Tweede helft middeleeuwenSprake van opbloei van steden, samenhangend met de heropleving van de handel, ambachten en een geldeconomie.
Feodale stelsel maakt plaatst voor staten, met meer organisatie volgens Romeinse principes.
Koningen worden minder afhankelijk van de adel en zetten een sterke centralisatie op. Daardoor gaan vorsten botsen met de kerk.