Examen schrijven 3F

Examenteksten schrijven
Korte berichten
Zakelijke brieven
Artikelen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examenteksten schrijven
Korte berichten
Zakelijke brieven
Artikelen

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Duidelijkheid geven over het examen schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Examenduur: 60 minuten
Let op:
  • Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
  • Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie
  • Samenhang, verbindingswoorden
  • Doel + afstemming op publiek,
  • Woordgebruik,
  • Leesbaarheid

Slide 3 - Tekstslide

Beoordeling van het examen schrijven
  • Is de tekst leesbaar en adequaat? Minimum aantal woorden?
  • Inhoud
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid

Slide 4 - Tekstslide

Hoe? 
  1. Lees de opdracht goed door en voer de opdracht precies uit.
  2. Iedere zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  3. Spaties na de komma en na de punt.
  4. Een brief krijgt een aanhef, een artikel een titel. 
  5. Na een titel of deeltitels/tussenkopjes krijg je geen  punt.

Slide 5 - Tekstslide

Welke teksten kun je verwachten?

Slide 6 - Woordweb

Wat voor soort teksten? 
  • artikelen/verslag/samenvattingen
  • brief/mail 
  • formulieren/ aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Artikel/verslag

Slide 8 - Tekstslide

Artikelen/verslag
  • Elk artikel/verslag bestaat uit: inleiding, kern, slot. (Bij een verslag geef je antwoord op de 5 w's + een hoe, je schrijft het in chronologische volgorde)
  • Tijdens het schrijfexamen heb je geen toegang tot internet. Informatie     haal je uit de opdracht, de bron of bedenk je zelf.
  • Bedenk een passende titel en tussenkopjes.
  • Schrijf alles uit! Geen afkortingen en geen opsommingen!!! 

Slide 9 - Tekstslide

Aanhef

Geachte heer, mevrouw,

Geachte mevrouw De Wit,

Geachte heer Van der Laan,

Titel

De beste snoeischaar

Mijn buitenlandstage

Het Vrijheidscollege: de leukste school

Slide 10 - Tekstslide

Welke aanhef is juist?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste meneer Jansen,
C
Geachte mevrouw Patricia de Vries,
D
Geachte mevrouw De Vries,

Slide 11 - Quizvraag

Hoe ziet de opbouw van een verslag
eruit?

Slide 12 - Woordweb

Minimaal 3 alinea's!! 
  • inleiding 
  • kern 
  • slot... 
WITREGELSSSSS

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Brief/mail

Slide 15 - Tekstslide

Juiste adressering?
A
Jan Peters Berkenlaan 18 3512 PM Utrecht
B
Jan Peters Berkenlaan 18 3512PM Utrecht
C
Jan Peters Berkenlaan 18, 3512 PM Utrecht
D
Veronica Peters Berkenlaan 18 Utrecht 3512 PM Utrecht

Slide 16 - Quizvraag

Juiste datering?
A
Apeldoorn, 20-01'23
B
Datum: 20 januari 2023
C
Apeldoorn, 20 januari 2023
D
Maandag, 20 januari 2023

Slide 17 - Quizvraag

Zakelijke brieven of e-mail
Bereid eerst de inhoud voor met behulp van vragen (wie, wat welke informatie):
  1. eerste alinea: aanleiding, reden of situatie beschrijven
  2. volgende alinea's: situatie toelichten, sluit af met wat je van de ontvanger wilt.
  3. laatste alinea: twee passende slotzinnen
Denk ook aan de vaste onderdelen van een brief/e-mail.

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt brieven en e-mails schrijven (correspondentie).
Brieven: 

Brieven hebben een vast format. Je moet alinea's en witregels gebruiken! 
Denk aan het poppetje 


haar: titel
hoofd: inleiding
lichaam: kern met alinea's en tussenkopjes
benen/voeten: slot 

Slide 19 - Tekstslide

Brieven
Vast format
denk aan de enters: niet: 

Beste buurtbewoners,
Mijn naam is Lisa de Vries.

maar: 
Beste buurtbewoners, 

Mijn naam is Lisa de Vries.

Begin altijd je tekst met een titel of met Beste meneer/mevrouw of naar wie de brief moet.. 
Als je bent begonnen daarmee, dan doe je daarna een enter/witregel Dus niet aan de tekst vast! 



Slide 20 - Tekstslide

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- brief kan een doel hebben, maar hoeft niet

- indelen in alinea's

- naam eronder

Zakelijke brief

- vaste indeling

- Geachte heer, mevrouw,

- inleiding, midden, slot

- afsluiting

- handtekening en naam

Slide 21 - Tekstslide

Mail
- goed beginnen en goed afsluiten! 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een goede titel?
A
Slangen als huisdier.
B
Slangen als huisdier
C
Titel: Slangen als huisdier
D
Zijn slangen goede huisdieren?

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de enige goede aanhef?
A
Geachte gemeente,
B
Geachte mevrouw t. Witsma,
C
Geachte heer Boer,
D
Geachte mensen van de helpdesk,

Slide 25 - Quizvraag

Welke aanhef is juist?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Geachte Piet,
C
Geachte mevrouw Patricia de Vries,
D
Geachte mevrouw De Vries,

Slide 26 - Quizvraag

Conventies zakelijke brief
  1.  Afzender
  2. Datering
  3. Adressering
  4. Betreft
  5. Aanhef
  6. Briefinhoud
  7. Ondertekening
  8. Bijlage (n)

Slide 27 - Tekstslide


Voorbereiding examen schrijven 3F


Drie opdrachten:

- Wervende tekst (marketing)

- Intern advies

- Zakelijke brief


Slide 28 - Tekstslide

Wat zijn de 5W+H-vragen?
A
wanneer, waarheen, waartoe, welke, waarom en hoezo
B
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
C
want, wat, wie, waarom, welke en hoe laat
D
voor wie, met wie, wanneer, waar naartoe, met wat, hoe

Slide 29 - Quizvraag

Stukje ww-spelling

Slide 30 - Tekstslide

Hij wordt door zijn compagnon slecht (behandelen).






Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




27







Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Extra oefening









Extra uitdaging









Instellingen









































Youtube

2:30












































Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




27







Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Extra oefening









Extra uitdaging









Instellingen









































Youtube

2:30





































Zijn compagnon heeft hem lelijk (behandelen).




A
behandelt
B
behandeld

Slide 31 - Quizvraag

Je (geloven) toch niet alle verhalen die dat meisje je (vertellen).
A
geloofd, verteld
B
geloofd, vertelt
C
gelooft, verteld
D
gelooft, vertelt

Slide 32 - Quizvraag

Het verliefde stelletje liep naar het (verlaten) strand.
A
verlate
B
verlaatte
C
verlaten
D
verlaatten

Slide 33 - Quizvraag

Rekening houden met lezers
Als je schrijft, moet je rekening houden met je lezers:
- Passende context
- Helder formuleren
- Geen overbodig moeilijke woorden gebruiken
- Maak de zin niet onnodig lang, bijvoorbeeld max. 1 komma

Slide 34 - Tekstslide

Goed voorbeeld van samenhang
"Ik denk dat ik de juiste persoon ben voor dit project, omdat ik ook goed met mensen van alle leeftijden om kan gaan en graag dieren en mensen help. Ook spreek ik goed Nederlands en Engels. Verder vind ik het altijd leuk om over nieuwe culturen te leren en te zien hoe mensen in andere landen dagelijks leven."


"Zoals ik al eerder benoemde, is dit project voor mij weggelegd."

Slide 35 - Tekstslide