H4 feiten, meningen en argumenten (introductie)

WELKOM

bij Nederlands
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM

bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Periode C
Leesvaardigheid H4, 5 en 6 
toets: ma 23 juni 






Schrijf dit meteen in je daltonplanagenda! 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitleg periode D
  • Feit of mening?
  • Opdrachtje

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg periode 
Volgende toets:

Lezen H4: feiten, meningen en argumenten
Lezen H5: betrouwbaarheid
Lezen H6: tekst en publiek 




Slide 4 - Tekstslide

Je hebt feiten en meningen.
A
Een feit is controleerbaar.
B
Een feit is niet controleerbaar.
C
Een feit is iets wat de meeste mensen geloven.

Slide 5 - Quizvraag

Feit of mening?

"Het is al laat."
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quizvraag

Feit en mening,
wat is waar?
A
Een mening kun je altijd bewijzen.
B
Een feit kan worden gecontroleerd.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft, is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Slide 7 - Quizvraag

Feit of mening?

"Zijn haar is lang."
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quizvraag

Feit of mening?

'Het is nu september.'
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quizvraag

Feit of mening?
'Dit is een zin.'
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quizvraag

Belgische judoka vindt Olympische medailles terug 

Slide 11 - Tekstslide

Feit of mening?
  • Lees in tweetallen het krantenartikel.
  • Markeer de feiten met blauw. 
  • Markeer de meningen met geel. 
  • Wat valt je op? 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Is deze stelling waar of niet waar?
"Feiten zijn altijd waar."


  • Niet waar. Ze moeten controleerbaar zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag
Leren: het verschil tussen feiten en meningen.

Maken: H4: feiten, meningen en argumenten.

Daarna: checken wat je nog weet. 



Nog niet af? Zet de opdrachten in je daltonplanagenda bij vrijdag. 
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Feit, mening?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quizvraag

Feit, mening?

Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quizvraag


Feit, mening
of argument?


A
feit
B
mening
C
argument

Slide 17 - Quizvraag

In deze bron staan
feiten/meningen
A
feiten
B
meningen

Slide 18 - Quizvraag