinatie (bijvoorbeeld in gedichten of liedteksten)


De hekken stonden schots en scheef nadat de storm was gaan liggen. 
Tautologie
stijlfouten

Natuurlijk hebben wij daar vanzelfsprekend van genoten. 

Voordat je de vraag beantwoordt, moet je eerst goed nadenken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van geaccepteerde tautologieën

never nooit (niet)
pracht en praal
vast en zeker
één en hetzelfde
leugen en bedrog

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foutieve tautologie
Als je een tautologie onbewust of verkeerd gebruikt, is er sprake van een 'foutieve tautologie'.
Bijvoorbeeld:
'Misschien dat ze wellicht nog even bellen.'
'Die sieraden zijn identiek en hetzelfde als echt gouden sieraden'
'Zet jij de vuile en smerige schoenen buiten.'

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tautologie: wat is hier dubbelop?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met vraag 6 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak eens korter (met minder hulpwerkwoorden):
Hij zou dat best kunnen willen doen, maar dan moet hij wel aanbieden te kunnen helpen.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak eens korter (met minder bijvoeglijke naamwoorden):
Die lieve goede beste Sint, die oude goedheiligman, die weer naar dat verre, warme Spanje is vertrokken?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier een tautologie?
A
Ik snoep meestal in de nacht
B
Ik drink nooit tijdens het rijden
C
Ik eet enkel en alleen friet
D
Ik slaap meer dan acht uur

Slide 16 - Quizvraag

Jullie
Tautologie?
A
blij en verheugd
B
heden en verleden
C
groen gras
D
uren op jou te wachten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een pleonasme
A
de blauwe bloem
B
het groene gras
C
de rode hoed
D
de zwarte vogel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier een pleonasme?
A
gele kanariepiet
B
mooi boek
C
natte tranen
D
prima start

Slide 19 - Quizvraag

Jullie
Waar staat geen pleonasme?
A
Het vliegtuig daalde langzaam omlaag.
B
€400,- is mijn uiterste limiet.
C
Men moet verplicht zijn een autogordel te dragen.
D
Maar dat is echter niet waar.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste zin van stap 1 is in zijn geheel overbodig. In de ingrediënten lijst staat al dat de ui gesnipperd en de knoflook fijngehakt moet zijn. Hier is sprake van herhaling.
In de tweede zin van stap 2 staat een tautologie: ‘zachtjes’ en ‘op niet te hoog vuur’. Een van beide kan weg.
Stap 2 is in zijn geheel overbodig. Niemand zal de tomatenpuree er met blikje en al in doen.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


In stap 3: ‘je zult willen voorkomen …’ Hier zie je overbodig gebruik van hulpwerkwoorden.
Ook in stap 3: ‘Daarom is het idee dat …’ Dit is een overbodig lange uitdrukking.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stap 4: ‘laat de tomatenblokjes uit de blikjes in de pan glijden’ is onnodig lang.
Stap 5: ‘Breng tot 100 graden aan de kook’ is een tautologie. ‘Tot 100 graden’ of ‘aan de kook’ kan achterwege gelaten worden.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stap 5: ‘goed lang (denk toch minstens 30 minuten)’ is het gebruik van onnodige bijwoorden en uitdrukkingen.
Stap 6: De eerste zin is een pleonasme. Pureren doe je (bijna altijd) met een staafmixer.
Stap 6: De laatste zin bevat een tautologie. ‘Als je wilt’ en ‘indien gewenst’ betekenen hetzelfde. Een van de twee kan achterwege gelaten worden.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stap 7 bevat een tautologie: ‘serveren’ en ‘opdienen’ betekenen hetzelfde.
Stap 7 bevat onnodige bijvoeglijke naamwoorden: ‘favoriete, vrolijke soepkommen’.



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp?
Theorie-boek
Aantekeningen
Docent

Klaar?
Lees hst 14 alvast door 
Opdracht 
Maak de opdrachten H13
Opdracht 8  


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijl

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

begrijpelijk             duidelijk                                              nauwkeurig            precies


               understandable



                         bondig            verkort                                     aantrekkelijk           pakkend

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrijpelijk formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
1. Zinslengte aanpassen

10. Kern bij elkaar & geen tangconstructie










13. Actieve vorm 


15. Naamwoordstijl vermijden


17. Geen lastige/lange woorden


10-15 woorden

Niet: om te voorkomen dat mensen zich somber voelen, krijgen ze lichttherapie
Maar: Mensen krijgen lichttherapie om...

Sommige mensen durven een jurk
nadat ze die hebben gedragen naar een leuk feestje, niet terug te sturen, nadat ze die...


De kok bakt brood (het brood wordt gebakken door de kok)

Niet: Het duiken naar oesters is lastig. Maar: Duiken naar oesters is lastig.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nauwkeurig formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
2. Geen lege woorden/beperking




8. Geen homoniemen zonder context

9. Juiste verwijzing 




11. Komma op de juiste plek


12. Vragen van de lezer beantwoorden


Ik heb heel vaak gewonnen
ik heb drie keer gewonnen
Over het algemeen ben ik blij op school

Er staat een bank op de hoek


De kok vertelde de ober dat hij ontslagen was, omdat hij (de kok) steeds te laat kwam opdagen.


Schiet op jongens!
Schiet op, jongens!

Wie/wat/waar/waarom/wanneer/hoe?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bondig formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
5. Tautologie & pleonasme vermijden



6 & 16 - zo min mogelijk bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden


7. Zo min mogelijk hulpwerkwoorden

Het was gratis en voor niets -> het was gratis / het koste niks + ronde cirkel


De oude, grijze, vriendelijke vrouw had heel veel moeite met de storm -> De oude vrouw had moeite met de storm

Als je een abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen besparen -> Als je een abonnement neemt, bespaar je veel geld 


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantrekkelijk formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
3. Creatieve woordkeuze



4. Neologisme/archaïsmen zo min mogelijk gebruiken

14. Beeldspraak/stijlfiguren






18. Persoonlijk taalgebruik
Synoniemen, beeldspraak, metaforen


thans/tiktokken


Maak gebruik van voorbeelden/vergelijkingen
/stijlfiguren
Bij ons op school smaakt koffie als rioolwater - Het duurde een eeuw voordat ze er was 

Schrijf vanuit jezelf 


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checkvragen
Begrijpelijk = hand omhoog 

Bondig = wijsvinger in de lucht 

Nauwkeurig = duim in de lucht 

Aantrekkelijk = twee handen in de lucht 



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies