Groep 7/8 Taal lessen 8

Taal les 8 groep 7+8

Doel

- Je oefent voor de toets

- Je kent de woordenschatwoorden van dit thema

- Je kunt vrouwelijke en mannelijke woorden onderscheiden

- Je kunt het lw, zn en bn benoemen

Woordenschatspel

Juf noemt woorden, kies of het een straf of beloning is

Staan = straf

Zitten = beloning

reprimande

Staan = straf

Zitten = beloning

gevangenisstraf

Staan = straf

Zitten = beloning

pluim

Staan = straf

Zitten = beloning

applaus

Staan = straf

Zitten = beloning

fooi

Staan = straf

Zitten = beloning

inbeslagname

Staan = straf

Zitten = beloning

wedstrijdpremie

Staan = straf

Zitten = beloning

boete

Staan = straf

Zitten = beloning

vindersloon

Staan = straf

Zitten = beloning

Quizzzzzz

Juf stelt een vraag, druk op de knop als je het goede antwoord weet.

Helft van de klas tegen de andere helft!

Invulwoorden - kies uit:

vindersloon

pluim

reprimande

applaus

fooi

inbeslagname

wedstrijdpremie

boete

strafpunt

gevangenisstraf

Quizzzzz

druk op de knop als je het antwoord weet

directeur

noem de vrouwelijke vorm

acteur

noem de vrouwelijke vorm

vorst

noem de vrouwelijke vorm

zigeuner

noem de vrouwelijke vorm

bankier

noem de vrouwelijke vorm

eigenaresse

noem de mannelijke vorm

violiste

noem de mannelijke vorm

sollicitante

noem de mannelijke vorm

werkster

noem de mannelijke vorm

barones

noem de mannelijke vorm

Samenstellingen

Wat is het verschil tussen een straftijd en een tijdstraf?

Wat is het verschil tussen een geldstraf en een strafgeld?

Wat is het verschil tusen een kamerstraf en een strafkamer?

Spreekwoorden

Druk op de knop. Kies uit:

een straf uitzitten

lik op stuk

een blanco strafblad hebben

de volle laag krijgen

je boekje te buiten gaan

boontje komt om zijn loontje

In tweetallen

Schrijf een zin op (zonder dat de ander het ziet) met minstens één lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en  daarnaast meerdere woorden zodat het een zin wordt. De ander zoekt zoveel mogelijk woordsoorten op:

groep 7: lw, zn en bn

groep 8: alle woordsoorten (zie schema)

10 minuten

Evalueren

Hoe ging het?

Wat is nog lastig?

Wat kan de volgende keer beter?

Wat was fijn aan deze les?

Heb je het doel behaald?